GEZINSVIERING 23 MAART 2025
Je mag er zijn zoals je bent!
Traditiegetrouw is er elk jaar voor de vormelingen een uitgebreide gezinsviering in het kader van Broederlijk Delen.
Echter dit jaar wilden we het eens over een andere boeg gooien en het dichter bij huis zoeken maar toch iets zinvol getuigen voor onze jongeren.
Dit vonden we in de persoon van Geertrui Verdonck, aalmoezenier in de gevangenis in Brugge.
Gewaagd, dat wel.
Want gedetineerden zijn een moeilijke doelgroep.
Wij beseffen maar al te goed dat er veel eenzame ouderen zijn, dat er veel mensen in armoede leven.
Maar we dur-ven toch twee groepen mensen in de vergeethoek duwen, namelijk vluchtelingen en gevangen.
Is ons christenhart dan niet wat in tweestrijd?
Er werden voorafgaand aan deze gezinsviering contacten gelegd met de scholen in Middelkerke en omliggende dorpen.
De kinderen en jongeren kregen de vraag om kaartjes te maken met een lieve wens en in de mate van het mogelijke snoep of chocolade te verzamelen.
Uiteraard werd met gemengde gevoelens gereageerd en ook gerespecteerd.
Echter kregen wij toch heel mooie kaartjes te zien die in verschillende klassen van verscheidene scholen werd gemaakt.
In klasverband samen aan kaartjes van hoop werken, kan het mooier?
Onze oprechte dank aan de kinderen, leerkrachten en ouders om deze niet zo gemakkelijke uitdaging aan te gaan ‘Hoe een lichtje zijn voor anderen?’.
En dan begonnen we er ook effectief aan.
Om 9 uur verwelkomde Geertrui heel wat jonge gezichten al of niet vergezeld van hun ouders.
Geertrui verwoordde echt prachtig wat er in vele hoofden omging.
“Vandaag praten we over daders. Maar als er daders zijn, dan zijn er ook slachtoffers. Voor de slachtoffers wordt goed gezorgd.
Dit mede door de vele organisaties waar ze terecht kunnen, opgevangen worden en verder geholpen.
Maar dan zijn er de daders.
Hen gewoon opsluiten zonder meer, daar komen nog meer problemen van door de doelloze dagen en een uitzichtloze toekomst.
Dit moet vermeden worden.
Maar echt, ik zou mijn werk in de gevangenis niet kunnen doen zonder dat ik weet dat er voor de slachtoffers wordt gezorgd.”
En de toon was gezet!
Wees gerust: de interesse bij de jongeren was gewekt.
Geloof me of niet: je kon de muizen in de kerk horen lopen tussen 9 en 10.30 uur.
Eén en al oor en oog hadden ze voor de uitleg met ondersteunende PowerPoint van iets wat we in Brugge allemaal al zijn voorbijgereden.
Frappant was het hoe werd benoemd dat het juist de Expressweg was die twee werelden scheidt, de stille wereld van een gevangenis en het levendige van een winkelcentrum waar dagdagelijks mensen van hun vrijheid genieten.
Uitkijkend op een gebouw met kleine vensters die niet openkunnen, waar de wereld nauwelijks nog binnenraakt…
Ze kregen foto’s te zien van buiten en binnen, hoe het leven binnen de gevangenismuren zich afspeelt.
Tevens een uiteenzetting van hoe het leven er daar aan toegaat.
Welke redenen van opsluiting er zijn, welke straffen.
Ook hoe de familie van gedetineerden toch heel belangrijk is met het oog op reintegratie in de maatschappij.
Want ooit, ja ooit, komen die mensen ook weer op vrije voeten en lopen ze gewoon naast ons door de straten, of wonen ze naast ons.
Iemands vrijheid ontnemen is een zware straf.
Voor ons als buitenstaanders kan een straf meestal niet zwaar genoeg zijn.
Alhoewel, wie zijn wij om oordelen te vellen?
Geertrui wees ons allen op het feit dat veel afhangt van waar de wieg heeft gestaan, hoe de financiële toestand eruitziet of welk netwerk er is rond die persoon.
En dan is er nog het tegengewicht van de overheid.
Ondanks alles hebben gedetineerden ook rechten.
Familie zien, een keer per dag douchen, werken indien mogelijk, verzorging bij ziekte, dagelijks een uur wandelen binnen die hoge muren…
Maar geen internet, televisie tegen betaling, bellen tegen betaling…
Kortom: het geeft ons al een inkijk over hoe het leven er daar aan toegaat.
We zouden toch niet in hun plaats willen zijn!
De jongeren hingen aan de lippen en bij het afronden van de getuigenis kregen de aanwezigen de mogelijkheid vragen te stellen.
Wel, de ouders hebben geen minuut de tijd gekregen!
Ongelooflijk welke diepzinnige vragen ze afvuurden!
‘Wat als mensen ziek zijn? Wat gebeurt er als iemand zelfmoord pleegt?
