Ziek worden. De schrik van de meesten onder ons.
Ziek zijn. We hopen snel op beterschap.
Chronisch ziek zijn. Wat staat er ons nog te wachten?
Wij mensen rennen en hollen door het leven alsof de duivel ons constant op de hielen zit. De maatschappij laat het niet toe om te vertragen. Helemaal niet. In welke fase van je leven je ook zit. Blijven doorgaan. Grenzen verleggen. Het wordt van ons verwacht.
Maar wat als die grens plots een ziekte blijkt te zijn? Dan beeft de grond onder de voeten. Dan is elke horizon ver weg. Opbergen van dromen. Torenhoge medische kosten. Noem maar op. Om dan nog te zwijgen van de impact op gezin, familie, vrienden.
Dan wordt die hele wereld kleiner en kleiner. Hoe langer men ziek is, hoe minder volk over de vloer. Soms wil de zieke ook helemaal niemand zien, soms juist het tegenovergestelde. Want gaat de tijd dan niet net iets sneller en de ongemakken wat zachter?
En die wereld wordt op het einde een ziekenhuiskamer van enkele vierkante meter… met een paar mensen rond het bed…
Loslaten. Nog zoiets. We worden tegenwoordig met dat woord om de oren geslagen. Voor ons mensen toch een moeilijke oefening. Waar te beginnen?
Maar in een ziekteproces is het voortdurend loslaten. Ook al merk je het soms niet meteen. Die kleine strohalmen, een houvast om naar uit te kijken, naar toe te leven. Soms is het ook zelfs dat loslaten. En dan wordt alles en iedereen beduidend klein.
Wat men vroeger zo vanzelfsprekend deed lukt steeds moeilijker en op den duur niet meer. Frustrerend én voor de zieke én voor zijn of haar naasten.
Hulp vragen dan maar? Wie doet dat graag? Fierheid en zelfstandigheid spelen parten. Gaan we nu echt alles verliezen door dat ziek zijn?
Toch mogen we heel erg blij zijn dat die zorgende handen er uiteindelijk komen. Aanvaarden om geholpen te worden is de enige weg om nog een beetje vooruit te geraken.
Die hand die met aandacht wast en met zorg aankleedt.
Die hand die liefdevol wonden verzorgt.
Die hand die met tact aanraakt.
Die hand die het hart troost.
Vrijwilligers, mantelzorgers, zorgverleners, familie, vrienden. Allemaal even betekenisvol op hun eigen manier.
Dat luisterend oor en die vredige aandacht doet wonderen bij een zieke mens of zijn omgeving. Zo kunnen ze er weer even tegenaan. Het maakt hun dag wat fijner en ze voelen zich wat meer mens.
Maar als die donkere nachten aanbreken, er nog weinig uitzicht is op beterschap, dan mogen terugvallen op Iemand die ons niet in de steek laat, dat geeft een veilig gevoel. We voelen ons niet in de steek gelaten. Met al de onzekerheid, angst, verdriet en pijn bij iemand terechtkunnen die luistert zonder meer. Zonder goedbedoelde raad, zonder verwijt. Maar die aanwezigheid voelen als een warme mantel om je heen, daar komt een mens al een eindje mee weg.
En in die donkerste nacht is Hij er ook. Hij wacht. Dan steekt Hij zijn hand naar ons uit met die belofte dat alle wonden ooit genezen, alle pijn zal helen, alle tranen gewist. Die hand waarin wij ooit eens hélemaal geborgen kunnen zijn.
Tot die tijd kunnen onze handen een voorproefje van Gods handen zijn en willen we elke dag samen de kracht vinden om door te gaan. Om te dragen en te overwinnen. Om rust en vrede te vinden in al het mooie wat nog mogelijk is.
Heel deze insteek was de rode draad in de gezinsviering waar chronisch zieke mensen onze speciale aandacht kregen.
Twee zieke parochianen vroegen ook om de ziekenzalving te mogen ontvangen wat een heel bijzonder moment in de viering was. Jong en minder jong, iedereen werd heel stil en ingetogen. Wij kunnen met onze handen wel iemand helpen, maar Gods zalvende hand, dat is iets bovenmachtig…
Na de viering was er een drink voorzien en heel wat aanwezigen bleven napraten. Over hoe bijzonder deze viering was, hoe diepgaand ook.
Des te meer samen op weg in ons diepste christelijke zijn: zorgen voor onze naasten. Op welke manier dan ook!
En misschien iets om niet te vergeten: vragen aan een zieke medemens hoe het gaat is heel fijn, maar vergeet niet de mensen die ernaast zitten… ook zij hebben hun angsten, zorgen, verdriet en pijn… Even hen wat aandacht schenken doet wonderen…
Sylvia Bekaert