Er lijkt iets niet te kloppen in de Hebreeënbrief: de brand- en zoenoffers van het Oude Verbond zijn afgeschaft en in plaats daarvan komt Jezus om Gods wil te doen. Maar dat was toch de wil van God, die offers? Die waren toch door Hem voorgeschreven? En wat is er meer vanzelfsprekend om God te eren dan precies het brengen van offers: kaarsen bij een beeld, geld in de omhaling, een pelgrimstocht naar Scherpenheuvel?
Ik moet nu aan de Warmste Week denken, alweer voor de twaalfde keer georganiseerd door Studio Brussel.
Elk jaar zijn er meer mensen die meedoen, meer lopers van de Warmathon, meer kinderen bij de Ketnet-Koekenbak, meer geld voor steeds meer goede doelen: vijf miljoen in 2015, acht miljoen in 2016, elf miljoen vorig jaar; elk jaar drie miljoen erbij dus - dat belooft wat voor dit jaar. En wat krijgen die tienduizenden deelnemers? Een paar Motiveters, veters voor in je schoenen met de motiverende spreuk erop:
'Afzien voor het goede doel doet geen zeer'.
'Slachtoffers en gaven hebt Gij niet gewild, maar Gij hebt Mij een lichaam bereid', laat de Hebreeënbrief Jezus zeggen. 'Brandoffers en zoenoffers konden U niet behagen. Toen zei Ik: hier ben Ik. Zoals er in de boekrol over Mij geschreven staat: Ik ben gekomen, God, om uw wil te doen.' En, zo besluit de schrijver van de brief: 'Door die wil zijn wij geheiligd, eens en voor altijd, door het offer van het lichaam van Jezus Christus'.
Dus toch een offer, en wat voor een offer: het lichaam, niet van een dier, maar van een mens; niet voorgeschreven door de Wet, maar vrijelijk gegeven; niet met een bepaalde intentie, maar voor het heil van alle mensen.
Laten we Studio Brussel dankbaar zijn dat ze die gedachte voortzetten.
Die bij uitstek christelijke gedachte, dat de waarde van het offer gelegen is in het doel, het goede doel, en dat ‘afzien voor het goede doel geen zeer doet’.
We zouden een kritische noot kunnen plaatsen bij alle publiciteit en commercie die met de Warmste Week gepaard gaan - Jezus heeft nooit de schijnwerpers gezocht -, maar we kunnen evengoed positief blijven kijken:
Is de vreugde van de deelnemers die met hun cheque naar de actielocatie Puyenbroeck in Wachtebeke gaan niet te vergelijken met de vreugde van het bezoek van Maria aan haar nicht Elizabeth, vreugde die jong en oud doet opspringen?
We zijn geheiligd door de wil van Jezus, maar daaraan vooraf ging de wil van Maria, die Hem het lichaam bereidde dat Hij zou offeren op het kruis. Haar bedoelingen waren zo zuiver als haar onbevlekte hart, het goede doel was haar enige gedachte en dat maakte haar vreugde volkomen. De plaat die Maria bij de dj’s van Studio Brussel zou hebben aangevraagd, zou het Magnificat zijn geweest, de lofprijzing van God om de grote dingen die Hij aan haar had gedaan. ‘Zalig zij die ja zegt voor het goede doel.’
Zelf hoor ik niet bij de tienduizenden deelnemers aan de Warmste Week: sportief ben ik niet en koeken bakken kan ik helaas niet. Maar ik zie de continuïteit, van de 'man van vrede' over wie de profeet Micha spreekt, via de ‘gezegende vrucht’ van Maria’s schoot, naar de mannen, vrouwen en kinderen van de Warmste Week.
'In die week zorgt iedereen voor iedereen', aldus het motto.
Ik zie de continuïteit en ik weet: wat die week - de donkerste van het jaar - tot de Warmste Week maakt, zijn de goede bedoelingen die waarde geven aan het afzien; waar het goede doel ontbreekt, zijn we terug bij de brand - en zoenoffers van het Oude Verbond - louter prestatie, die geen vrede of vreugde brengt. Ik zie de continuïteit en ik zie de context, de geschiedenis van ons heil: is de gevallen mensheid niet het grootste goede doel?
Eén heeft er voor allen gelopen, één heeft het bedrag opgehaald dat in alle noden voorziet, één heeft er gezorgd en afgezien voor iedereen.
Ik hoop dat er in Wachtebeke ook een kribbe staat en dat iemand de plaat aanvraagt: 'Komt allen tezamen, jubelend van vreugde...'