Wat is het 'alleluia', en waar komt het vandaan? | Kerknet
Overslaan en naar de inhoud gaan

Recent bezocht

Bekijk je recent bezochte microsites, auteurs en thema's
kerknet
  • Hulp
  • Startpagina portaal
  • Mijn parochie
  • Aanmelden of registreren
Menu
  • Startpagina
  • Kerk
  • Vieringen
  • Shop
  • Zoeken
Interdiocesane Commissie voor Liturgie

Interdiocesane Commissie voor Liturgie

  • Startpagina
  • Contacten
  • Zoeken
  • Meer
    • Zoeken
    • Over de ICL Liturgische kalender Liturgische catechese Liturgische zang en muziek
      De eucharistie zingenLiedsuggesties Zingt JubilateAntwoordpsalmen voor de zondagsliturgie
      Aanvullingen missaal en getijdenboek Bijzondere vieringen Uitgaven van de ICL Liturgische suggesties Documenten Bisschoppenconferentie Nuttige links
Deel op Facebook
Deel op Twitter
Deel via e-mail
Hemelse lofzang © ©2013 Kristen Gilje Detail, St. Ignatius Alleluia, silk dye on silk, 13 feet by 30 inches, calligraphy designed by Laura Norton.
Over de ICL Liturgische kalender Liturgische catechese Liturgische zang en muziek
De eucharistie zingenLiedsuggesties Zingt JubilateAntwoordpsalmen voor de zondagsliturgie
Aanvullingen missaal en getijdenboek Bijzondere vieringen Uitgaven van de ICL Liturgische suggesties Documenten Bisschoppenconferentie Nuttige links

Wat is het 'alleluia', en waar komt het vandaan?

Laatste aanpassing op dinsdag 31 oktober 2023 - 16:23
Afdrukken
Het alleluia is een eeuwenoud gezang dat in de christelijke liturgie een ereplaats kreeg. Waar komt het vandaan? Hoe kunnen we het zinvol gebruiken?

st-ignatius-alleluia.jpg

Hemelse lofzang © ©2013 Kristen Gilje Detail, St. Ignatius Alleluia, silk dye on silk, 13 feet by 30 inches, calligraphy designed by Laura Norton.

Wie kent niet het ‘Halleluja’ uit The Messiah van Georg Friedrich Händel? Het is een prachtige lofprijzing van God, waarin de koorzangers, aangemoedigd door trompetgeschal, een hemelse hoogte bereiken. Händel was echter niet de eerste om het alleluia op muziek te zetten. Het alleluiagezang is een heel oude vorm, die in de christelijke liturgie een ereplaats kreeg. Waar komt dit gezang vandaan? En hoe kan het nu zinvol gebruikt worden in de liturgie?

In Bijbelse grond geplant

Net zoals ‘amen’ is ‘alleluia’ een woord uit het Hebreeuws, dat in onze liturgie onvertaald is overgenomen.

De kop van het woord – ‘Hallelu’ – is de gebiedende wijs van het Hebreeuwse werkwoord ‘Hallel’, wat loven betekent. Daaraan is ‘Ya’ toegevoegd, de verkorte vorm van de oudtestamentische godsnaam Jahwe. Alleluia betekent dus zoveel als ‘loof de Heer’.

Het woord alleluia staat in stevige Bijbelse grond geplant. Het komt vaak voor in de psalmen (vooral vanaf psalm 103). De psalmen 113 tot 118 worden in de joodse godsdienst trouwens aangeduid als het ‘Hallel’ – de lofpsalmen. Deze reeks psalmen wordt op belangrijke feesten zoals het Pesach-feest gebeden. In het boek Tobit (13, 18) wordt van het hemelse Jeruzalem gezegd: “In al zijn straten klinkt het: alleluia.” Dat het alleluia een jubelgezang is om de volkomen heerschappij van God, blijkt ook uit het boek Openbaring.

