Wat leert de eucharistie ons voor de eucharistische aanbidding? | Kerknet
Overslaan en naar de inhoud gaan

Recent bezocht

Bekijk je recent bezochte microsites, auteurs en thema's
kerknet
  • Hulp
  • Startpagina portaal
  • Mijn parochie
  • Aanmelden of registreren
Menu
  • Startpagina
  • Kerk
  • Vieringen
  • Shop
  • Zoeken
Interdiocesane Commissie voor Liturgie

Interdiocesane Commissie voor Liturgie

  • Startpagina
  • Contacten
  • Zoeken
  • Meer
    • Zoeken
    • Over de ICL Liturgische kalender Liturgische catechese Liturgische zang en muziek
      De eucharistie zingenLiedsuggesties Zingt JubilateAntwoordpsalmen voor de zondagsliturgie
      Aanvullingen missaal en getijdenboek Bijzondere vieringen Uitgaven van de ICL Liturgische suggesties Documenten Bisschoppenconferentie Nuttige links
Monstrans en gaven op credens © ESM New York

Wat leert de eucharistie ons voor de eucharistische aanbidding?

icon-icon-artikel
Gepubliceerd op maandag 30 augustus 2021 - 14:45
Afdrukken

Sinds de uitbraak van de coronacrisis in maart 2020 hebben vele gelovigen geleden onder het gemis aan contact met hun geloofsgemeenschap: zowel de liturgische samenkomsten op zondag (of op de vooravond ervan) als de meeste andere activiteiten die de gemeenschap opbouwen, waren ofwel verboden ofwel heel sterk beperkt. Her en der heeft men geprobeerd om toch het contact te bewaren, via online vieringen en gebedsmomenten, thematische wandeltochten, gebedskaarten aan huis en vele andere creatieve acties. De bisschoppen hebben er op aangedrongen om de kerkgebouwen open te houden, zodat mensen minstens individueel, per bubbel of met maximum vijftien personen een moment van rust, bezinning en gebed konden hebben.

Het gemis om samen eucharistie te vieren en de communie te kunnen ontvangen, heeft sommige gemeenschappen geïnspireerd om in de voorbije maanden de gebedsvorm van de eucharistische aanbidding sterker in de verf te zetten of opnieuw aan te bieden. Dat is misschien niet verwonderlijk. De eucharistische aanbidding met de zogenaamde ‘uitstelling van de heilige eucharistie’ is ontstaan in een periode waarin de gelovigen ook niet of nauwelijks de communie ontvingen.


Een beetje geschiedenis

In de twaalfde eeuw was de eucharistieviering in grote mate een zaak van de clerus. De actieve deelname van het volk beperkte zich tot het ‘bijwonen’ van de mis die door de clerici werd ‘uitgevoerd’. De regelmatige communie was al vroeger sterk verminderd, vaak uit schrik dat de gelovigen niet voldoende in ‘staat van genade’ waren om ze waardig te ontvangen. Steeds sterker werd er verwacht dat de gelovigen vooraf zouden biechten, vasten en zich onthouden. Voor ons vandaag klinkt het wat vreemd, maar het Vierde Concilie van Lateranen vraagt in 1215 aan de christenen om minstens éénmaal per jaar te communiceren tijdens de paasperiode. Op dit feitelijke ‘gemis’ van de communie in het leven van het Godsvolk moest er wel een reactie komen ...

In 1210 vaardigde de bisschop van Parijs een decreet uit waarin de priesters verplicht werden de hostie na de consecratiewoorden voldoende hoog op te heffen zodat de gelovigen (die van op een afstand de mis volgden) ze konden zien en in geloof aanbidden. Dit gebaar van de ‘elevatie’, de opheffing, beantwoordde blijkbaar aan een spirituele nood, want het verspreidde zich overal in de loop van de dertiende eeuw. Als de gelovigen de communie zelden op sacramentele wijze konden of durfden ontvangen, konden ze minstens ‘met hun ogen’ communiceren, en op een geestelijke manier deelnemen.

De volgende jaren vertaalde het ‘eucharistische verlangen’ van de gelovigen zich in nieuwe praktijken. Een belangrijke impuls kwam hiervoor van de Luikse Juliana van Cornillon (ca. 1192-1258). Als wees groeide ze op in een religieuze gemeenschap van mannen en vrouwen die zieken verzorgen. Ze ontwikkelde een grote liefde voor de eucharistie en wilde er zo vaak mogelijk aan deelnemen en communiceren. Ze ijverde voor de instelling van een eigen feest ter ere van het Lichaam en het Bloed van Christus. De bisschop van Luik, Robertus van Thourotte, ging in op haar vraag en stelde in 1246 voor zijn bisdom het feest in van Sacramentsdag. In 1264 werd het door paus Urbanus IV als een feest overgenomen voor de hele Kerk. Niemand minder dan Thomas van Aquino schreef hiervoor een misformulier en teksten voor het getijdengebed.

art 2 foto 1 - Monstrans van Herkenrode - c 'Het Stadsmus Hasselt - www.artinflanders.be - Dominique Provost'.jpg

Monstrans van Herkenrode © Het Stadsmus. Hasselt - www.artinflanders.be - Dominique Provost

In dezelfde periode ontwikkelden zich de praktijken van de aanbidding met uitstelling van de heilige eucharistie en – iets later – de sacramentsprocessie. De eerste gekende monstrans, die behoorde tot de zusters van Herkenrode, wordt gedateerd rond 1286.


Terug naar vandaag

Het verlangen om de eucharistie te vieren en de communie te ontvangen leidde in de dertiende eeuw tot een nieuwe eucharistische devotie. Kan het huidige ‘gemis’ van de communie ook een stimulans geven aan een vernieuwde eucharistische spiritualiteit? Dat is mogelijk, maar het is dan wel belangrijk te beseffen dat gezonde christelijke spiritualiteit nooit los staat van evenwichtige theologie en op het vlak van het theologische denken over de eucharistie zitten we helemaal niet meer in de tijd van Juliana van Cornillon. Zij leefde in een periode waarin de theologische aandacht heel sterk gefocust was op de vraag naar de ‘reële aanwezigheid’ van Christus in de eucharistische gaven, maar waar er veel minder aandacht was voor het kerkopbouwende aspect van de eucharistieviering.

Ondertussen zijn zowel de Kerk als het theologische denken grondig geëvolueerd. Het Tweede Vaticaans Concilie heeft gebroken met een ‘standenliturgie’ waarbij de gelovigen enkel ‘van op afstand kijken’ naar wat de clerici uitvoeren. De Bijbelse, patristische en liturgische herbronningsbewegingen hebben vergeten en ondergesneeuwde betekenismotieven weer opgenomen en geïntegreerd in een ruimere visie op de eucharistie. Paul De Clerck formuleerde echter reeds twintig jaar geleden de stelling dat de verrijkte en verbrede eucharistische theologie van vóór en na Vaticanum II zich nog onvoldoende heeft doorgezet in een vernieuwde, brede eucharistische spiritualiteit. De theologische herbronning heeft in de concrete praktijk nog niet zoveel invloed gehad op de manier waarop vele gelovigen de eucharistie vieren en beleven: voor velen blijft het mysterie van de eucharistie nog te veel gereduceerd tot de aanwezigheid van Christus in de eucharistische gaven. Maar, stelde De Clerck:

“De eucharistie is ook de verzameling van de kerkgemeenschap, samengeroepen om de verrijzenis van de Heer te vieren, de verkondiging van Gods woord, dankzegging aan de Vader, heiliging van de gaven en de communicerenden door de Geest, gebed opdat Gods rijk zou komen, de breking van het brood die ons doet binnengaan in de ontlediging van Christus, de vredewens die aan de deelnemers reeds de genade geeft om deel te hebben aan de vrede van de Heer, de communie die ons doet deelhebben aan het leven van God zelf en de zending naar onze verantwoordelijkheden als mannen en vrouwen”.

