Cadeautjes onder de kerstboom, liedjes zingen met Driekoningen, pannenkoeken bakken voor Lichtmis en eitjes rapen op Pasen. Het is opvallend hoeveel gebruiken en rituelen in onze samenleving verband houden met het liturgisch jaar, dat start volgende zondag; de eerste zondag van de advent en dat eindigt met het feest van Christus Koning.
Het liturgisch jaar valt dus niet samen met het kalenderjaar, maar heeft toch een grote invloed. Kerkelijke feesten als Kerstmis en Pasen zijn immers niet alleen officiële verlof- en vakantiedagen, maar worden ook breed gevierd in de samenleving. Een jaar telt ongeveer 365 dagen, die in principe allemaal gelijk zijn. Op onze kalender of in onze agenda ziet een dag in maart er immers net zo uit als een dag in november. Daarom zijn feestdagen en bijzondere perioden tijdens het jaar zo belangrijk. Zij onderbreken de dagelijkse sleur en geven kleur aan de tijd. Op die manier heeft het liturgisch jaar een grote stempel gedrukt op de Europese cultuur. Eeuwenlang hebben mensen het kalenderjaar beleefd op het ritme van de kerstcyclus en de paaskring.
Vandaag echter, is de oorspronkelijke betekenis van heel wat christelijke feesten naar de achtergrond verdwenen. Het gevolg hiervan, zo stelt theoloog Hans Geybels, is dat steeds meer Vlamingen als vreemden rondlopen in hun eigen cultuur. Dit leidt soms tot eigenaardige fenomenen, zoals het uitleggen van de veertigdagentijd aan de hand van de islamitische ramadan.
Een tweede evolutie is de toenemende commercialisering van christelijke feesten, die aangegrepen worden als een gelegenheid om zoveel mogelijk spullen te verkopen. De Britse historicus Tim Stanley vindt dat christenen zich moeten verzetten tegen deze ‘verloedering’. Het is echter maar de vraag of de breuk inderdaad zo groot is. Zo tonen cijfers aan dat heel wat Vlamingen er nog steeds voor kiezen om hoogdagen zoals Kerstmis en Pasen te vieren in hun parochie of pastorale eenheid. Kardinaal De Kesel merkt op dat de Warmste Week niet toevallig tijdens kerst wordt gehouden, sinds oudsher een periode van solidariteit. Dit betekent uiteraard niet dat er een vanzelfsprekende continuïteit bestaat tussen de christelijke viering van het liturgisch jaar en de hedendaagse beleving ervan. Tegelijk, zo schrijft theoloog Christophe Herinckx, maakt het ons bewust dat wij in een cultuur leven “die door en door, en veel sterker dan wij beseffen, door het christendom is gevormd”
Bron: Thomas, godsdienstonderwijs.be