“Wat ik daarna hoorde,
was als de machtige stem
van een grote menigte uit de hemel.
En zij riepen: alleluia”
(Apk 19, 1).

Paasgezang

Dat we hier en nu reeds alleluia zingen, is volgens de Bijbel een soort voorafname op het hemelse Jeruzalem.

Wie alleluia zingt,
zingt zich de vurige verwachting
te binnen dat God alles
in allen zal zijn.

Zo iemand is nooit alleen. Hij zingt mee met de grote hemelse menigte uit de Openbaring. Voor Augustinus is het alleluia niet alleen het hemelse gezang van de engelen voor Gods troon, het is ook het nieuwe gezang van de herboren mensheid. Het geeft ons al een voorsmaak van het eeuwige leven, van de opgestane mens die niets dan lofzang voor God is. In die zin is het alleluia het paasgezang bij uitstek.

RisenChristStainedGlass.jpg

Het gezang van de nieuwe schepping

Woorden schieten tekort

De contemplatieve toon van het alleluia zit gecondenseerd in de laatste letter. Heel opmerkelijk bij een gregoriaans alleluia is immers dat de muziek de neiging heeft om op de eind-a steeds door te gaan. Het is alsof de cantor niet kan ophouden met Gods lof te zingen, alsof hij door zijn eigen gezang meegesleept wordt in een extase waarop tijd en ruimte geen vat krijgen. Deze reeks tonen op de eind-a van een alleluia noemt men de jubilus of jubilatio, letterlijk een soort jubelzang. Ze maakt hoorbaar dat woorden tekortschieten als het erop aankomt Gods grootheid te bezingen. Het is alsof de lofzang pas echt uit de startblokken schiet wanneer al te menselijke woorden ophouden.

De heilige Augustinus waarschuwt voor een te frequent gebruik van het alleluia, omdat “de onophoudelijke volheid van het alleluia” slechts na dit aardse bestaan te verwachten is.

Het alleluia, met zijn jubilatio, is een gezang dat ons bij wijze van spreken al met één been in de hemel doet staan.

Tweespan met de Blijde Boodschap

Augustinus schrijft overigens dat het alleluia naar oude traditie in de Kerk enkel gedurende bepaalde periodes gezongen werd. De uitgelezen kerkelijke tijd om het alleluia te zingen is de vijftigdagentijd tussen Pasen en Pinksteren, als een tijd van lofprijzing om de verrijzenis, en van wachten op de zending van de Geest. Het is een tijd van vooruitlopen op het eeuwig leven, terwijl de veertigdagentijd die daaraan voorafgaat ons eerder op de realiteit van onze menselijke zwakheid wijst.

In de eucharistie heeft het alleluia zijn plaats net voor de verkondiging van het evangelie. Het is een lofzang op God, die doorheen de woorden van de Blijde Boodschap zijn Woord telkens opnieuw laat aanwezig komen in de wereld.

 

organ-1493628.jpg

Engelen zingen Gods eeuwige lof

Alleluia is de-centrerend

Als de liturgie te horizontaal ingevuld wordt, en als een verlengstuk van de spirituele en psychologische behoeften van de mens gezien wordt, dan klinkt het register van het alleluia algauw dissonant. Om het met een moeilijk woord te zeggen: het alleluia is in feite een uitermate de-centrerend gezang. Het plaatst de mens, met zijn particuliere behoeften, uit het centrum. En het richt de aandacht op de relatie met God, die altijd eerder was.

_signedecroix_68532_wcroix-couleur.jpg

Hete alleluia plaats de mens in relatie met God © images pascale.eu

Opwaartse stuwkracht

Er is een zekere opwaartse stuwkracht nodig om in de gesteldheid van het alleluia te komen. Het begin van het grote dankgebed geeft deze dynamiek goed weer. De priester vuurt de gelovigen als het ware aan en vraagt ze hun hart te verheffen en dank te brengen aan de Heer. Pas na deze uitnodiging is de mens klaar om God te loven. Het hart moet in de juiste dispositie gebracht worden. Ook voor het alleluia vraagt het soms wat moeite om in die opwaartse stuwing te komen. Het ware echter jammer dat het alleluiavers om die reden zou sneuvelen en plaats zou moeten maken voor een ‘meer herkenbare’ tekst.

