Liturgische wandelpaden doorheen het Bijbelse landschap op zondag | Kerknet
Overslaan en naar de inhoud gaan

Recent bezocht

Bekijk je recent bezochte microsites, auteurs en thema's
kerknet
  • Hulp
  • Startpagina portaal
  • Mijn parochie
  • Aanmelden of registreren
Menu
  • Startpagina
  • Kerk
  • Vieringen
  • Shop
  • Zoeken
Interdiocesane Commissie voor Liturgie

Interdiocesane Commissie voor Liturgie

  • Startpagina
  • Contacten
  • Zoeken
  • Meer
    • Zoeken
    • Over de ICL Liturgische kalender Liturgische catechese Liturgische zang en muziek
      De eucharistie zingenLiedsuggesties Zingt JubilateAntwoordpsalmen voor de zondagsliturgie
      Aanvullingen missaal en getijdenboek Bijzondere vieringen Uitgaven van de ICL Liturgische suggesties Documenten Bisschoppenconferentie Nuttige links
Deel op Facebook
Deel op Twitter
Deel via e-mail
Over de ICL Liturgische kalender Liturgische catechese Liturgische zang en muziek
De eucharistie zingenLiedsuggesties Zingt JubilateAntwoordpsalmen voor de zondagsliturgie
Aanvullingen missaal en getijdenboek Bijzondere vieringen Uitgaven van de ICL Liturgische suggesties Documenten Bisschoppenconferentie Nuttige links

Liturgische wandelpaden doorheen het Bijbelse landschap op zondag

Laatste aanpassing op woensdag 21 februari 2024 - 12:52
Afdrukken
Pater Peter D’Haese (1933-2024) verkent het Bijbels landschap van de liturgie en stelt het Bijbelse menu op zondag voor.

We weten het allemaal: wie naar de liturgie gaat, hoort de Bijbel voorlezen. Bijbel en liturgie horen bij elkaar. Maar misschien wordt het moeilijker als we de vraag stellen wat nu precies op een bepaalde zondag wordt voorgelezen. Laat men het grote boek van de Schriften zomaar lukraak openvallen? Of is het de pastor of predikant die naar eigen inzicht bepaalt welke passage op deze of die dag aan de beurt komt? Wij willen dat in deze bijdrage even nagaan maar vooraf keren wij terug naar ons uitgangspunt: Bijbel en liturgie horen samen. Wat zijn de dieperliggende redenen van deze samenhorigheid?
 

1. Bijbel en liturgie: een wondere wisselwerking

De Bijbel kan nergens beter gelezen en verklaard, beluisterd, bezongen en overwogen worden dan in de liturgie. De ruimte van de eredienst is zijn meest natuurlijke milieu. De verzamelde geschriften die voor ons vandaag ’de Bijbel’ uitmaken, zijn in en vanuit de eredienst ontstaan. De Bijbel is uit de liturgie geboren. Zovele gebeurtenissen zouden al lang de 'fait divers’ zijn geworden van een vergeten geschiedenis, indien het volk die geschiedenis niet had beleefd als een gebeuren waar God zelf heel opvallend de hand in heeft gehad, een geschiedenis die op elke bladzijde de openbaring was van Gods liefdevolle zorg. Precies om die reden werden deze gebeurtenissen altijd opnieuw in de cultische bijeenkomsten herdacht en doorverteld. Veel is misschien verloren gegaan maar wat bewaard is gebleven, dankt dit allereerst aan zijn liturgisch gebruik. Zonder die verhalen was er geen liturgie denkbaar, evenmin als vandaag voor ons een eucharistieviering denkbaar zou zijn zonder het instellingsverhaal. De Bijbel is vanaf zijn oorsprong een voorleesboek, bestemd voor de eredienst. Binnen de liturgie ontving de Bijbel zijn eigenlijke gestalte. Dat geldt voor het Oude Testament maar wanneer later de zogenaamde canon van nieuwtestamentische geschriften wordt vastgelegd, is ook dan een uiterst voornaam criterium voor de opname van bepaalde geschriften hun al dan niet gebruik in de liturgie.

Toch is deze redenering ook omkeerbaar. Men kan inderdaad evenzeer beweren dat de liturgie uit de Bijbel is ontstaan. De Bijbel werd de fundamentele inspiratiebron van heel de liturgie, van haar gezangen, gebeden en symbolen. De liturgie bidt met de Bijbel want allereerst is het Bijbels psalmboek zelf de grondstof van alle liturgisch bidden. Het psalterium is als een liturgische vrucht van de Bijbel; het is een liederenschat die ontstaan is in een milieu dat zich de Bijbel helemaal eigen heeft gemaakt. Psalmen zijn maar te bidden door iemand die de Bijbel in alle richtingen heeft doorkruist. Maar ook de ontelbare andere gebeden en gezangen vinden meestal in de Bijbel hun vruchtbare humus. In vele gevallen is zelfs het huis van de gelovige gemeenschap voor de eredienst samenkomt, een echte Bijbelse illustratie geworden.
 

