Diederik Glorieux, Nico Ronsse en Johan Demeulemeester zijn de vaste organisten van onze federatie. Ze zijn bijzonder getalenteerd, ze zijn gepassioneerd en ze zijn dikwijls ook in de weer als componist, dirigent of docent. Het zijn drie totaal verschillende persoonlijkheden die de mooiste klanken uit de kerkorgels van Harelbeke toveren. Hoe kijken zij zelf naar hun opdracht? Tussen al hun activiteiten door wisten we hen te strikken voor een interview.
Hoe komt iemand er toe om organist in de kerk te worden?
Diederik: “Eigenlijk heel erg per toeval. Mijn voorganger verhuisde naar een kerk in Kortrijk en zo was men in Stasegem op zoek naar iemand. Orgel is wel niet mijn specialisatie – ik heb aan het Lemmensinstituut Compositie gestudeerd - maar wat voor mij doorslaggevend is om het te doen, is dat de equipe van mensen die er verbonden zijn, dat die mij ligt. En dan bedoel ik: de kerkfabriek, het koor, de parochiaal assistent, de diaken… Ik vind het een heel leuke dynamische groep van mensen. Mocht die mij niet liggen, dan denk ik niet dat ik het al zolang zou gedaan hebben”.
Nico: “Ik was gewoon om naar de kerk te gaan. Daarmee word je natuurlijk nog geen organist, maar ik was wel al heel jong aangetrokken tot dat instrument. Ik heb toen die opleiding in het Lemmensinstituut gedaan met redelijk wat succes en dan is het een logische keuze dat dat uitmondt in ‘ergens organist zijn’. Eerst heb ik het twee jaar gedaan op Sint-Jozef en O.L.V.-Koningin en daarna tot op heden in de Sint-Salvatorkerk”.
Johan: “Ik ben de oudste van de drie en ik was leraar muzikale opvoeding in het VTI en mijn onderdirecteur was de koster van Sint-Eloois-Vijve. Hij wist dat ik Regentaat in het Lemmensinstituut gedaan had en iedere keer als hij weg moest, vroeg hij aan mij of ik zijn mis niet wilde gaan spelen. Ik ben er dus als vervanger in gerold”.
Doen jullie ook kosterwerk?
Diederik: “Aanvankelijk niet, maar nadat de laatste koster gestopt is, hebben we met een aantal mensen een beurtrol. Zo vind ik het goed. Ik hou wel van wat afwisseling in het werk en meer dan dat hoeft het niet te zijn. Als ik teveel hetzelfde moet doen, word ik algauw loom”.
Nico: “Toen ik begon op Sint-Salvator was er effectief de vraag om ook het kosterwerk te doen. Ik was daar echter niet mee vertrouwd. Alles wat ik intussen doe als koster heb ik geleerd van deken Aneca in een drietal sessies van toch een paar uur. Wonderlijk dat hij dat allemaal zo goed wist”.
Wat is eigenlijk de taak van een koster?
Nico: “Het is zorgen dat alles op wieltjes loopt. Dat wil zeggen dat je zo onopvallend mogelijk moet zijn. Het gaat over heel veel kleine taakjes op een rij, heel verscheiden, die vooral opvallen als ze niet gebeuren. Een kleine opsomming: aan het begin van de dag zorgen voor toegang tot de kerk, op het einde van de dag de toegang tot de kerk ontzeggen, zorgen dat dingen voorradig zijn om de mis te vieren, zorgen dat ze er op tijd staan, dat het opgeruimd geraakt, dat er geen chaos is,…”.
Johan: “Als organist ben je te vervangen, maar als koster ben je werkelijk onvervangbaar. Want men kan de verwarming niet aanzetten, men krijgt de brandkast niet open, men weet niet waar de lichten zijn, men vindt de sleutel niet,… Als koster sta je gewoon voor alles in, inclusief het sneeuwruimen tijdens de winter. Het beroep wordt eigenlijk sterk ondergewaardeerd. Toen ik op Sint-Jozef en Sint-Rita begon, heb ik gevraagd om de kostertaken niet te moeten doen. Je komt als koster immers in een situatie dat men 100% op je rekent en als je er dan eens niet kunt zijn dan moet je de mensen ontgoochelen…”.
Tijdens de inwijding van het orgel in de Sint-Salvatorkerk zei Mgr. De Kesel dat het orgelspel geen intermezzo is in de liturgie, maar dat het er een wezenlijk deel van uitmaakt. Voelen jullie dat ook zo?
