10 september 2023 Open Monumentendag (deel 2) | Kerknet
Overslaan en naar de inhoud gaan

Recent bezocht

Bekijk je recent bezochte microsites, auteurs en thema's
kerknet
  • Hulp
  • Startpagina portaal
  • Mijn parochie
  • Aanmelden of registreren
Menu
  • Startpagina
  • Kerk
  • Vieringen
  • Shop
  • Zoeken
PE Sint-Andreas Middelkerke

PE Sint-Andreas Middelkerke

  • Startpagina
  • Contacten
  • Zoeken
  • Meer
    • Zoeken
    • Pastoraal Team SINT-ANDREAS Missie en visie Parochies in de pastorale eenheid Doopaanvraag Officiële Documenten Gezinsvieringen Erfgoed Digitale nieuwsbrief Weekendvieringen

10 september 2023 Open Monumentendag (deel 2)

icon-icon-artikel
Gepubliceerd op woensdag 6 september 2023 - 11:49
Afdrukken
Straffe verhalen over de tempeliers van Slijpe.

Open Monumentendag

Op zondag 10 september gaan twee activiteiten van Open Monumentendag door in onze kerken. Het vertelcollectief Mandragora zal je weten te boeien met oude volksverhalen en legendes. In de Sint-Willibrorduskerk van Middelkerke hoor je het verhaal over het ‘Miraculeus Kruis’. In de H. Willemkerk van Wilskerke mag je meeluisteren naar de straffe verhalen van grafdelver en klokkenluider Pieter ‘Pitto’ Volbrecht: over de schat van de tempeliers bijvoorbeeld. Hier krijg je al een voorsmaakje.

Wie zijn de tempeliers?

Op 15 juli 1099 veroverden de kruisvaarders Jeruzalem en stichtten in de regio vier christenstaten: Antiochië, Tripoli, Edessa en het koninkrijk Jeruzalem. Dit uitgestrekte gebied moest militair verdedigd worden en de talrijke pelgrims in het Heilig Land moesten beschermd worden. Om zich van deze taken te kwijten werd in 1120 de Orde van de Tempeliers gesticht door Hugues de Payns, een ridder uit de Champagnestreek, en door de Vlaamse ridder Godfried van Sint-Omaars. Hun hoofdkwartier was gevestigd op de Tempelberg in Jeruzalem, waar ooit de tempel van Salomon zou gestaan hebben: vandaar hun naam tempelheren of tempeliers. In 1129 werd de orde op het concilie van Troyes door de paus erkend.
De Orde van de Tempeliers was een totaal nieuwe orde die het midden hield tussen een traditionele kloosterorde en een ridderorde. Als monniken legden ze de kloostergeloften af van armoede, kuisheid en gehoorzaamheid; als militairen beloofden ze om het H. Graf in Jeruzalem te verdedigen, de vijanden van Christus te bekampen en in naam van God te strijden voor het ware geloof. 

De tempeliers in Middelkerke

Het bestuur van de christenstaten, de kruistochten en de militaire operaties in het H. Land kosten handenvol geld. De orde ontving grond, geld en goederen van de paus, Europese vorsten en aristocraten. Ze bouwden burchten en kastelen in het Midden-Oosten en Europa, en werden zo een machtige en rijke organisatie. Ook bij ons hadden ze een netwerk van huizen, boerderijen en commanderijen. De commanderij Het Groot Tempelhof in Slijpe had de omvang en de uitstaling van een klein klooster met een monumentale toegangspoort, een hoofdhuis, een kapel, gastenverblijf, scriptorium en grote graanschuren; het was één van de belangrijkste centra van de tempeliers in het graafschap Vlaanderen. De plaatselijke bevolking had vaak geen goed woord over voor hun rijke bazen, voor wie ze hard moesten werken en aan wie ze veel belastingen moesten betalen. Wie waren die tempeliers eigenlijk in de ogen van de gewone mens? Wat spookten ze daar allemaal uit achter die hoge kloostermuren? De wildste verhalen deden de ronde!

