Op weg naar ... Compostella | Kerknet
Overslaan en naar de inhoud gaan

Recent bezocht

Bekijk je recent bezochte microsites, auteurs en thema's
kerknet
  • Hulp
  • Startpagina portaal
  • Mijn parochie
  • Aanmelden of registreren
Menu
  • Startpagina
  • Kerk
  • Vieringen
  • Shop
  • Zoeken
Pastorale Eenheid Maria Magdalena Zwevegem

Pastorale Eenheid Maria Magdalena Zwevegem

  • Startpagina
  • Contacten
  • Zoeken
  • Meer
    • Zoeken
    • NIEUWS
      Onze KalenderEerste communieHerabonnering Kerk&LevenData Communies 2025 tot 2030Vacature "Redactie Kerk&Leven"Schrijf je in op onze nieuwsbrief
      KENNIS MAKEN
      Wie?Wat?Waar?
      VIEREN
      EucharistievieringenMisdienaarsLectorenZangkoorDoopselEerste communieVormselHuwelijkUitvaart
      KERK&LEVEN
      Kerk&Leven: Informatie
      ZORGEN VOOR
      Ziekenpastoraal
      MAISON BERNADETTE
      Gratis 2dehandskledij voor mensen in nood.
      SAMEN BRENGEN
      Pastorale werkingenJeugd- en jongerenbewegingen
      EXTRA
      Mariakapelletjes in ZwevegemKerkelijke feesten & heiligen
Deel op Facebook
Deel op Twitter
Deel via e-mail
NIEUWS
Onze KalenderEerste communieHerabonnering Kerk&LevenData Communies 2025 tot 2030Vacature "Redactie Kerk&Leven"Schrijf je in op onze nieuwsbrief
KENNIS MAKEN
Wie?Wat?Waar?
VIEREN
EucharistievieringenMisdienaarsLectorenZangkoorDoopselEerste communieVormselHuwelijkUitvaart
KERK&LEVEN
Kerk&Leven: Informatie
ZORGEN VOOR
Ziekenpastoraal
MAISON BERNADETTE
Gratis 2dehandskledij voor mensen in nood.
SAMEN BRENGEN
Pastorale werkingenJeugd- en jongerenbewegingen
EXTRA
Mariakapelletjes in ZwevegemKerkelijke feesten & heiligen

Op weg naar ... Compostella

Laatste aanpassing op zondag 15 juni 2025 - 15:17
Afdrukken

Tom fiets ten voordele van ‘Ten Dries’ in Zwevegem. Tom wil de kinderen en de jongeren een extra duw in de rug geven door financiële middelen te verzamelen voor hun vrije tijd (hobby’s, jeugdbeweging,…), voor wanneer de Sint langs komt,…Momenteel staat de teller op 350€, maar er kan nog veel meer bijkomen!!! Overschrijven kan op rekeningnummer: BE31 7360 4776 1955, met als mededeling ‘Compostella’. Héél veel dank voor jullie milde steun!!!

Dag 4 (22 mei)

Dreux – Châteaudun

"Kastelen, kasseien en kuitenbijters: van Zonnekoning tot Chartresblauw"

Vandaag zetten we koers naar de westelijke route richting Compostella. Het belooft een vrij vlakke rit te worden — hoera voor onze kuiten — maar de streek is allesbehalve saai: slingerende weggetjes, charmante dorpjes, en uitzichtjes die rechtstreeks uit een reisbrochure lijken te komen.

Onze eerste halte is Maintenon, een absolute must-see voor Wim. Hier prijkt het imposante kasteel dat ooit toebehoorde aan Madame de Maintenon, de geliefde en geheime echtgenote van Zonnekoning Lodewijk XIV. Helaas krijgen we niet veel zicht op de beroemde tuinen — blijkbaar zijn die alleen voor wie een ticket én tijd heeft. Maar goed, de sfeer is er royaal genoeg.

Na een goeie 45 kilometer verschijnt Chartres aan de horizon — een stad die in zowat elke reisgids met gouden letters staat. We naderen via de schilderachtige benedenstad, een wirwar van oude straatjes, bruggetjes en huizen die verhalen lijken te fluisteren. Mooi? Absoluut. Comfortabel? Niet bepaald. Die kasseien zijn keihard voor onze banden én onze achterwerken.

En ja hoor, benedenstad betekent... klimmen! Met de tong op het stuur bereiken we puffend de bovenstad. Maar het is het waard: daar staat ze, de indrukwekkende Kathedraal van Chartres. Een gotisch meesterwerk dat zo’n beetje op elke top-tien-lijst van wereldwonderen prijkt. Binnen baadt alles in dat beroemde Chartresblauw — alsof het zonlicht hier een speciaal filter gekregen heeft.

Na een vlugge stempel in ons pelgrimspaspoort en een lunch met uitzicht laten we Chartres achter ons. Het landschap opent zich weer: uitgestrekte velden, hier en daar een slaperig dorpje. Sprookjesachtig mooi, maar zonder voorzieningen. C’est la France., maar eten of drinken scoren wordt een uitdaging. Frankrijk zoals het leeft en ademt.

Na zo’n 85 kilometer rollen we binnen in Bonneval — volgens de locals het “kleine Venetië van de Beauce”. Een knus stadje aan de Loir, met bruggetjes, waterpartijen en huizen die zichzelf bewonderen in het water. We maken een kort rondje, pikken de oude abdij mee (nu een ziekenhuis, maar nog steeds een plaatje), en zetten dan koers naar onze laatste halte van de dag: Châteaudun.

Daar wacht nog één laatste klim — want natuurlijk ligt ook dit kasteel strategisch bovenop een heuvel. Een echte blikvanger, deze stenen wachttoren boven de rivier. We maken een snelle stop, knippen nog een paar foto’s, en dan… tijd om de benen omhoog te leggen. Hotel, hier komen we!

Comp dag 4.jpg

In zo’n kader overnachten … niet mis hé?

In zo’n kader overnachten … niet mis hé?

 

Comp dag 4a.jpg

Naast kastelen bezoeken onze vrienden ook prachtige kerken.

Naast kastelen bezoeken onze vrienden ook prachtige kerken.

 

Comp dag 4b.jpg

En zo kom je op plaatsen waar je anders niet komt.

En zo kom je op plaatsen waar je anders niet komt.

 

"Wie Chartres wil zien, moet het eerst verdienen – vooral met zadelpijn en een klimmetje."

 

Dag 5 (23 mei)

Vandaag trappen we de dag op gang in het gezelschap van een oude bekende: de Loir. De rivier slingert vrolijk met ons mee — nu eens links, dan weer rechts, soms even uit beeld en dan ineens weer opduikend tussen de bomen. Een rustige, speelse start van de dag. Alsof de rivier ons zachtjes richting zuiden duwt.

Rond de middag rollen we Vendôme binnen, waar de indrukwekkende Abbaye de la Trinité ons opwacht. Ooit een machtige benedictijnenabdij, nu een prachtige plek om even stil te staan — én hopelijk een stempel te scoren voor ons pelgrimspaspoort. De hoge torens fluisteren zachtjes verhalen uit een ver verleden. Even luisteren… en dan weer verder.

We verlaten Vendôme via de oude stadspoort, de Porte Saint-Georges — de enige die nog overeind staat. Een beetje alsof we symbolisch een andere tijd achter ons laten. Daarna zetten we koers richting Tours, en krijgen we gezelschap van een nieuwe waterkameraad: de Loire. Geen gedresseerd riviertje, maar een échte wilde — zonder dammen, zonder bochtenwerk uit een tekentafel. Gewoon de Loire, zoals ze al eeuwen stroomt.

Tours zelf voelt meteen als een stad met een ziel. Eeuwenlang was dit een belangrijke plek voor pelgrims, vooral dankzij Sint-Maarten, die hier begraven ligt. Zijn oorspronkelijke kerk is grotendeels verdwenen, maar wat ervoor in de plaats kwam — een neobyzantijnse basiliek — ademt nog steeds sereniteit en grootsheid.

We brengen er een kort, maar ingetogen bezoek. Daarna verkennen we de stad per fiets: smalle steegjes, levendige pleintjes, oude gebouwen die je onderweg toefluisteren dat ze nog veel meer te vertellen hebben.

En dan komt het besef: vanaf morgen rijden we op de Via Turonensis, een van de vier officiële pelgrimsroute.

Comp dag 5.jpg

Op dag 5 van de fietstocht stellen we vast dat ze zeker en vast op de goede weg zijn!

Op dag 5 van de fietstocht stellen we vast dat ze zeker en vast op de goede weg zijn!

 

Comp dag 5a.jpg

Een eerste foto met Saint Jacques, maar ’t is nog niet de echte, hoor. Op naar Compostella!

Een eerste foto met Saint Jacques, maar ’t is nog niet de echte, hoor. Op naar Compostella!

 "We volgden de Loir, ontmoetten de Loire en verloren onderweg vooral het noorden."

 

Dag 6 (24 mei)

In Châtellerault houden we even halt. We steken de stad door via een oude spoorbrug en rijden langs de rustige oever van de Vienne. Daar staat een prachtige brug met twee robuuste torens te blinken. Wist je dat in een van die torens ooit het Edict van Nantes werd ondertekend? Iets verder duikt opnieuw Sint-Jacobus op, dit keer als standbeeld in volledige pelgrimsoutfit. We kunnen niet anders dan even stoppen — en een bezoekje brengen aan de Sint-Jacobskerk.

Wat later passeren we bij Vieux-Poitiers een mysterieuze ruïne die doet denken aan een wachttoren. In werkelijkheid zijn het resten van een Romeins amfitheater. Het is gek om te beseffen dat we fietsen op een pad dat ooit de hoofdweg van een Romeinse stad was.  Het nodigt Tim en Tom uit tot een duel, wie eindigt eerst.

Drie kilometer verder komen we bij een plek met grote historische betekenis: het slagveld van Poitiers, waar Karel Martel in 732 de Moren versloeg. In Spanje zullen we Jacobus later leren kennen als Santiago Matamoros, de Morendoder. Een naam die laat zien hoe sterk geloof, strijd en pelgrimage ooit verweven waren.

Een laatste stop in Dissay, bij een sprookjesachtig kasteeltje dat ooit het zomerverblijf was van de bisschop van Poitiers. En dan… is het zover. We naderen Poitiers, de stad van de honderd torens, gebouwd op een heuvel en boordevol charme.

Zoals het hoort, brengen we een bezoek aan de Sint-Hilairekerk — eeuwenlang een vaste halte voor pelgrims. Daarna trekken we nog even naar het oude paleis van de graven van Poitou, nu een gerechtsgebouw. Vooral de enorme middeleeuwse zaal met haar glas-in-loodramen en drie reusachtige haarden maakt indruk.

Maar eerlijk? Het enige waar wij nu nog aan denken… is het bed. En ja: dat wacht. Gelukkig maar.

 

Comp dag 6.jpg

Wat een passende straatnaam op de weg naar Compostella!

Wat een passende straatnaam op de weg naar Compostella!

Comp dag 6a.jpg

‘Elke reden is goed om even af te stappen’, schrijven onze vrienden. Op Gods weg mag dat zeker en vas

‘Elke reden is goed om even af te stappen’, schrijven onze vrienden. Op Gods weg mag dat zeker en vast!

 

"Elke boog, brug en basiliek is een goed excuus om even af te stappen."

 

Dag 7 (25 mei)

Tours – Angoulême

"Rustige rit, stevige finale – en wat een uitzicht!"

Bij het vertrek uit Poitiers slingeren we langzaam omhoog, weg uit het dal van de Clain. Voor ons strekt zich een golvend landschap uit — akkers, bossen en wijngaarden wisselen elkaar af in een soort rustgevend ritme. Het voelt een beetje alsof de dag zichzelf op gang wiegt.

Niet veel later duikt Nouaillé-Maupertuis op. Een dorpje recht uit een sprookjesboek, compleet met oude stadsmuren en een charmante poort. Aan de rand van het kabbelende riviertje staat een indrukwekkende abdijkerk. Je voelt gewoon dat dit plekje al eeuwen meegaat — rustig, bijna onverstoorbaar.

We trappen verder en komen aan in Charroux. Ooit een belangrijke plek in de middeleeuwen, vandaag vooral een heerlijk stadje om even door te dwalen. Onder het houten dak van de oude markthal is het aangenaam flaneren, en de overgebleven abdijtoren is echt imposant. Hier werd ooit de “Vrede van God” uitgeroepen — een poging van de kerk om bescherming te bieden in woelige tijden.