Een gezonde actuele praktijk van eucharistische aanbidding zal dus rekening moeten houden met het huidige theologische denken over de eucharistie. De liturgiehervorming van Vaticanum II heeft daarvoor de bakens uitgezet. We vinden ze terug in de Orde van dienst voor de communie en de verering van de eucharistie, uitgegeven door de ICLZ in 1981.

art 2 foto 2 - OvD communie en verering van de eucharistie - Zacheüs.png

OvD communie en verering van de eucharistie


Criteria voor ‘gezonde’ eucharistische aanbidding

Wat zijn dan criteria voor een praktijk van de eucharistische aanbidding die ook recht doet aan de vernieuwde theologie van de eucharistie?

De Orde van dienst formuleert eigenlijk slechts één criterium, maar wel met veel nadruk, namelijk dat men bij de uitstelling van de heilige eucharistie de nauwe band niet mag vergeten met de eucharistieviering zelf. De eucharistische aanbidding moet vertrekken vanuit en verwijzen naar de eucharistieviering. Zo stelt de Orde van dienst (p. 59):

“De uitstelling van de eucharistie [bedoeld is hier dus het geconsacreerde brood] – in de ciborie of in de monstrans – is een uitnodiging om daarin beter de wonderbare tegenwoordigheid van Christus te erkennen en een aansporing om met Hem tot een innerlijke vereniging te komen die in de sacramentele communie haar hoogtepunt bereikt. De uitstelling is derhalve zeer bevorderlijk voor de aanbidding van Christus in geest en waarheid”.

De tekst vervolgt:

“Bij de uitstelling zal men er goed op letten dat het verband tussen de verering van de eucharistie en de eucharistieviering zelf duidelijk blijkt. Wat het uiterlijke betreft, zal men daarom bij een uitstelling zorgvuldig alles vermijden wat enigszins de bedoeling van Christus zou kunnen verduisteren. Hij heeft de eucharistie allereerst ingesteld om ons tot voedsel, tot geneesmiddel en vertroosting te zijn”.

Deze zinnen zijn grotendeels een citaat uit de instructie ‘Eucharisticum mysterium’ over de eredienst van de eucharistie van 25 mei 1967 (nr. 60). De tekst daar voegt nog twee praktische adviezen toe om de band tussen de uitstelling en de eucharistieviering tastbaar te maken: een iets langer moment van uitstelling gebeurt liefst aan het einde van de eucharistieviering én met een hostie die tijdens deze viering werd geconsacreerd. Inderdaad, het Heilig Sacrament uitstellen vlak voor een eucharistieviering heeft niet veel zin. Op dat moment is het beter het verlangen om dicht bij de Heer te zijn als het ware ‘uit te houden’ en om onze verbondenheid met Hem vervolgens te laten voeden door de dynamiek van de eucharistieviering zelf. De verrezen Heer komt immers tijdens de eucharistie in ons midden aanwezig, op verschillende wijzen.

Het is ook geen overbodig detail dat de instructie vraagt om de uitstelling te houden met brood dat tijdens de voorafgaande eucharistie werd geconsacreerd: zo wordt de band tussen beide momenten inderdaad concreet. Evenzo is het niet toevallig dat de tekst de ciborie vermeldt vóór de monstrans, wat een zekere voorkeur laat vermoeden. De ciborie is namelijk het liturgisch vaatwerk waarmee het ‘voedsel’ voor de gelovigen tijdens de eucharistieviering tot bij hen wordt gebracht. Het gaat er dus inderdaad niet zozeer om de hostie te zien, maar om het besef te laten doordringen dat Christus zich voor ons als voedsel geeft.

Monstrans en gaven op credens © ESM New York


Christus’ aanwezigheid in de eucharistie

De nadruk op de noodzakelijke band tussen eucharistische aanbidding en eucharistieviering komt als een refrein terug in latere kerkelijke documenten over dit thema. Waarom dat altijd weer herhalen? Misschien omdat we enkel vanuit de dynamiek van de eucharistieviering een juist begrip krijgen van de ‘aanwezigheid van Christus’ en een al te statische opvatting ervan vermijden. Dat Christus aanwezig komt betekent veel meer dan enkel: ‘Hij is er!’