Er wordt verteld …
                                                                                                   
‘De tempeliers hebben vroeger nog op ‘ Tempelhof gezeten, toe (= te) Slijpe, en op de Koude Schure en de Rattevalle. ’t Liepen daar al onderaardse gangen. Die tempeliers dat waren eigentlijk jezuïeten die under (= zich) in Frankrijk gevormd hebben, in Montmartre en ’t waren allemale rieftje raftje deugnieten, ze waren met dertienen en ’t was daar een oude generaal bij met één oge, en elk moste (= moest) naar a (= een) land, België, Frankrijk, Spanje, Duitsland en ze verkondigden daar under (= hun) gelove. En azo zijn ze ook hier gekomen.’ (Viktor Kint, brigadier bij de tram, Stene)

‘De tempeliers, dat waren slechte geestelijke. Op Slijpe hebben d’r vele gezeten. Dat waren geen geheel kristelijke, ze moeten vele kwaad hebben gedaan, ’t waren stijve (= erge) geldzuchtige.’ (August Dierickx, landbouwer, Snaaskerke)

Onderaardse gangen 

‘’t Tempelhof hier toe (= te) Slijpe dat is nog van ter tijde van de Tempeliers, dat waren gelijk een soorte van paters. ’t Was daar vroeger een grote ingangspoorte met etwa d’r boven geschreven. De muren dat was 1 meter dikke en ’t waren daar vroeger nog autaars in, ‘k heb dat nog gehoord van oude mensen die dat gezien hebben. Waar dat de kapelle was, dat is nu stallinge geworden. En d’ oude vertelden ook dat er daar een onderaardse gang liep van daar naar Nieuwpoort en ze reden daar met peerden deure. Maar dat staat nu onder water.’ (August Yperman, smid en fietsenmaker, Slijpe)

‘Van ’t Tempelhof hé, dien ingang van dien onderaardse gang dat was onder ’t 
peerdstalbedde, de koetse hé gelijk of dat me zeggen. Z’hadden daar twee schuren en twee wagenkoten, vroeger ewel. ’t Was onder de kleinste schure, onder die koetse hé van de kleinste schure, ’t was daar een hol in de muur en een pit vol water en dat was den ingang van die gang. En ’t was daar ton op dat hof nog een klein grachtje, en op ’t ende daarvan in een wei ’t lag daar een grote steen en langsdaar kost je d’r ook in, vroeger hé (Achiel Lust, 63 j. Mannekensvere )

‘Van ’t Tempelhof ’t liep daar vroeger een onderaardse gang naar Nieuwpoort, naar de Duivelstorre. Dat was van de Tempeliers. Dat moet gelijk een soort geestelijken geweest hebben. En een keer op een nacht zijn ze daar allemale versmoord (= verdronken) as ze in die gangen waren. ’t Waren algelijk geen geheel goeie geestelijken: Bij dage geestelijk, bij nachte beestelijk.’ (Kamiel T’ Jonck, 61 j. Leffinge)

‘Vroeg zeiden de mensen, m’n moeder heeft dat nog verteld, dat de tempeliers met een koppel paarden en een vlammende wagen door die onderaardse gang van ’t Tempelhof Slijpe naar de Duivelstorre reden. Mijn moeder ging niet op ’t Tempelhof gaan wè, ze was toch zo benauwd dat ’t were ging verkeren (= spoken).’ (Desirée Opstaele, landbouwer, Leffinge)