2. De eigen tonaliteit van de Bijbel in de liturgie

Niet alleen is de Bijbel in de liturgie ontstaan en bestaat hij ook verder dankzij de liturgie. Men kan zeggen dat slechts binnen de ruimte van de liturgie de eigenlijke en diepste inhoud van de Bijbel aan het licht komt. De Bijbel is de schriftelijke neerslag van de heilsgeschiedenis. Maar de liturgie getuigt dat dit geen voorbije geschiedenis is. Hier komt aan het licht dat het heilshandelen van God niet beperkt is gebleven in tijd en ruimte maar een universele betekenis heeft. In de liturgie voorgedragen krijgt de heilige Schrift een heel nieuwe betekenis. Het schriftwoord overstijgt zijn historisch kader en wordt de blijde boodschap voor ons, vandaag. De Bijbel wordt in de liturgie het boek voor de kerk. De historische betekenis van een tekst wordt daarom niet minder belangrijk maar het zwaartepunt ligt nu elders. Het woord krijgt hier een heel nieuwe klank. Het is zoals een beroemd muzikaal meesterwerk dat men eerst via een kleine transistor beluistert en vervolgens met een feilloze stereo-installatie. De Schrift krijgt binnen de liturgische ruimte een heel nieuwe bestaanswijze. De Bijbel functioneert er niet allereerst als een historische tekst of als een moraliserende boodschap maar als het getuigenis van Gods grote daden. De Bijbel wordt in de liturgie gebed en lofprijzing, verkondiging van Gods wonderdaden. De Bijbel spreekt van het verleden maar ook van vandaag. Nu eens bevestigt de liturgie het onomwonden: 'Uw wonderwerken van weleer, God, duren voort in deze tijd’; de andere keer formuleert zij het als smeekgebed: ’Doe nu aan ons geschieden, God, wat eens gebeurde in een ver verleden. Toen hebt Gij dat éne volk door het water van de Rode Zee geleid; nu voert Gij alle volken uit de verdrukking naar het heil door het water van de doop’ (uit de liturgie van de Paaswake).
 

3. Vanwaar komen wij?

De hervorming en uitbreiding van de dienst van het woord behoren tot een van de grote mijlpalen van de liturgische vernieuwing. Het was de wens van de concilievaders de tafel van Gods woord wat overvloediger te maken. Dat heeft men allereerst voor de zondagsliturgie willen realiseren.

Tot het einde van de zestiger jaren was het zo dat een getrouwe zondagse kerkganger toch maar met een vrij klein onderdeel van de heilige Schrift in contact kwam. In de zondagse liturgie waren in die tijd slechts twee lezingen voorzien die bovendien elk jaar op dezelfde wijze terugkwamen. Het Oude Testament, dat ook in de weekdagliturgie maar zeer sporadisch een plaats kreeg, bleef op zondag een gesloten boek. Kortom, het Bijbelse aanbod was vrij arm en bovendien ook vrij gebrekkig. In de vergelijking met de zusterkerken uit de Reformatie had de katholieke liturgie een grote achterstand op te halen.

Vijfentwintig jaar na de programmatie van de liturgische vernieuwing mogen wij met een dankbaar hart zeggen dat die achterstand ruimschoots is ingelopen en dat sommige protestantse kerken onze Bijbelse leesroosters nu hebben overgenomen.
 

4. Het Bijbelse menu op zondag

De tafel van Gods woord is dus nu overvloediger. Hoe steekt dat in elkaar?

Om tot een veel ruimere bloemlezing te komen, heeft men de Bijbellezingen over drie jaren gespreid. Men spreekt daarom van drie verschillende lezingencycli, aangeduid met de letters A, B en C. De zogenaamde C-cyclus komt aan de beurt in de jaartallen die deelbaar zijn door 3 en in de voorafgaande adventstijd. De andere cycli (A en B) in de twee daaraan voorafgaande en volgende jaren. Behoudens enkele uitzonderingen voor hoogdagen, hoort men eenzelfde Bijbellezing slechts om de drie jaren. Waarom precies dit ritme van drie jaren? Zo kwam men tot een ruimere spreiding zonder het pedagogisch principe van een zekere herhaalbaarheid prijs te geven. Wie ooit wil thuis geraken in een landschap, zal er niet voor terugschrikken meerdere malen dezelfde wandeling te hernemen. Dat is ook zo voor het beluisteren van het Bijbelwoord. De liturgie moet ons niet altijd nieuwe dingen voorschotelen maar ons tot een zekere vertrouwdheid brengen met de Bijbel.

Naast het principe van de driejaarlijkse spreiding, was er nog een tweede uitgangs punt. Men is bij de liturgische vernieuwing ook teruggekomen tot de aloude christelijke traditie om in de woorddienst eerst te lezen uit het Oude Testament, vervolgens uit de Apostelbrieven en tenslotte uit de Evangelies. Het principe van de drievoudige lezing beoogt telkens een vergezicht te ontvouwen op het gehele Bijbelse landschap.