De rit voert ons dieper de Charente in, en de kilometers tikken rustig door. Tot slot: Angoulême! Maar die houdt zich niet zomaar gewonnen — de stad ligt op een hoogte, dus we krijgen nog een laatste klim cadeau. Ooit stonden hier stevige stadsmuren, nu zijn het brede boulevards met uitzichtpunten.

De oude binnenstad is charmant en vol kronkelende straatjes. De kathedraal Saint-Pierre steelt de show, maar eerlijk? Het uitzicht vanaf hier is de echte verrassing. Een weids panorama over het landschap dat we vandaag doorkruisten. De benen zijn moe, maar dit zicht… dat maakt álles goed.

 

Comp dag 7.jpg

Een kleine pauze om in alle rust te genieten van … en ondertussen ook even de GSM checken!

Een kleine pauze om in alle rust te genieten van … en ondertussen ook even de GSM checken!

 

Comp dag 7a.jpg

Niet alleen prachtige cultuur, maar ook natuur waar Tom en co doorheen fietsen.

Niet alleen prachtige cultuur, maar ook natuur waar Tom en co doorheen fietsen.

"Vandaag ontdekten we dat 'licht glooiend' fietsersjargon is voor 'je gaat kapot'."

 Dag 8 (26 mei)

Angoulême – Cadillac

"Bloed, zweet en Bordeaux"

Vandaag staat er een serieuze rit op het programma: 155 kilometer — de langste etappe van onze hele tocht. We tanken stevig bij aan het ontbijt (alles mag, vandaag is niets te veel), want de benen gaan het voelen. Zo vroeg mogelijk proberen we te vertrekken, al blijft het inpakken van de fietszakken elke ochtend opnieuw een opdracht in een escape room.

Toch kunnen we het niet laten om even van de route af te wijken voor een ommetje naar Villebois-Lavalette. Je ziet het al van ver liggen op z’n heuvel: een middeleeuws stadje met een verhaal. Pelgrims vonden hier ooit onderdak, en de sfeer ademt nog altijd die oude rust uit.

In Ronsenac houden we even halt bij een mysterieuze wensbron in het dorpscentrum. Eeuwenlang kwamen mensen hier voor een beetje hoop of genezing. En wie zijn wij om dat over te slaan? Even later fietsen we Aubeterre-sur-Dronne binnen, een pareltje van een dorp. We dalen af in de rotsen naar de indrukwekkende Eglise Monolithe Saint-Jean, een kerk volledig uitgehouwen in de rotswand. Twee verdiepingen, een zeshoekig mausoleum, en een sfeer die je even stil maakt. We laten weer een stempel achter in onze "credencial", en eentje in ons geheugen.

Vanaf Saint-Aulaye duiken we het Forêt de la Double in: een zee van groen met hier en daar een kasteel, een vijver, een oude boerderij. En dan, ineens: wijnranken! We fietsen langzaam de Bordeauxstreek binnen. De zon doet haar best, en wij ook.

Na zo’n 120 kilometer komen we aan in Saint-Émilion. Het stadje bruist van het leven en geurt lichtjes naar wijn (of is dat verbeelding?). We laveren door de charmante straatjes en zoeken de Eglise Monolithe de la Madeleine op, ook helemaal uit de rotsen gehouwen. Wat een plek.

Dan het laatste stuk: we steken de Dordogne over en glijden naar ons eindpunt van vandaag, Béguey, aan de oevers van de Garonne. De benen doen pijn, maar het uitzicht maakt veel goed. En morgen? Morgen rusten we!

"Een etappe als een fles wijn: zwaar, rijk en met een lange afdronk"

 

Comp dag 8.jpg

Ook wij zijn onder de indruk van deze foto! Een uitgehouwen kerk in de rots, amai zeg!

Ook wij zijn onder de indruk van deze foto! Een uitgehouwen kerk in de rots, amai zeg!

Comp dag 8b.jpg

Ruik jij ook al de Saint-Emilion?

Ruik jij ook al de Saint-Emilion?

 

Dag 10 (28 mei)

Cadillac – Tartas

"Alleen in het dennenwoud – pelgrims, pijn in de benen en een lasagne uit de magnetron"

Vandaag doorkruisen we de Landes – een uitgestrekt groen tapijt van eindeloze bossen en kaarsrechte wegen. Hier woont bijna niemand, en dat merk je: dorpjes zijn schaars, winkels nog schaarser, en de wind heeft vrij spel. Hij kan je vriend zijn… of een koppige tegenligger.

Wegen zijn hier geen overvloedige luxe, dus we blijven trouw aan de route. Zodra we een dorpje spotten, grijpen we onze kans om wat eten in te slaan – je weet nooit wanneer de volgende stop komt. In Illats passeren we het kruispunt waar pelgrims vroeger moesten beslissen: de Landes in, of eromheen?

In Retis maken we een korte tussenstop bij de kapel van Sint-Catherine. Een schattig kerkje met een groot houten portaal en een mini-muurtorentje. Binnen wacht een beeld van Sint-Jacob en schilderingen van pelgrims op de muur – een klein museum van geloof en verhalen. De sleutel? Die ligt bij Georgette, huisnummer 8. Tom offert zich op voor het avontuur.

De weg wordt stiller en stiller. Uren lijken te verglijden zonder dat we iemand tegenkomen. We wanen ons alleen op de wereld – met enkel het geruis van de bomen als gezelschap.

In Biganon ontdekken we, goed verborgen achter het groen, de oudste kerk van de streek: de 11de-eeuwse St-Pierre-ès-Liens, compleet met antieke muurschilderingen. Moustey verrast ons met twee kerkjes naast elkaar. De kleinste gaf vroeger onderdak aan pelgrims. Voor het kapelletje staat Sint-Jacob, met een steen aan zijn voeten. Vanaf hier is het nog 1.000 kilometer stappen naar Santiago – wij hebben nog 1.256 fietskilometers voor de boeg. Makkelijk!

Via een nieuw fietspad – vroeger een spoorlijn – rollen we richting Pissos. Omdat ons hotel in Tartas ligt in plaats van Dax, verlaten we noodgedwongen even de Via Turonensis. Wat volgt? Een eindeloos rechte weg van 40 kilometer. Saai, lang, rechtdoor… maar gelukkig is er de heerlijke geur van dennengroen om het wat draaglijker te maken.

En dan, eindelijk, Tartas. Een rustig dorpje zonder veel vertier. Restaurants? Gesloten. Dus het avondmaal komt uit de supermarkt – een opwarmmaaltijd die verrassend goed smaakt na zo’n dag op de trappers.