Diederik: “Ik hoop dat dat zo is. Het orgel en bij uitbreiding de muziek mag wat meer tijd krijgen, zeker tijdens feesten. Muziek is vieren. Vroeger mocht er in een kerk geen muziek zijn. Bij de eerste Christenen werd zelfs niet gezongen. Eerst werd vocale muziek toegestaan. Dan later het orgel als eerste instrument. Nog later de instrumenten die je niet in de mond steekt. En tegenwoordig kan alles. Dat is wel een duidelijke evolutie. Voor mij is muziek ‘het feest’; het celebreren. En als de mensen bereid zijn om de tijd wat trager te laten gaan, kan je de orgelmuziek ook een volwaardige plaats geven. Maar dan moet je natuurlijk echt ‘onthaasten’ bij wijze van spreken. En dan kan het fantastisch zijn, ook als bezinning.
Nico: “Als organist moet je ten dienste staan van de liturgie. Met Fingerspitzengefühl. Aan de hand van wat je in de Woorddienst geboden wordt, kan je de lezingen en gebeden inkleuren”.
Leg je als organist zelf het programma vast?
Johan: “Ja, aan de hand van de lezingen. Wij krijgen van de pastoors de vrijheid om zelf te bepalen wat er gezongen wordt, omdat ze voelen dat we het wel aankunnen om dat te doen.”
Nico: “Ik ben blij dat ik altijd die vrijheid heb gekregen. Het gaat over de inhoudelijke banden tussen de lezingen en wat je daar met het lied kunt aan toevoegen of juist laten samenvallen of beamen. Dat is gewoon basiskennis voor een organist, niet minder of niet meer. En er kan nog meer fijngevoeligheid aan te pas komen als er tijdens de week lezingen zijn waaraan je niet altijd eenduidig een lied kunt vastkoppelen. Als priester Bart er dan in zijn homilie een draai aan geeft, dan kun je dat gaan beschouwen zoals een één-tweetje in het voetbal. Ik ben altijd blij als dat ook gehoord wordt.
Hoe belangrijk is het dat je gelovig bent om dit werk te doen?
Johan: “Om het goed te kunnen doen moet je geen pilaarbijter zijn, maar je moet toch wel meevoelen met wat er gebeurt. Je kan niet hypocriet zijn en daar niet in meegaan. Je moet geloof hechten aan al die mooie dingen die je hoort en soms moet je eens een oog dichtknijpen als de persoon die voorgaat dat ook niet echt naleeft. Mensen zijn mensen, ook pastoors. Soms zijn er lezingen waarmee ik het moeilijk heb. Ik zou bijvoorbeeld niet graag in de schoenen staan van de pastoor als hij moet preken over ‘de vrouw die moet onderdanig zijn aan de man’”.
Diederik: “Ik vind dat in het nieuwe testament rond de figuur van Jezus ontzettend veel inspirerende zaken staan. De verhalen, zijn leven, de manier waarop hij met materiële en immateriële zaken omgaat, dat is eigenlijk het belangrijkste. En door dat ik organist ben, wordt dat alles elke week opnieuw opgefrist en kan ik er iedere keer op een nieuwe manier over blijven denken”.
Brengt het orgel je dichter bij God?
Nico: “Ik denk het wel. Ik denk dat het musiceren en het bezig zijn met kunst in het algemeen, wel op bidden kan lijken. Het is een vorm van creëren; scheppen, als ik het zo mag verwoorden. Het is een soort dankgebed voor het gegeven van de muziek. Het gegeven dat je dat kunt ontvangen met je zintuigen. De meeste mensen kunnen dat, maar eigenlijk is dat ook geen evidentie”.
Johan: “Muziek maken en bidden is tweemaal bidden. Het brengt mij in een bepaalde sfeer. Ik verbind het orgel als instrument zeker altijd aan onze liturgie”.
Diederik: “Het brengt mij in alle geval soms bij een aantal diepmenselijke vragen. Ik denk nu aan composities die ik zelf geschreven heb. Mijn ‘Mater Dolorosa’ bijvoorbeeld, gaat over Maria van Smarten: wat is het om een kind te verliezen? Het brengt mij ook soms bij schoonheid. Dat zijn de twee uitersten voor mij: ofwel gaat het over schoonheid nastreven, ofwel gaat het over een diepmenselijk gegeven. Goede muziek brengt mij altijd bij één van deze twee. En het God-idee zit daar sowieso in verweven”.
Kan je als organist zelf genieten van de vieringen?
Diederick: “Absoluut. En als ik bij bijzondere gelegenheden ook iets met zangers kan organiseren, dan geniet ik er nog net iets meer van, omdat dat meer mijn specialiteit is. Met de kermis vorig jaar bijvoorbeeld zat Nico aan het orgel en mocht ik een groep van 60 à 70 begeesterde personen dirigeren. Op zo’n moment is het voor mij echt feest”.
Bedankt, Johan, Nico en Diederik voor zoveel talent en engagement. Ik hoop dat jullie nog veel met ons kunnen meevieren.
Lieven Defour
Reacties
Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw.