Het verhaal van Emmaüs (Lucas 24, 13-35) is het verhaal van hoe de eerste christenen geleidelijk tot het inzicht komen dat het verhaal van Jezus niet eindigt op het kruis, maar dat Hij op hen een beroep doet om zijn verhaal hoopvol verder te zetten.
Emmaüsgangers (c) Publieke afbeelding
Ontgoocheling
Na de kruisdood, zo vertelt het verhaal, keren twee leerlingen van Jezus ontgoocheld naar huis terug. Eén van hen heet Kleopas. De ander blijft anoniem, alsof het elk van ons kan zijn. Ze keren Jeruzalem de rug toe en hernemen hun oude bezigheden. Ze hoopten dat met Jezus hun leven totaal veranderen zou, maar het is nu reeds meer dan drie dagen dat Hij gestorven is. Alle hoop is weg …
Nieuwe hoop
Het verhaal eindigt hoopvol! De twee leerlingen keren enthousiast naar Jeruzalem terug en nodigen hun oude makkers uit niet bij de pakken te blijven zitten, maar het werk van Jezus hoopvol verder te zetten. Ze nodigen hen uit samen kerk te vormen en wereldwijd getuigenis af te leggen van alles wat ze samen met Jezus hebben beleefd.
Ommekeer
Wat is er gebeurd? Wat het verhaal een ontmoeting noemt met de verrezen Heer is een geleidelijk proces van bewustwording dat het niet gedaan is met Goede Vrijdag, doch dat Jezus zelf op elk van zijn leerlingen een beroep doet om het verhaal van God en mens, zoals Jezus het heeft voorgeleefd, verder uit te dragen. De ontgoochelde leerlingen worden pelgrims van hoop!
Bronnen van hoop
Welke zijn de bronnen van hoop, de ervaringen die aan de basis liggen van deze ommekeer?
(1) Op de eerste plaats ervaren de leerlingen dat het de verrezen Heer zelf is die met hen een nieuw begin maakt. Uit zichzelf zouden ze nooit tot zo’n ommekeer zijn gekomen. Het is hen overkomen. Het is aan hen gebeurd.
(2) Het gaat om de fundamentele ervaring dat ze een nieuwe kans krijgen. God neemt het hen niet kwalijk dat ze Jezus in de steek hebben gelaten. Ze krijgen vergiffenis. God doet opnieuw op hen een beroep.
(3) De Bijbel opent hen de ogen om beter te begrijpen wat er met Jezus is gebeurd. In de Bijbel wordt God ‘Jahweh’ genoemd of ‘Ik zal er zijn voor u’. Als Hij voor het joodse volk doorheen heel hun geschiedenis uittocht, doortocht en intocht is geweest, hoe zou Hij nu Jezus in de steek laten? Hoe zou Hij nu de leerlingen als wezen achterlaten? Aldus zijn positieve ervaringen uit het verleden, bronnen van hoop voor de toekomst.
(4) De sacramenten waartoe Jezus hen had uitgenodigd, doen hen beseffen dat Jezus hen niet verlaten heeft, maar als de verrezen Heer bij hen blijft. Bij het breken van het brood herkennen ze Hem in hun midden.
(5) Het besef dat het niet gedaan is, is het resultaat van een geleidelijke groei. Niet éénsklaps, maar stapsgewijs. Het vraagt geduld. Slechts langzaam komen mensen God op het spoor. Het vraagt tijd om tot geloof te komen.
Wat betekent dit voor ons kerk-zijn vandaag?
Het Emmaüs-verhaal vertelt ons dat God tot op vandaag met ons begaan is. Hij schenkt vergiffenis. Hij geeft nieuwe kansen. Hij neemt het initiatief. In de sacramenten is de verrezen Heer ons nabij. De Bijbel biedt uitzicht op een nieuwe toekomst: de positieve verhalen uit het verleden zijn een bron van hoop. We krijgen de tijd om te groeien: God heeft geduld met elk van ons!
Hoopvol Pasen!
Renaat Desmedt
Logo van het jaarthema (c) CCV Bisdom Brugge