Met Jezus op de berg
Er is reeds veel gebeurd sinds de leerlingen Jezus gevolgd zijn. Ze hoorden zijn boeiend onderricht en zagen zijn machtige daden.
Ze maakten ook veel zware discussies mee met de religieuze leiders en moesten vaststellen dat de tegenstand tegen Jezus groeide.
Jezus had hun ook gezegd dat Hij zou moeten lijden en het viel hun heel zwaar dat te horen, Petrus kon het echt niet aanvaarden.
Eigenlijk hebben ze nu nood aan een bevestiging dat ze met Jezus op de goede weg zijn.
Dat gebeurt op een berg.
Het is zes dagen na de lijdensvoorspelling en de discussie die daarop volgde.
Jezus neemt Petrus, Jakobus en Johannes met zich mee op een hoge berg. Deze drie zijn door Jezus al vaker meegenomen om een belangrijk gebeuren van dichterbij mee te maken, zoals bij de opwekking van de dochter van Jaïrus, maar ze brachten het er niet altijd goed vanaf, zoals bij de doodstrijd van Jezus in de Olijfhof.
Nu hebben ze een buitengewone ervaring op een hoge berg, waar ze met Jezus geheel alleen zijn.
Bergen zijn goede plaatsen voor een godsontmoeting, zoals ook Mozes mocht ervaren, in de hoogte voel je je dichter bij God.
Op die berg gebeurt iets heel bijzonders met Jezus, Hij wordt voor de ogen van zijn leerlingen van gedaante veranderd.
Dat is een onbeschrijfbaar gebeuren dat de evangelist met deze woorden weergeeft: ‘zijn kleren werden glanzend en zo wit als geen volder ter wereld maken kan’.
Zo kunnen we ons toch iets voorstellen, het is allemaal glans en stralend licht, een hemels visioen.
De drie leerlingen zien Jezus in zijn volle glorie, in zijn ware gestalte die in het gewone leven voor hen verborgen blijft.
Maar Jezus is niet alleen, Hij krijgt het gezelschap van twee grote figuren uit de geschiedenis van Israël.
Daar is vooreerst Elia, de onverschrokken profeet die nochtans ook zijn momenten van angst kende en op de vlucht ging voor Isebel. Hij was een man Gods die het opnam voor de kleine man, voor rechtvaardigheid. Voor koningen zweeg hij niet en de priesters van de afgod Baäl werden gedood. Hij werd ten hemel opgenomen en men verwachtte dat hij terug zou komen.
Hier was hij nu, samen met Mozes, de grootste van de profeten die op de berg van God de geboden ontving en het volk mocht begeleiden tot aan het beloofde land. Een profeet zoals hij is er niet meer geweest.
Mozes en Elia onderhouden zich met Jezus, ongetwijfeld een zeer boeiend gesprek dat indruk maakt op de leerlingen.
Zoals gewoonlijk kan Petrus niet zwijgen, hij hoopt dat dit samenzijn met Jezus in zijn glorie met Mozes en Elia zal blijven duren. ‘Rabbi, het is goed dat we hier zijn, laten we drie tenten bouwen, één voor U, één voor Mozes en één voor Elia.’
Hij komt dus af met een praktisch voorstel om dit heerlijke moment te bewaren en nooit meer aan twijfel onderhevig te zijn.
De evangelist voegt er heel nuchter aan toe: ‘Hij wist niet goed wat hij zei, want ze waren allen geheel verbluft.’ Dan durf je wel eens in overdrive gaan, ze moeten beseffen: dit is een moment van openbaring, een blik achter de schermen, ze krijgen nieuwe moed om met Jezus verder te gaan.
Om hen daartoe aan te sporen klinkt nog eens de stem die we ook hoorden bij het doopsel: ‘Dit is mijn Zoon, de welbeminde, luister naar Hem.’
Dit is de opdracht waarmee ze verder moeten gaan, het zal geen gemakkelijke weg zijn, vaak zelfs een lijdensweg, maar ze krijgen een blik op de hemelse toekomst, even komt Pasen hier oplichten.
En dan is het voorbij, weg is het hemels visioen, weg zijn Mozes en Elia.
Ze zien alleen nog Jezus, dezelfde waarmee ze de berg beklommen hebben.
Er rest hun niets anders dan samen de berg af te dalen, weg van de grootse vergezichten, terug naar het dagelijks leven, het leven met twijfels en tegenstand.
Ze hebben een heel nieuwe blik op Jezus gekregen, maar de Heer wil niet dat ze met iemand spreken over wat ze hebben meegemaakt, voordat de Mensenzoon uit de doden zal zijn opgestaan.
Het is een dubbele boodschap, er is sprake van dood, maar ook van opstanding, ze begrijpen het niet, maar toch doen ze wat Jezus zegt, ze zwijgen er over.
Als we dit lezen op de tweede zondag van de vasten, krijgen ook wij eventjes een blik op wat de toekomst brengen zal: niet alleen Goede Vrijdag, maar ook Pasen.
Dat zijn hoopvolle vooruitzichten, maar aan ons heeft de Heer niet gezegd dat we erover moeten zwijgen. Integendeel.
Luc De Baene