 

Comp dag 10.jpg

Nog 1000 km te gaan! Proficiat met de 1300 km die jullie al in de benen hebben!!!

Nog 1000 km te gaan! Proficiat met de 1300 km die jullie al in de benen hebben!!!

Comp dag 10a.jpg

Bossen, velden, eenzame wegen, … rust en stilte, … een echte pelgrimstocht voor onze drie fietsers.

Bossen, velden, eenzame wegen, … rust en stilte, … een echte pelgrimstocht voor onze drie fietsers.

 

“Vandaag fietsten we door een bos zo stil, zelfs Google Maps vroeg: ‘Ben je er nog?’”

 

Dag 11 (29 mei)

Tartas -Oloron-Ste Marie

"Op naar de pas: pelgrims, paden en een vleugje musketiers"

Pelgrims hebben twee keuzes om de Pyreneeën over te steken. De ene route gaat via Saint-Jean-Pied-de-Port, maar wij kiezen voor de andere kant: via Oloron-Sainte-Marie over de Col de Somport. Dat is trouwens de oudste pelgrimspas richting Jaca — een klassieker dus.

We proberen zo snel mogelijk terug op de Camino te komen en laten ons niet afschrikken door een stukje gravel. In Saint-Vincent-de-Paul passeren we langs het voormalige kamp Buglose, waar tijdens de Tweede Wereldoorlog honderden soldaten uit de Franse kolonies gevangen zaten. Wat er vandaag nog rest: een poort, wat fundamenten, en in de verte een nagebouwde barak. Sober, maar indrukwekkend.

Even verder duikt de enorme basiliek van Buglose op — geen doordeweeks kerkje. In het Berceau de Saint-Vincent-de-Paul ligt een groot kloostercomplex, gebouwd op de plek waar de heilige Vincent werd geboren. Een man die zich zijn hele leven inzette voor de armen. Indrukwekkend én inspirerend.

We steken de Aroud over en rollen Dax binnen: levendig, stijlvol en met een rijke geschiedenis als kuuroord. In de Middeleeuwen lagen hier verschillende hospitalen voor pelgrims — vandaag ligt het begin van Frans Baskenland voor onze wielen. De dennenbossen maken plaats voor weiden, loofbossen en een prachtig slingerend landschap. Een wereld van verschil.

Na een fijne afdaling komen we aan in Peyrehorade, een charmant stadje waar je al een vleugje Spanje voelt. We volgen de Gave-rivier tot in Sorde-l’Abbaye, waar de streek Béarn begint. Vlakbij ligt Athos, een piepklein gehucht aan een smal landweggetje. Dit is de streek van de drie musketiers. Wij voelen ons ook een beetje zo op onze stalen (oké, carbon) rossen.

Via Navarrenx — een prachtig vestingstadje op een hoge oever van de Gave — rijden we verder. Echt een pareltje. En dan bereiken we Oloron-Sainte-Marie, het officiële begin van de Aspedal. De stad bestaat uit drie delen, en het is er levendig. Logisch ook: dit is hét verzamelpunt voor iedereen die morgen de pas over wil.

 

Comp dag 11.jpg

: Tijd om even te zwemmen in dit prachtige decor is er niet. Er moet gefietst worden.

Tijd om even te zwemmen in dit prachtige decor is er niet. Er moet gefietst worden.

Comp dag 11a.jpg

Tom brengt meteen het woord in praktijk.

Tom brengt meteen het woord in praktijk.

Comp dag 11b.jpg

Maar … af en toe eens afstappen voor een foto met wie hen voorgingen, dat mag zeker.

Maar … af en toe eens afstappen voor een foto met wie hen voorgingen, dat mag zeker.

 

"De musketiers hadden zwaarden, wij hebben zadelpijn — maar één voor allen, allen naar de top!"

 

Dag 12 (30 mei)

Oloron-Ste Marie – Jaca

"In de voetsporen van eeuwen: over de Col du Somport naar het hart van Aragón"

Vandaag is het zover: de grote klim over de Pyreneeën staat op het programma. In totaal 56 kilometer bergop, en we voelen het meteen in de benen. Het begint met korte, pittige stukjes, maar na Estaut wordt het serieus. De laatste kilometers zijn ronduit steil. Hier telt maar één ding: goed doseren — adem in, benen rustig laten draaien, en niet té gretig naar de top willen.

De route over de Somport is geen onbekende. Dit is de oude Aragonroute, ooit de populairste pelgrimsweg — zelfs al in prehistorische tijden. De Katharen noemden haar de Sterrenbaan. Mooi toch?

In Sarrance wordt het dal smaller en krijgen we links en rechts indrukwekkende rotswanden te zien. Een totaal ander decor dan waar we onze tocht ooit begonnen. We houden even halt bij de kleurrijke dorpskerk, die hoort bij een oud Norbertijnenklooster. Klein, charmant en vol karakter.

Bij Borce slaan we even van de route af. Een stevige klim van een halve kilometer brengt ons naar dit middeleeuwse dorpje, waar de tijd lijkt stil te staan. Aan de rand staat een oude Sint-Jacobskapel en bij de fontein aan de kerk vullen we onze drinkflessen. Hier kwamen eeuwen geleden al pelgrims voorbij — wij voegen ons in dat rijtje.

En dan… de top! Na 56 kilometer staan we op de Col du Somport. Het landschap is totaal veranderd: kale rotsen, hier en daar een dennenbosje. Voor ons ligt Candanchú — daar dalen we straks naartoe.

De afdaling loopt gesmeerd, en voor we het weten staan we in Jaca. Ooit de hoofdstad van het koninkrijk Aragón, nu een gezellige stad met een indrukwekkende citadel en een mooie middeleeuwse brug. We rollen de stad binnen, klappen onze voeten uit de pedalen en richten onze blik op het belangrijkste van het moment: een zonnig terras.
De Spaanse taal… dat wordt wennen.

 

Comp dag 12.jpg

Hoog en droog, op 1640 meter, fietsen onze Compostella-vrienden.

Hoog en droog, op 1640 meter, fietsen onze Compostella-vrienden.

Comp dag 12a.jpg

Bij het afdalen moeten ze niet alleen fietsen, maar ook herder zijn voor een heleboel schapen!

Bij het afdalen moeten ze niet alleen fietsen, maar ook herder zijn voor een heleboel schapen!