  • Ten eerste, zo leerde Vaticanum II ons (cfr. Sacrosanctum Concilium, nr. 7), komt Christus in de eucharistieviering aanwezig op verschillende wijzen: in de persoon van de voorganger, in de biddende en zingende verzamelde gemeenschap, in de verkondiging van de Schriften en in de geconsacreerde gaven. Het doel van deze verschillende vormen van aanwezigheid is: communio, verbondenheid, gemeenschap. Tijdens de Liturgie van het Woord komt Christus aanwezig opdat Hij ‘gehoor’ zou vinden, opdat mensen door het ontvankelijke luisteren zouden komen tot gehoor-zaamheid en tot geloof. We kunnen in de luidop klinkende woorden van de Schrift zijn verborgen stem herkennen. Ook het samen zingen, in het bijzonder van de psalmen, is een manier om onze stem te verbinden met die van de verrezen Heer in ons midden.

    In het tweede deel van de eucharistie wordt dit geloof tijdens het lange eucharistische gebed ‘omgevormd’, omgezet in een engagement. Tijdens dit gebed gedenken we, in een geest van lofprijzing en dankbaarheid, ‘Gods grote daden’. We gedenken in het bijzonder de vrije levensgave van Jezus – zijn ‘offer’ – en zijn paasmysterie, dat wil zeggen, de overgang die Jezus heeft gemaakt van leven, lijden, sterven naar de opstanding tot nieuw leven. In de epiclese over de gaven vragen we dat Gods Geest het brood en de wijn omvormt tot het Lichaam en Bloed van Christus en na het weerklinken van de instellingswoorden uit de mond van de priester die voorgaat in het gebed, herkennen we de Levende in die tekens, want we zingen Hem toe: “Heer Jezus, wij verkondigen uw dood, en wij belijden tot Gij wederkeert, dat Gij verrezen zijt!”
     
  • Maar – en dat is heel belangrijk – hiermee is het eucharistisch gebed nog niet ten einde! In wat volgt wordt duidelijk wat Christus’ aanwezigheid voor ons betekent en met ons doet. We gedenken Jezus’ levensgave, zeiden we. Inderdaad, maar het vervolg van het eucharistisch gebed roept ons op om onszelf bij die levensgave aan te sluiten, om in navolging van Jezus en samen met Hem ons eigen leven ook aan de Vader aan te bieden als een vrije gave uit liefde. De Orde van dienst zegt hierover (p. 58):

    “De vroomheid die de gelovigen aanzet tot de aanbidding van de eucharistie, zal hen er ook toe aansporen het paasmysterie dieper te doorgronden en vol vreugde een antwoord te geven op de zelfgave van de Heer, die door zijn mensheid het goddelijk leven voortdurend meedeelt aan de ledematen van zijn Lichaam […] Samen met Christus en in de Heilige Geest bieden zij heel hun leven aan de Vader aan en ontvangen als in een wonderbare ruil vermeerdering van geloof, hoop en liefde”.

    Hier wordt dus duidelijk dat de aanwezigheid van Christus helemaal geen geïsoleerd, statisch gebeuren is. Hij komt aanwezig, niet alleen opdat wij Hem in geloof zouden ‘herkennen’, maar opdat wij ook helemaal ‘present’ zouden worden voor Hem en ons invoegen in de beweging van zijn ‘er-zijn-voor-ons’. Christus’ aanwezigheid blijft vruchteloos als ze de gelovigen niet brengt tot navolging, verbondenheid, communio, met Hem en met elkaar. Het einddoel van de dynamiek in het grote dankgebed is dat wij – dankzij de sacramentele communie – allen samen omgevormd worden tot het ‘levende Lichaam van Christus’. Zoals Paulus schreef: “Omdat het één brood is, vormen wij allen tezamen één lichaam, want allemaal hebben wij deel aan het ene brood” (1 Kor 10, 17). Of, in de woorden van Augustinus: “We ontvangen het Lichaam van Christus om het zelf te worden”. Zoals het lichaam van Jezus gebroken werd uit liefde voor de mensen, zo worden wij geroepen ons leven te durven delen uit liefde voor anderen. Eucharistische aanbidding die in harmonie wil zijn met de eucharistie mag deze dynamiek niet uit het oog verliezen.
     