Ken jij dan Dutroux?
Hoe ziet jouw werk er dan uit? Wat als mijn mama en papa samen in de gevangenis zouden belanden?
Wat met mensen die net een baby hebben en opgesloten moeten worden?
Wat zijn de ergste daders die je hebt meegemaakt?
Mag er drugs in de gevangenis?...’
Mijn mond viel af en toe open van het type vragen en hoe ze voldaan weer verder konden na het antwoord.
Terecht trots mogen we zijn op onze jongens en meisjes hoe ze deze problematiek hebben benaderd.
Met een onbevangen blik en een visie van openheid.
Wij volwassenen kunnen van die jonge gasten toch nog wat opsteken!
Eerlijke en oprechte antwoorden vlogen weg en weer op die onderbouwde vragen.
Hier en daar ook een kleine hint af en toe hoe ze het leven kunnen aanpakken zonder dat ze zich in nesten werken.
Anderhalf uur een groep jongeren gefascineerd aan het luisteren zien, een mens maakt dat niet alle dagen mee!
Een halfuurtje de benen strekken, wat van gedachten wisselen buiten en dan terug de kerk in voor de eigenlijke viering.
De tweede instapviering voor de eerste communicanten maakte dat de kerk afgeladen vol zat met jonge en minder jonge gezichten.,
Een viering die ook in het teken stond van goed en kwaad, dor en levendig.
In het evangelie mochten we de parabel beluisteren van de onvruchtbare vijgenboom en welke raad de wijngaardenier zijn heer gaf: de boom moet niet gekapt, maar met veel geduld verzorgd worden.
Die wijngaardenier, kunnen we hem niet vergelijken met ons, mensen?
Oordelen en veroordelen, af en toe doen we het veel te snel.
Maar onszelf de tijd geven die ander beter te leren kennen, de drijfveer te ontdekken, dat kan ons al een heel eind op weg helpen in het onderscheid van goed en kwaad.
En ontmoeten we iemand die dingen heeft gedaan die niet door de beugel kunnen, laat ons in de eerste plaats proberen te luisteren, zonder oordeel, zonder te veroordelen.
Gewoon luisteren, ons hart openstellen en die persoon helpen het juiste pad terug te vinden.
Tot inkeer proberen te brengen, stap voor stap.
En indien mogelijk vergeving schenken.
Het is ons mensen niet altijd even makkelijk om een ander vergeving te schenken.
Dat vergt moed, vertrouwen dat weer opgebouwd moet worden en liefde, heel veel liefde.
Het zet ons aan om ook naar onszelf te kijken.
Ons eigenste ik onder de loep te nemen en te evalueren van tijd tot tijd.
Dreigen we verkeerd te lopen, durven bijsturen.
Lopen we verkeerd, dan vertrouwen we op onze medemens die ons probeert de ogen te openen en wakker te schudden om ons op het juiste spoor terug te krijgen.
Iemand die in de problemen zit kan het niet alleen om er weer uit te geraken!
Dat duwtje in de rug, zo levensnoodzakelijk.
Die medemens, die heeft geen mening, die weet niet waar hij heen gaat.
Lijkt hij niet wat op jou en mij?
Laat ons maar een lichtje zijn, hoe klein ook, een genstertje liefde dat aanstekelijk kan werken en een ander de moed geven, die mag zijn zoals hij of zij is.
Wij blijven wel in de nabijheid…
Een heel mooi gebaar was het toen de kinderen en jongeren naar voor werden gevraagd om hun kaart en snoep of chocolade aan de aalmoezenier te overhandigen.
Het deed haar zichtbaar iets en ze wist ons te vertellen dat het uitdelen ook gepaard zal gaan met veel emoties bij de gevangenen.
Dat zij niet vergeten worden en er toch mensen in die grote wereld een groot hart hebben.
De pastorale eenheid Sint-Andreas Middelkerke, klein, maar zo groot in grootse gebaren voor de medemens, hoe doodgezwegen die ook mogen zijn.
Wij hebben vooral opgestoken van de wijngaardenier dat hij in plaats van omhakken de grond moet bemesten.
Als we dit vertalen naar onze leefwereld, dan is het in de eerste plaats de grond losharken rond de persoon die op het verkeerde pad zit.
Zonder oordeel of vooroordeel.
Voorzichtig luisteren en dan proberen samen terug op pad te gaan.
Met die ander aan de slag gaan zodat hij of zij inziet dat het werkelijk anders moet en kan!
En als het ons moeilijk is om die naaste te vergeven, dan kijkt er altijd iemand over onze schouders mee die het dan van ons overneemt en in gedachten denkt: ‘Ach, het zijn maar mensen.
Ik zal mijn vleugels van genade openslaan en dan komen ze er wel…’.
Of proberen wij toch bruggen te slaan tussen binnen en buiten, met vallen en opstaan?
Als christen mens toch het proberen waard, niet?
Sylvia Bekaert