Gezang van de gemeenschap

Gelukkig is het alleluiagezang meer dan de weergave van ons persoonlijk gevoel. In feite kan je alleen alleluia zingen als kerkgemeenschap. Romano Guardini verwoordt het treffend: “De lofprijzingen worden doorstroomd van een diepe gemoedsbeweging, die van heel andere aard is dan wanneer we persoonlijk door iets getroffen zijn. De gemeenschap, de Kerk, is er draagster van, niet het individu.”

Brug naar de eeuwigheid

In het alleluia breken de blijdschap en de wiekslag van de Geest door. Zo slaat het alleluia een brug tussen dit ogenblik – het hier en nu – en de eeuwigheid. Het gezang ontspringt aan een concrete vierende gemeenschap, en vindt dus plaats in de tijd. Maar tegelijk klinkt het alleluia al van in alle eeuwigheid, en wordt ons gezang daarin opgenomen.

Hasselt 02-05-17 (119).JPG

Het alleluia is bij uitstek ht gezang van de hele Kerk

Het alleluia in de praktijk

  • Het liedboek Zingt Jubilate bevat verschillende alleluia’s met een Nederlands vers, aangepast aan de liturgische tijd (zie ZJ 3a, b, e, f en g).
  • Onder de nummers ZJ 4a tot 4e zijn een aantal alleluia’s verzameld waarvan de verzen geïnspireerd zijn op de “Ik ben”-woorden uit het Johannesevangelie: “Ik ben de goede Herder, Ik ben het levende Brood, enzovoort.
  • In de nummers ZJ 4f tot 4k verwijst de tekst van de verzen dan weer naar de band tussen de gelovigen en de Schrift die verkondigd wordt.
  • De alleluia’s onder nummer ZJ 5 hebben geen eigen vers, maar bij verschillende versies kan zonder veel moeite het vers van de betreffende viering op een eenvoudige toon worden gereciteerd.
  • In de gemeenschap van Taizé wordt het alleluia niet alleen gezongen als voorbereiding op de evangelielezing, maar ook als keervers bij een psalm, bijvoorbeeld in de paastijd. Bij verschillende alleluiarefreinen vermeldt de partituur dat het laatste akkoord aangehouden kan worden. Tijdens dit laatste akkoord kan de cantor dan een strofe van de psalm of een vers zingen (in het Nederlands), waarna het alleluia herhaald wordt.
  • Enkel tijdens de veertigdagentijd wordt er geen alleluia gezongen: in plaats daarvan wordt enkel het vers voor het evangelie gezongen zoals dat in het lectionarium vermeld staat. Zingt Jubilate bevat twee vervangende acclamaties onder de nummers ZJ 3 c en d.

(naar: Jan Christiaens, Met één been in de hemel: het alleluia in de liturgie in Zacheüs.Thuiskomen in de liturgie, jaargang 25, aflevering 3, 2012)

Lees meer

Een diaken zingt de paaslofzang tijdens de paaswake.
readmore

Hulpmiddelen bij het zingen van de eucharistie

icon-icon-artikel
Hemelvaart © Pixabay
readmore

Hemelvaart in drie krachtlijnen

icon-icon-artikel
Hoe ondersteun je dementerenden? © Freepik
Lees meer

Ethiek van euthanasie bij vergevorderde dementie

icon-icon-evenement

Recent bezocht

Bekijk je recent bezochte microsites, auteurs en thema's
© 2025 Kerk en Media vzw
Vacatures
Contact
Voorwaarden
YouTube
Twitter
Facebook