  • Nog een laatste opmerking in verband in verband met Christus’ aanwezigheid in de eucharistie. Heeft u gemerkt dat er in de vorige paragrafen enkel sprake was van ‘wij’, en niet van ‘ik’? Hierin vinden we nog een criterium voor een gezonde praktijk van eucharistische aanbidding: natuurlijk mag ik mij heel persoonlijk in Christus’ aanwezigheid plaatsen, natuurlijk mag ik mijn zorgen en mijn wensen voor de Heer uitstorten, maar de eucharistieviering reikt ons toch wel een breder perspectief aan dat ons behoedt voor een al te intimistische, individuele gebedshouding. In de eucharistie gaat het nooit om ‘ik en Jezus’. Mijn verbondenheid met Christus is er onlosmakelijk verbonden met mijn verbondenheid met de andere gelovigen, die mijn ‘broeders en zusters’ worden doorheen het samen vieren. Mijn blik wordt er open getrokken, mijn leven wordt opgenomen in de grote heilsgeschiedenis van God met de mensen.


De rijkdom van de eucharistie integreren in de aanbidding

De eucharistische aanbidding sluit aan bij een belangrijke dimensie van de eucharistie: de aanwezigheid van Christus in de eucharistische gaven. Maar, we zeiden het reeds: een evenwichtige eucharistische spiritualiteit heeft vandaag niet alleen aandacht voor de blijvende tegenwoordigheid van Christus in het Allerheiligste. Het komt erop aan de verschillende betekenismotieven van de eucharistie met elkaar in verbinding te brengen en samen te houden.

De Orde van dienst voor de communie en de verering van de eucharistie gaat ervan uit dat er tijdens de uitstelling van de eucharistie – naast momenten van stilte – gebeden, gezangen en Schriftlezingen worden ingelast. In de weloverwogen keuze van deze elementen zitten kansen om de verschillende betekenismotieven van de eucharistie te laten doorklinken: lofprijzing en dankzegging om Gods schepping, de gedachtenis van Gods bevrijdend handelen, de levensgave van Jezus uit liefde, onze navolging in de zelfgave, breken en delen, dienstbaarheid, vrede, verzoening, de aanwezigheid van de Geest, de omvorming van de gelovigen tot het kerkelijke Lichaam van Christus ...

Gebeurt dit ook in de praktijk? Wordt de eucharistische aanbidding vandaag voldoende begrepen in het verlengde van de dynamiek van de eucharistieviering? En kan de eucharistische aanbidding zo vandaag bijdragen tot een brede, evenwichtige eucharistische spiritualiteit? Dit lijken ons nuttige vragen om met elkaar te bespreken, in de liturgische werkgroep, in de parochieploeg, onder geloofsgenoten … Moge in ieder geval de eucharistische aanbidding ons verlangen om weldra weer ongehinderd samen eucharistie te mogen vieren, doen groeien!

 

Joris Polfliet

 

Voor verdere verdieping:

ICLZ, Orde van dienst voor de communie en de verering van de eucharistie, Brussel, Licap, 1981.

P. De Clerck, Hier is meer dan de aanwezigheid van Christus, in P. D’Haese & J. Lamberts (red.), De eucharistie in het hart van de Kerk en voor het leven van de wereld (Nikè-reeks, 47), Leuven – Leusden, Acco, 2003, 73-84.

Gepubliceerd door

Interdiocesane Commissie voor Liturgie

Meer

Artikel

Deel dit artikel

Deel op Facebook
Deel op Twitter
Deel via e-mail

Lees meer

Hoe ondersteun je dementerenden? © Freepik
Lees meer

Ethiek van euthanasie bij vergevorderde dementie

icon-icon-evenement
Belgische jongeren - WJD Portugal 2023 © Don Bosco
readmore

Jaarrapport van de katholieke Kerk in België 2024

icon-icon-persbericht
Een gedeelde missie voor alle gedoopten
readmore

Gebedsintentie paus oktober 2024: voor een gedeelde missie

icon-icon-inspiratie

Recent bezocht

Bekijk je recent bezochte microsites, auteurs en thema's
© 2025 Kerk en Media vzw
Vacatures
Contact
Voorwaarden
YouTube
Twitter
Facebook