 

"We zijn misschien geen heiligen, maar onze kuiten zijn wel al half zaligverklaard."

 

Dag 13 (31 mei)

Jaca – Sos del Rey Católico

"Berg op, berg af — en ineens slapen we in een sprookje"

Vandaag kiezen we voor de oude pelgrimsroute die ons een mooie lus door de bergen laat maken. De weg slingert zich langs de bergflanken, en we worden onderweg getrakteerd op indrukwekkende vergezichten en die heerlijke geur van dennenbossen. Hier en daar lijkt het alsof we door een ansichtkaart fietsen.

Na zo’n 29 kilometer doemt er op de bergtop een statig vierkant gebouw op in barokstijl: het Monasterio Nuevo. Mooi, maar we rijden er vlotjes voorbij — we hebben iets anders in het vizier. Nog geen kilometer verder ligt het oude klooster van San Juan de la Peña, verscholen onder een overhangende rots. Het is een magische plek, bijna sprookjesachtig. Het binnenplein met zijn sierlijke bogen laat ons even stil worden. Hier liggen ook de eerste koningen van Aragón begraven.

Na een korte stop (en een nog kortere overweging om hier te blijven hangen) kruipen we weer op de fiets. Of eerder: hijsen we ons terug in het zadel — want de benen protesteren. Tijd voor een lange afdaling! We duiken van 1.200 naar 400 meter, langs een prachtige vallei, de Río Aragón als onze gids en de bergen als decor.

Na 75 kilometer glinstert het opaalkleurige stuwmeer ons tegemoet. Bij de dam verlaten we even de officiële pelgrimsroute en gaan zuidwaarts, op zoek naar een slaapplaats — want in Sangüesa is alles volgeboekt.

De grindweg is stoffig, de zon brandt, en ja hoor… nog een helling. Waarom liggen al die dorpen toch altijd bovenaan een heuvel? Alsof het een test is voor onze wilskracht. Maar we zetten door, en uiteindelijk doemt daar Sos del Rey Católico op: een middeleeuws juweeltje, helemaal ommuurd en terecht uitgeroepen tot historisch erfgoed. Hier werd koning Ferdinand geboren, die samen met Isabella Spanje naar de geschiedenisboeken leidde.

Vanavond slapen we in stijl in het prachtige Parador-hotel. Eerst een douche, dan aan tafel. Die luxe? Dubbel en dik verdiend.

 

Comp dag 13.jpg

Een applaus voor andere fietspelgrims is meer dan op zijn plaats!

Een applaus voor andere fietspelgrims is meer dan op zijn plaats!

Comp dag 13a.jpg

De douche heeft deugd gedaan! Ze zien er weer goed uit om naar de ondergaande zon te kijken.

De douche heeft deugd gedaan! Ze zien er weer goed uit om naar de ondergaande zon te kijken.

“We zoeken geen kortste weg naar Santiago, maar de langste naar onszelf.”

 

Dag 14 (1 juni)

Sos del Rey Católico – Los Arcos

"Van Sos naar Los Arcos: een dag vol geschiedenis en gravel"

We belanden op een wel heel bijzonder stukje Camino: een grindpad leidt ons recht de kloof van Lumbier in. Het riviertje Irati kronkelt krachtig tussen de hoge rotswanden door, terwijl gieren boven ons hoofd cirkelen alsof ze nieuwsgierig toekijken. Plots duikt er een donker tunneltje op. Even is het écht donker, maar na een paar meter zien we weer licht aan het einde – letterlijk.

Het landschap opent zich opnieuw en al snel bereiken we, na een goeie 50 kilometer, een magisch plekje: de Ermita Santa Maria de Eunate. Deze achthoekige kapel, omringd door elegante bogen, lijkt bijna op te gaan in het zachte kleurenpalet van de omgeving. Hier ligt geschiedenis onder elke steen. Vele pelgrims vonden hier hun eindbestemming – Santiago hebben ze misschien niet gehaald, maar hun tocht leeft hier voort.

Wat verder in Obanos komen twee grote pelgrimsroutes samen: die van de Col de Somport (onze route!) en die van Roncevalles. Vanaf nu fietsen we op de beroemde Camino Francés.

In Puente la Reina rijden we over een indrukwekkend oud stenen boogbrug, al zo'n 900 jaar oud. Koningin Doña Major liet het bouwen om pelgrims droge voeten te geven – en dat doet het nog steeds. Even verder, bij de Rio Salado, volgen we een stukje originele pelgrimsweg. Een bordje wijst naar een middeleeuws brugje, waar pelgrims hun voeten wassen in het koele water. Drinken? Liever niet – het is zout.

We rollen rustig Estella binnen. Via een oude brug komen we in het sfeervolle centrum, met onder andere het oude paleis van de koningen van Navarra.

Maar dé verrassing van de dag wacht in Irache. Daar ligt een groot wijnhuis met achteraan een unieke pelgrimsfontein: eentje met water én... wijn. Gratis. Natuurlijk vullen we allebei onze flessen – de ene met gezond verstand, de andere met goeie moed. En de webcam? Die zorgt thuis vast voor een glimlach.

In Los Arcos sluiten we de dag af op het gezellige pleintje. Nog even nagenieten in de avondzon, voor we richting hotel trekken voor een broodnodige was, plas en... plof in bed.

 

Comp dag 14.jpg

Dank u koningin Doña Major om deze brug 900 jaar geleden te bouwen voor onze fietspelgrims!

 Dank u koningin Doña Major om deze brug 900 jaar geleden te bouwen voor onze fietspelgrims!

Comp dag 14a.jpg

Gratis wijn of water … en raad eens van welke kraan er hier gedronken wordt? Ja, ja … we hebben het gezien, hoor, deugnieten!

Gratis wijn of water … en raad eens van welke kraan er hier gedronken wordt? Ja, ja … we hebben het gezien, hoor, deugnieten!

 

"De weg is lang, het uitzicht wijd — en ergens onderweg vind je jezelf terug."

 

Dag 15 (2 juni)

Los Arcos – Santo Domingo de la Calzada

"Langs goud, graffiti en een kip in de kerk"

Na zo’n 30 kilometer trappen komen we aan in Logroño, de levendige hoofdstad van de Rioja. De stad bruist – we rijden langs statige oude gebouwen, maar ook opvallende street art die de muren een moderne twist geeft. Een leuke mix van oud en nieuw.