Toen de orde in 1312 alweer werd afgeschaft

‘Ze mochten ton geen messe doen hé, en die geestelijken wareerden (= doolden) in dien gang zonder dat ze gezien waren. Binst dat ze messe deden stond er altijd één op wacht. En ze zijn ton algelijk (= toch) weggejagen geweest. Dat was in de tijd van de kerkvervolgingen. En de tempeliers moesten ton altijd de tienste schove hebben van den oogst. Kwensie (= wie weet) van wanneer dat dat al is dat ze verjagen zijn die tempeliers. Dat waren stijve goeie geestelijken zeien ze. Z’hebben de mensen altijd geholpen als ’t vervolgingen was.’ (August Vanmassenhove, landbouwer, Snaaskerke)

De schat van de tempeliers

Bij de oprichting van de orde in 1120 werden de tempeliers ‘de arme soldaten van Christus’ genoemd. Maar in 200 jaar tijd hadden ze een enorm vermogen vergaard! Toen de orde werd afgeschaft, ging iedereen op zoek naar de schat(ten) van de tempeliers! 

‘’t Zijn d’r die zeggen datter hier (= in Wilskerke) nog een schat begraven ligt op us kerkhof van ten tijde van de tempeliers. Me (= we) zijn al dikwijls van plan geweest van te delven, want ik weten de plekke. As ik een keer een graf aan ’t graven waren, ‘k kwamen in ene keer tegen een metalen plate, geen ijzer, want dat zou geroest zijn, ’t was gelijk staal, en m’hebben dat graf d’erop gezet, maar me (=we) gaan toch een keere were graven, wie weet wat datter daar niet in zit.’ (Pieter Volbrecht, grafdelver en klokkenluider, Wilskerke)

‘’t Is daar vroeger toe Slijpe een boer geweest die hem rijke gevonden heeft aan schatten van de tempeliers in ’t Tempelhof. Ze zeggen datten (= dat hij) daar twaalf gouden apostels gevonden heeft. Zuiver goud hé.’ (Pieter Volbrecht)

In 2009 was de schat van de tempeliers de inzet van het vrt-programma Mercator. Half Vlaanderen keek 3 maanden lang hoe de deelnemers Europa afreisden op een historische driemaster om uiteindelijk aan te komen in … de Sint-Niklaaskerk van Slijpe. Het kon haast niet anders of daar moest de schat liggen van de tempeliers. De commandeurs van het Groot Tempelhof hadden immers van 1137 tot 1312 het patronaatsrecht over de kerk en de parochie. Twaalf apostelbeelden ter waarde van 25.000 € stonden te schitteren op de communiebank. Maar ze waren niet van zuiver goud (zoals Piter Volbrecht wist), maar ‘slechts’ verguld! Er zit dus niets anders op dan verder te zoeken naar de schat van de tempeliers … tot het mysterie is opgelost! 

Jo Broucke

De verhalen werden in 1958 opgetekend door Jenny Aspeslagh (licentiaatsverhandeling) en zijn terug te vinden op www.volksverhalenbank.be en in het heemkundig tijdschrift Graningate jaargang 10 n° 37
 

Tempeliers te paard-muurschildering - A. Brys - kerk Slijpe © JVD
Het Groot Tempelhof - glasraam A. Brys - kerk Slijpe © JVD
Vorige Volgende

Gepubliceerd door

PE Sint-Andreas Middelkerke

Meer

Artikel

Deel dit artikel

Deel op Facebook
Deel op Twitter
Deel via e-mail

Lees meer

Hoe ondersteun je dementerenden? © Freepik
Lees meer

Ethiek van euthanasie bij vergevorderde dementie

icon-icon-evenement
Een gedeelde missie voor alle gedoopten
readmore

Gebedsintentie paus oktober 2024: voor een gedeelde missie

icon-icon-inspiratie
De pijn van de slachtoffers van milieurampen
readmore

Gebedsintentie paus september 2024: voor de schreeuw van de aarde

icon-icon-inspiratie

Recent bezocht

Bekijk je recent bezochte microsites, auteurs en thema's
© 2025 Kerk en Media vzw
Vacatures
Contact
Voorwaarden
YouTube
Twitter
Facebook