Op Witte Donderdag eindigt de veertigdagentijd en start het paastriduüm waarin we het lijden, sterven en verrijzen van Jezus gedenken. Het is één lange viering, die start met het kruisteken van Witte Donderdag en eindigt met de zegen van de paaswake. Op Witte Donderdag gedenken we het Laatste Avondmaal van Jezus met zijn leerlingen. Hij wast de voeten van zijn leerlingen. Hij breekt het brood en deelt de beker.
Vreugde om het paasfeest
De liturgie van Witte Donderdag start vreugdevol. We dragen feestkleuren en zingen het ‘Eer aan God’. We lezen uit het boek Exodus over de oorsprong van het joodse paasmaal (Ex 12, 1-8. 11-14). We horen over het Joodse volk dat aan de vooravond van de uittocht haastig maaltijd hield. Jezus was in Jeruzalem om het joodse paasfeest te vieren, om de bevrijding uit de slavernij te gedenken. Nu staat Hij op het punt om zelf deze doortocht te maken.
In de tweede lezing getuigt Paulus dan ook over het Pasen van de Heer en vertelt over de instelling van de eucharistie: in de nacht waarin Hij werd overgeleverd nam Hij het brood en deelde de beker (1 Kor 11, 23-26). Hij gaf zijn leven tot het uiterste. Het evangelie tenslotte brengt het verhaal van de voetwassing (Joh 13, 1-15). Zo groot is zijn liefde, dat Hij de voeten van zijn leerlingen wast. Hij doet het werk van een slaaf … uit liefde.
Het sterke symbool van de voetwassing
Zoals we op Palmzondag na het verhaal van de intocht in Jeruzalem zelf in beweging zijn gekomen, zo gebeurt het ook nu na het evangelie: de priester staat op, legt de kazuifel af en wast de voeten van enkele aanwezigen. Voor dit sterke symbool van liefde nemen we de tijd. Sterke symbolen vragen tijd. Elk jaar wast paus Franciscus de voeten van wie leven in de marge: gedetineerden, verslaafden … Stoere mannen en vrouwen huilen omdat de paus voor hen knielt, hun voeten wast en teder hun voeten kust. Ook de stoere visser Petrus begreep niet waarom Jezus zijn voeten wilde wassen.
Met een grote intensiteit eucharistie vieren
Na de voetwassing vieren we verder eucharistie zoals we dat altijd doen, maar op Witte Donderdag mag dat met een grote intensiteit gebeuren. We kunnen bijvoorbeeld de gavenprocessie extra verzorgen door voedingswaren aan te brengen die we willen delen met wie het moeilijk hebben. Het is ook zinvol om de communie onder beide gedaanten uit te reiken.
Tot slot treden we opnieuw ‘letterlijk’ in de voetsporen van Jezus. Omgeven door wierook en kaarslicht brengen we de schaal met de communie voor Goede Vrijdag naar het rustaltaar. Daar kunnen we waken en bidden bij de Heer zoals de leerlingen in de hof van Olijven. De viering heeft een open einde. Er is geen zegen. We gaan in stilte uit elkaar.
God, dit is het uur
waarop wij het laatste avondmaal gedenken.
Toen is uw Zoon begonnen
het gastmaal aan te richten
van zijn liefde voor de mensen,
en met de dood voor ogen,
heeft Hij ons zijn offer toevertrouwd
tot aan het einde van de dagen.
Laat ons uit dit zo grote teken
de kracht putten tot liefde zonder grenzen
en tot eeuwig leven.
(Missaal voor zon- en feestdagen, p. 134)