Zodra we Logroño achter ons laten, wordt het rustiger. De drukke wegen maken plaats voor landelijke paadjes, een afwisseling van asfalt en grind. Navarrete doemt op met zijn smalle straatjes die ons uiteindelijk naar de indrukwekkende kerk La Asunción leiden. We stappen af voor een kijkje binnenin – zoveel goud, je vraagt je af hoeveel er uit Latijns-Amerika hiernaartoe is gesleept…

Bij San Millán de la Cogolla besluiten we een kleine omweg te maken. Beneden in het dal ligt het klooster van Yuso, UNESCO-werelderfgoed. Een mix van gotiek en renaissance in een serene, groene omgeving. We zijn het er snel over eens: deze omweg was absoluut de moeite waard.

We eindigen de dag in Santo Domingo de la Calzada. Natuurlijk brengen we nog een bezoek aan de kathedraal – want ja, waar anders vind je een levende kip én haan in een kerk? Een gek verhaal, maar het hoort erbij. En daarna? Tijd voor rust, een douche… en wie weet een glaasje Rioja.

Comp dag 15.jpg

Naast alle kiekens zitten er ook echte kip en haan in de kathedraal van Santo Domingo de la Calzada! Dat stelden onze 3 vrienden vandaag zelf vast!

Naast alle kiekens zitten er ook echte kip en haan in de kathedraal van Santo Domingo de la Calzada! Dat stelden onze 3 vrienden vandaag zelf vast!

Comp dag 15a.jpg

Na zoveel kilometer fietsen blijven Tom, Tim en Wim sporten: een massa trappen om bij de klokken van de kathedraal te raken.

Na zoveel kilometer fietsen blijven Tom, Tim en Wim sporten: een massa trappen om bij de klokken van de kathedraal te raken.

 

"Soms is gravel alles wat je nodig hebt om weer even kind te zijn op twee wielen."

Dag 16 (3 juni)

Santo Domingo de la Calzada – Burgos

"Van wijnranken naar wijde verten"

Vandaag laten we de Rioja achter ons en fietsen Castilië en León binnen. Al snel voelt het alsof we alleen op de wereld zijn. Na het verlaten van Belorado volgen eindeloze, stille wegen, met hier en daar een huis of een dorpje. Heuvels, vlaktes, en eindeloos zicht – de stilte werkt bijna meditatief.

Onder onze wielen rolt vooral asfalt, maar halverwege krijgen we eindelijk weer een stuk gravel onder de banden. Eindelijk wat variatie – we worden er spontaan blij van. De regio hier is trouwens niet alleen uitgestrekt, maar ook historisch belangrijk: in de grotten van deze streek zijn resten gevonden van enkele van de oudste Europeanen.

We maken nog een korte stop bij het klooster Cartuja de Miraflores, verstopt in het groen, en zetten dan koers richting Burgos. Ooit de hoofdstad van het koninkrijk Castilië, en dat voel je: statige gebouwen, gezellige pleinen en natuurlijk de imposante kathedraal.

Ons hotel ligt er pal naast – wat een luxe! Met een beetje geluk hebben we straks een kamer met uitzicht op het plein. Wel even puffen om onze fietsen alle trappen op te krijgen… Wat sleuren we toch allemaal mee.

Morgen nemen we een dagje rust. Uitslapen, kleren wassen, op het gemak de stad verkennen… Hopelijk wordt er morgen toch niet te vroeg aan het klokkenzeel getrokken.  

 

Comp dag 16.jpg

Al 16 dagen op de fiets. Wat een prestatie! Proficiat, mannen!

Al 16 dagen op de fiets. Wat een prestatie! Proficiat, mannen!

 

Comp dag 16a.jpg

Tijd om vanavond en morgen, woensdag 4 juni, even te rusten! ’t Zal deugd doen. Ze zitten zich bij de ‘eeuwige pelgrim’, maar … waar zijn ze?

Tijd om vanavond en morgen, woensdag 4 juni, even te rusten! ’t Zal deugd doen. Ze zitten zich bij de ‘eeuwige pelgrim’, maar … waar zijn ze?

 

"Soms moet je even van de weg af om te vinden wat écht de moeite waard is — en dat is zelden een snelweg

 

Dag 18 (5 juni)

Burgos – Sahagún

"Meseta-magie en mijlpalen: op weg naar Sahagún"

De rustdag in Burgos heeft z’n werk gedaan: we stappen weer fris op de pedalen. De stad slaapt nog, de lucht is koel – ideaal vertrekweer. Al snel liggen de straten achter ons en rollen we de Meseta op: een eindeloze vlakte vol graanvelden, wind en stilte.

Sommigen noemen het saai, wij noemen het zen. Geen verkeer, geen drukte – alleen het ritme van je benen, het zoemen van de banden en het gezang van een veldleeuwerik hier en daar.

We passeren dorpjes met namen als Hontanas en Itero de la Vega – klein, stil, en vaak niet meer dan een kerk en een café. Maar voor pelgrims zijn het waardevolle oases van schaduw, water en verhalen. 

Bij het Canal de Castilla houden we even halt: indrukwekkende sluizen die ooit een groots project moesten worden, maar nooit zijn afgemaakt. Daarna trappen we verder naar Frómista, waar de romaanse kerk San Martín schittert in al z’n eenvoud. Prachtig!

Het wordt warmer, het asfalt rechtlijniger. Drinken, blijven eten, blijven draaien. Het landschap blijft gelijk – maar in je hoofd gebeurt van alles.

En dan: Sahagún. Halverwege de Camino Francés, letterlijk én gevoelsmatig. Moe, stoffig, maar voldaan rijden we het stadje binnen. Nog de helft te gaan – maar wat een weg ligt er al achter ons.

 

Comp dag 18.jpg

Compostella

De schelp wijst nog steeds de weg!  Goed zo!

Comp dag 18a.jpg

Compostella

Geen betere woorden bij deze foto dan die van Tom, Wim en Tim: "Zeventien kilometer niets: alleen wij, de zon en een goed gesprek met onze schaduw."

 

"Zeventien kilometer niets: alleen wij, de zon en een goed gesprek met onze schaduw."

 

Dag 19 (6 juni)

Sahagún – Léon

"Van stilte naar stad: de weg naar León"

Na een goede nachtrust in Sahagún stappen we weer op onze fietsen, klaar voor een nieuwe dag over de Meseta. De lucht is fris, de wind stil, en het landschap… nog altijd eindeloos. Goudgele velden zover je kunt kijken, een enkele boom aan de horizon, en een hemelsbrede stilte waarin alleen het zoemen van onze banden weerklinkt.

De eerste kilometers verlopen vlot. Geen grote hoogtes of dieptes vandaag, maar juist het rustige ritme van een pelgrimsdag op de vlakten. Halverwege trappen we het ommuurde stadje Mansilla de las Mulas binnen – een middeleeuwse verrassing met  dikke stadsmuren.  

En dan, na zo’n 55 kilometer, duikt León op – levendig, kleurrijk en vol middeleeuwse pracht. Een totaal ander decor dan vanochtend. We slingeren door het centrum, bewonderen de gotische kathedraal en genieten van de stadse bedrijvigheid.

Voor vannacht wacht een bijzondere plek: een hotel in een  klooster – de perfecte plek om ons lijf tot rust te laten komen, en onze geest nog even te laten dwalen.

Een dag vol contrasten: van stille leegte tot bruisende stad. Maar wat blijft, is het ritme van de Camino – stap voor stap, of in ons geval: trap na trap.

 

Comp dag 19.jpg

Compostella

Even halt houden onderweg om alles achter te laten. De stenen staan symbool voor de last die vele pelgrims meedroegen.

Comp dag 19a.jpg

Compostella

Onze leeuwen overnachten in de Spaanse stad Léon. Compostella komt stilaan dichterbij als je de kaart bekijkt.

 

"Van stilte naar stad, van leegte naar leven – maar altijd in hetzelfde ritme, trap voor trap."

 

Dag 21 (8 juni)

Ooievaars, Ridders en Rammelende Kuiten

Vandaag vertrekken we uit Léon, niet via de achterdeur maar via de statige pelgrimsbrug. De benen zijn goed, de lucht is fris, en het belooft een vlakke rit te worden... op die ene zware puist na in het midden.

Onze eerste stop is Villar de Mazarife, een charmant pelgrimsdorpje waar oude verhalen en moderne monumenten hand in hand gaan. De Sint-Jacobskerk hier is indrukwekkend — niet in de laatste plaats door de kolonie ooievaars die op het dak bivakkeert.

Dan, bij Hospital de Órbigo, steken we een prachtige Romeinse brug over. We wanen ons even in de middeleeuwen als we stuiten op het gedenkteken van ridder Don Suero, die vroeger iedereen hier tot een duel uitdaagde. Gelukkig spaart hij ons en mogen we op ons carbon ros zonder slag of stoot doorrijden.  En plots zitten we in een middeleeuwse feest.

In Astorga wacht ons een onverwacht cultureel hoogstandje: het bisschoppelijk paleis van Gaudí. Geen alledaagse stop tijdens een fietstocht.

Dan begint het echte klimwerk: de Montes de León in. De weg stijgt, het landschap wordt ruiger, maar ook spectaculair mooi. Bij Cruz de Ferro leggen we ons steentje neer, letterlijk — een klein gebaar met grote symboliek. Een moment van bezinning.

De afdaling brengt ons naar de vallei van El Bierzo. In de verte lonken al de bergen van O Cebreiro. Maar eerst dalen we verder af, langs kastanjebosjes, groene weiden en slingerende wijnranken. De stad Ponferrada duikt op, met z’n imposante Tempeliersburcht. Die bestormen we echter niet vandaag — de benen protesteren. We kiezen voor vrede in plaats van veldslag.

Uiteindelijk bereiken we Villafranca del Bierzo, waar we bij de Santiagokerk hopen op een shortcut naar vergiffenis via de Poort van Vergeving. Helaas, gesloten. Dan maar door naar Santiago voor het echte werk. Ons hotel ligt aan een gezellig pleintje waar fietsen, eten en ontspannen het enige verkeer vormen.

Op naar morgen! 

Comp dag 21.jpg

Compostella

Sint-Jacob, dit beeld stond op het gebedsprentje dat we uitdeelden bij het vertrek van Tom, Wim en Tim. De foto was genomen door Frederic Sablain die vorig jaar te voet naar Compostella trok. Tof dat onze fietsers ook deze foto maakten.

Comp dag 21a.jpg

Compostella

De benen wegen, maar onze pelgrimfietsers zien er nog altijd blij en welgezind uit! Volhouden, mannen!

 

"We vertrokken onder pelgrimsbogen en arriveerden bij kastelen van stilte, met elke pedaalslag een verhaal rijker. Soms was het de weg zelf die sprak — in stenen, wind en stilte. En als de benen zwegen, nam het landschap het woord."

 

Dag 22 (9 juni)

Villafranco del Bierzo – Palas de Rei

Van stevig ontbijt tot zware benen.

We wisten dat het vandaag menens was, dus deden we ons uitgebreid tegoed aan het ontbijt. Kwestie van de energievoorraad aan te vullen voor wat wel eens een mini-Pyreneeënrit kon worden.

Vanaf nu zijn twee stempels per dag verplicht, dus we vertrekken netjes via de brug, uitgezwaaid door Santiago Peregrino in steen. Al snel fietsen we door de kloof van de Río Valcarce, waar ooit Romeinen, ridders van Karel de Grote en Franse immigranten passeerden. Boven ons zoeven auto’s over het viaduct — wij kiezen de oude weg, die steil en stil omhoog kronkelt.

Na amper 20 kilometer komen we in Las Herrerías, en voelen we de eerste serieuze klim in de benen. Nog zo’n 600 meter stijgen naar de top van O Cebreiro… Misschien was dat extra croissantje toch niet zo’n goed idee.

Halverwege de klim verlaten we Castilië en Léon en rijden Galicië binnen. Hier is het groener, natter en... drukker. O Cebreiro is een levendig bergdorpje waar pelgrims zichzelf een pauze gunnen — en gelijk hebben ze.

Nog geen vijf minuten terug op de fiets, en daar is alweer een klim naar San Roque. Een pelgrimsbeeld trotseert daar de wind, wij proberen hetzelfde met de heuvels. Het uitzicht is schitterend, het parcours zwaar. Soms kruisen we de wandelroute, en wensen voetgangers en fietsers elkaar bemoedigend een "Buen Camino".

In Samos remmen we af voor een paar haarspeldbochten en een blik op een van de oudste kloosters van de route. Hier vinden veel pelgrims onderdak — wij rijden door.

Na al die rust in de bergen is de drukte van Sarria even wennen. Terug in de bewoonde wereld, wat voelt dat ineens vreemd. We steken de Río Miño over bij Portomarín en beginnen meteen weer aan een volgende klim. De benen zijn moe, het hoofd moet het overnemen.