In deze bijdrage beperken wij onze verkenning tot de gewone zondagen of ook genoemd de tijd door het jaar.
 

5. De evangelies: de terugblik op Jezus

De evangelies van Matteüs, Marcus en Lucas liggen over de drie respectieve jaren gespreid. Zo krijgt men in drie opeenvolgende jaren een boeiende wandeltocht doorheen deze drie evangelies. Elk van deze evangelies heeft zijn eigen karakteristieken. Het Matteüsverhaal is gekenmerkt door de grote prediking van Jezus (bergrede, parabelrede, zendingsrede, kerkrede, eindtijdsrede). Marcus vertolkt een heel eigen visie op de persoon van Jezus in schril contrast met de Hem vijandige machten. Het evangelie van Lucas met zijn bijzondere aandacht voor de armen en kleinen, voor de zondaars en de uitgestotenen, wordt wel eens vergeleken met een galerij van schilderwerken. Zovele van zijn verhalen zijn prachtige en kleurrijke tekeningen. Men denke maar aan de Barmhartige Samaritaan, aan de Verloren Zoon, aan Lazarus en de rijke vrek, aan Emmaüs en zoveel meer.

leder jaar is een van deze evangelisten gedurende bijna tweeëndertig zondagen onze betrouwbare en deskundige gids op onze ontdekkingstocht doorheen de Bijbel.
Slechts heel uitzonderlijk komt ook de vierde evangelist - Johannes - aan het woord. Dat is maar één keer bij het begin van de tijd door het jaar (de 2e zondag) maar in de B-cyclus bovendien ook aan het einde (de 34e zondag) en ergens middenin waar men een grote plaats heeft ingeruimd voor de zogenaamde Broodrede uit het zesde hoofdstuk van Johannes (de 17e tot de 21e zondag). Voor het overige zal deze evangelist wel veel uitvoeriger aan het woord komen in de andere liturgische tijden.
 

6. De apostellezing: de verkondiging

Een tweede Bijbels spoor dat door de zondagsliturgie loopt is de ruime bloemlezing uit al de brieven van Paulus, alsook uit de Hebreeënbrief en de Jakobusbrief. Het gaat meestal om korte uittreksels die op een overtuigende wijze de prediking van de gekruisigde en verrezen Heer samenvatten en (of) de gelovige houding schetsen die daaraan moet beantwoorden bij allen die in Jezus’ voetstappen willen gaan.

Opvallend hoe deze keuze uit de apostel- brieven in de novembermaand ook rekening houdt met de algemene tonaliteit van de liturgie: de eindigheid en vergankelijkheid van alles en de vervulling van Gods belofte.
 

7. Grasduinen in Wet en Profeten

Tenslotte of liever aan het begin van de woorddienst is er het Oude Testament, ook genoemd ’Wet en Profeten’. Hier heeft de liturgie zich beperkt tot een bloemlezing van verhalen en andere fragmenten die telkens en op een soms erg verrassende wijze een eigen licht werpen op het evangelie van dezelfde zondag. Zo vormen de eerste lezing en het evangelie telkens een tweespan en is elke zondagsliturgie een eigen illustratie van het feit dat Jezus is gekomen om ’Wet en Profeten’ tot vervulling te brengen (vgl. Mt. 5,17). Of zoals de verrezen Heer het zelf zegt aan de leerlingen: 'Alles wat over Mij geschreven staat in de Wet van Mozes, in de profeten en psalmen moet vervuld worden’ (Lc. 24,44).
 

Tot besluit

Iedere zondagsliturgie voert ons aldus langs drie centrale toegangspoorten binnen in de Bijbel. Wie zondag na zondag zijn gelovig oor te luisteren legt naar wat uit de Schriften verkondigd wordt en deze woorden overweegt, bezingt en biddend herspreekt, zal na verloop van tijd wel thuis geraken in het Bijbelse landschap en telkens blij verwonderd zijn om de ontdekking van nieuwe vergezichten. Meer nog: de wegwijzers die de liturgie langs al die Bijbelse wegen aanbrengt, zullen hem of haar ook de weg wijzen naar het uiteindelijke doel van onze christelijke pelgrimstocht.

 

Peter D’Haese
Uit Zacheüs. Wegwijs in de liturgie (1988)

Lees meer

Genezing van iemand die niet kan horen en spreken © Roel Ottow
readmore

Mosterdzaadjes ~ Jezus helpt iemand die niet kan horen

icon-icon-artikel
Aren plukken © Roel Ottow
readmore

Mosterdzaadjes ~ Een mens wordt niet slecht door wat hij eet

icon-icon-artikel
De Geest die levend maakt © Roel Ottow
readmore

Mosterdzaadjes ~ De vrienden blijven bij Jezus

icon-icon-artikel

Recent bezocht

Bekijk je recent bezochte microsites, auteurs en thema's
© 2025 Kerk en Media vzw
Vacatures
Contact
Voorwaarden
YouTube
Twitter
Facebook