Het gebed van de arme | Kerknet
Overslaan en naar de inhoud gaan

Recent bezocht

Bekijk je recent bezochte microsites, auteurs en thema's
kerknet
  • Hulp
  • Startpagina portaal
  • Mijn parochie
  • Aanmelden of registreren
Menu
  • Startpagina
  • Kerk
  • Vieringen
  • Shop
  • Zoeken
PE Sint-Andreas Middelkerke

PE Sint-Andreas Middelkerke

  • Startpagina
  • Contacten
  • Zoeken
  • Meer
    • Zoeken
    • Pastoraal Team SINT-ANDREAS Missie en visie Parochies in de pastorale eenheid Doopaanvraag Officiële Documenten Gezinsvieringen Erfgoed Digitale nieuwsbrief Weekendvieringen
- © Rijksmuseum

Het gebed van de arme

icon-icon-artikel
Gepubliceerd op woensdag 22 oktober 2025 - 19:27
Afdrukken

De eerste lezing is genomen uit het boek Wijsheid van Jezus Sirach. God luistert naar het gebed van de arme, is de hoofdgedachte. God is een onkreukbare rechter, bij wie geen aanzien des persoons bestaat. God is een toevlucht voor de arme en de verdrukte, de weduwe en de wees. Dat is een gedachte die we op vele plaatsen in de Bijbel aantreffen. Bijvoorbeeld in de oude wetgeving van het boek Exodus: ‘Weduwen en wezen zult u geen onrecht aandoen. Als u hun tekort doet, en hun klagen naar Mij opstijgt, dan zal Ik gehoor geven aan hun klagen’ (Exodus 22,21-22).

God luistert naar het gebed van de arme. Eigenlijk is dat ook de hoofdgedachte van de evangelielezing, waarin Jezus de parabel van de Farizeeër en de tollenaar vertelt. In die parabel worden twee manieren van bidden tegenover elkaar gesteld. Aan de ene kant het gebed van de Farizeeër, die God dankt voor het feit dat hij geen zondaar is zoals de tollenaar, maar dat hij de Wet trouw onderhoudt. Hij doet zelfs meer dan wat de Wet vraagt. Hij vast tweemaal per week en geeft tienden, niet alleen van de oogst maar van heel zijn bezit. Aan de andere kant het gebed van de tollenaar: ‘God, wees mij, zondaar, genadig’. De parabel leert ons dat God het gebed van de tollenaar aanvaardt, en dat van de Farizeeër niet.

God luistert naar het gebed van de arme. Wie is de arme in de parabel? De tollenaars waren zeker veel rijker dan de meeste Farizeeën. En waarschijnlijk hebben de mensen aan wie Jezus die parabel vertelde, vreemd opgekeken. De Farizeeën, die zich inzetten voor vorming en onderwijs van de gewone mensen, stonden immers hoog in aanzien bij het volk. De tollenaars daarentegen werden verfoeid als collaborateurs en afpersers. Het zal voor de toehoorders van Jezus dan ook een schok geweest zijn, hem te horen zeggen dat ‘de tollenaar gerechtvaardigd naar huis ging en de Farizeeër niet’.

De Farizeeër meent dat hij zichzelf kan rechtvaardigen door de Tora trouw te onderhouden. Hij is ‘overtuigd van eigen gerechtigheid’, en dat is zijn grote vergissing. Want ‘gerechtigheid’ betekent in de Bijbel niet: beantwoorden aan een vooropgestelde norm. Gerechtigheid betekent: je zo gedragen dat anderen er beter van worden. Dat heeft heel veel met liefde en trouw te maken, en het veronderstelt dat je het zwaartepunt van je leven buiten jezelf legt. Dat doet de Farizeeër nu juist niet. Hij is trouw aan de Wet en hij deelt van zijn bezit – daar ligt het probleem niet. Maar hij stelt zich zelfgenoegzaam op. Zijn gebed is een ‘ik-gebed’. ‘Hij bad bij zichzelf  als volgt: God, ik  dank u ... ik vast en geef tienden’. In zijn superieure houding minacht en veroordeelt hij de tollenaar achteraan in de tempel. Hij meent ‘recht’ te hebben op een beloning van Godswege.

Maar God beloont geen prestaties. Hij is geen strenge, straffende rechter, maar een liefdevolle, getrouwe en vergevensgezinde God, die het heil – de ‘heel-wording’ – van de mensen wil. Zijn liefde kan je niet kopen of verdienen, je kunt ze alleen dankbaar ontvangen. Dat voelt de tollenaar zeer goed aan. In zijn gebed legt hij het zwaartepunt dan ook niet bij zichzelf. Hij ziet zijn zondigheid eerlijk onder ogen en doet van daaruit een beroep op God en zijn barmhartigheid: ‘Wees mij, zondaar, genadig’.

‘Het gebed van de arme dringt door de wolken heen’, schrijft Jezus Sirach in de eerste lezing. Materieel gezien is de tollenaar misschien rijk, maar geestelijk stelt hij zich arm op. Hij beseft dat hij een zondaar is en dat hij Gods barmhartige liefde nodig heeft. Zijn gebed is het gebed van een arme. Het gebed van de Farizeeër daarentegen is dat van een zelfgenoegzame rijke. Hij vindt zichzelf goed zoals hij is en heeft God eigenlijk niet nodig. Integendeel, hij denkt dat God hém nodig heeft. Hij vindt dat God blij mag zijn met iemand die zo trouw de Tora onderhoudt en dat God hem dus wel een beloning verplicht is.  Maar God verkiest het nederige zondebesef van de tollenaar boven de zelfgenoegzame wetsgetrouwheid van de Farizeeër. Daarom ging de tollenaar gerechtvaardigd naar huis en de Farizeeër niet.

Paul Kevers

Gepubliceerd door

PE Sint-Andreas Middelkerke

Meer

Artikel

Deel dit artikel

Deel op Facebook
Deel op Twitter
Deel via e-mail

Lees meer

Een gedeelde missie voor alle gedoopten
readmore

Gebedsintentie paus oktober 2024: voor een gedeelde missie

icon-icon-inspiratie
De pijn van de slachtoffers van milieurampen
readmore

Gebedsintentie paus september 2024: voor de schreeuw van de aarde

icon-icon-inspiratie
gebedsintentie paus augustus 2024: politieke leiders
readmore

Gebedsintentie paus augustus 2024: voor politieke leiders

icon-icon-inspiratie

Recent bezocht

Bekijk je recent bezochte microsites, auteurs en thema's
© 2025 Kerk en Media vzw
Vacatures
Contact
Voorwaarden
YouTube
Twitter
Facebook