Palas de Rei komt als een opluchting. Ons hotel ligt net buiten het stadje, en eerlijk? Vanavond nemen we gewoon een lift naar het restaurant. Dat hebben we wel verdiend.

 

Comp dag 22.jpg

Compostella

Voor de 22ste dag springen ze op de fiets en trappen maar.

Comp dag 22a.jpg

Compostella

Onze fietspelgrims naderen Compostella. De smile wordt alleen maar breder. Geweldig!

 

"Soms trappen de benen niet meer, en moet de wil het overnemen. Maar boven wacht altijd uitzicht — en beneden een bord eten."

 

Santiago de Compostella

Schelpen, stilte en schone sokken

Na wekenlang fietsen, zwoegen, zweten en soms ook stevig afzien, is het zover: we zijn in Santiago. En het voelt meteen anders. Geen druk om vroeg op te staan, geen klim op het programma – alleen maar... niets moeten. Heerlijk.

’s Ochtends worden we wakker van de klokken van de kathedraal, die letterlijk op een boogscheut van onze logeerplek ligt. Charmant geluid, al hadden we het om 7 uur ’s ochtends misschien net iets minder charmant gevonden. Maar goed, het herinnert ons er wel meteen aan waar we zijn.

Een extra pluspunt van de dag: Tom z’n pa is gisteren gearriveerd, en met hem een kleine schat – verse kledij. Geen koersbroek vandaag. Geen zweetshirt. Eindelijk gewoon eens in een fris T-shirt en een gewone broek de stad in. Wat een luxe.

De fietsen blijven lekker binnen. Vandaag gaan we te voet, op ons gemak, door de stad slenteren. Santiago ontvouwt zich als een levendig doolhof van steegjes, pleinen en verborgen hoekjes. Rond de middag schuiven we aan in de kathedraal voor de pelgrimsmis. Stilletjes hopen we op dat iconische moment met de Botafumeiro – het enorme wierookvat dat door de kerk zwaait – we hebben geluk.  Na de mis doen we wat elke pelgrim doet: het borstbeeld van de apostel omhelzen en intenties neerleggen bij zijn graf. Symbolisch, plechtig, en best wel een beetje ontroerend.

Daarna laten we de ernst weer los en duiken we de stad in. Een terrasje hier, een uitzicht daar, en uiteraard proeven we van de Vieiras – de beroemde Jacobsschelpen. Ze smaken extra goed, misschien omdat we ze verdiend hebben. De dag glijdt voorbij in een traag tempo. Geen haast, geen route, gewoon zijn waar we zijn.

En dat is misschien wel het mooiste cadeau na een lange tocht: de tijd voelen vertragen, en beseffen dat je er bent. Echt bent.

 

Comp dag 24.jpg

Compostella

Comp dag 24a.jpg

Compostella

Dag 25 (12 juni)

Fisterra

We zijn tot het uiterste gegaan (met de auto) De pelgrims van vroeger stopten niet in Santiago. Nee, die trokken dapper verder naar Iria Flavia, het legendarische Padron waar het schip met het lichaam van Sint Jacob zou zijn aangemeerd. Wij volgen dat pad ook – alleen nét iets comfortabeler: met de auto.

Ooit reikte de zee tot aan de brug van het stadje. Daar zou het mysterieuze schip zijn vastgelegd, met het onthoofde lichaam van de apostel aan boord. Als dat nog niet indrukwekkend genoeg is: hier stak Karel de Grote z’n lans in de grond om te zeggen “tot hier, en niet verder” – het rijk had z’n grens bereikt.

Maar wij gaan wel verder, naar wat ooit het einde van de wereld werd genoemd: Cabo Fisterra. De rit voert ons door een zacht glooiend landschap met drie heuvelruggen –bergen zijn we inmiddels gewoon, maar het uitzicht blijft telkens verrassen.

Fisterra zelf is een oud vissersdorp, vandaag vooral ingericht op toeristen en pelgrims. Wat een drukte – even schakelen na weken in de stilte van de natuur. We parkeren de auto en gaan te voet verder tot aan de vuurtoren.  Het laatste stukje hoort ook symbolisch écht te worden afgelegd.

De wind waait stevig aan de Cabo. We staan op het meest westelijke punt van Europa. In de prehistorie stond hier een zonnealtaar, waar mensen de zon letterlijk in de zee zagen verdwijnen – het einde van de wereld was een plek waar hemel, aarde en water elkaar raakten.

Hier eindigt ook de Sterrenweg, de voorloper van de Camino. En dan, op een verweerde steen, staat het: kilometerpaal 0,000. Einde verhaal. Of misschien net het begin van een nieuw.

 

Comp dag 25.jpg

Compostella

Comp dag 25: Meer dan 2.000 kilometer en in de benen en toch nog een bergje beklimmen! Fantastisch!

Comp dag 25a.jpg

Compostella

Fisterra, kilometerpaal nul … het is tijd om te genieten van het eindpunt, de zee, de mist …

 

"Het einde van de weg bleek eigenlijk best een mooi uitzichtpunt op nieuwe dromen"

 

Tom fiets ten voordele van ‘Ten Dries’ in Zwevegem. Tom wil de kinderen en de jongeren een extra duw in de rug geven door financiële middelen te verzamelen voor hun vrije tijd (hobby’s, jeugdbeweging,…), voor wanneer de Sint langs komt,…Momenteel staat de teller op 350€, maar er kan nog veel meer bijkomen!!! Overschrijven kan op rekeningnummer: BE31 7360 4776 1955, met als mededeling ‘Compostella’. Héél veel dank voor jullie milde steun!!!

 

Lees meer

Hoe ondersteun je dementerenden? © Freepik
Lees meer

Ethiek van euthanasie bij vergevorderde dementie

icon-icon-evenement
Een gedeelde missie voor alle gedoopten
readmore

Gebedsintentie paus oktober 2024: voor een gedeelde missie

icon-icon-inspiratie
De pijn van de slachtoffers van milieurampen
readmore

Gebedsintentie paus september 2024: voor de schreeuw van de aarde

icon-icon-inspiratie

Recent bezocht

Bekijk je recent bezochte microsites, auteurs en thema's
© 2025 Kerk en Media vzw
Vacatures
Contact
Voorwaarden
YouTube
Twitter
Facebook