E.H. Filip Debruyne werd vorig jaar door het bisdom benoemd tot medewerker in de pastoraal van de federatie Harelbeke. Ongetwijfeld hebt u hem ondertussen al dikwijls zien voorgaan in eucharistievieringen op onze parochies. Daarnaast is hij voorzitter van het Katholiek Basisonderwijs in Harelbeke en lid van de Raad van Bestuur van het Pastoraal Centrum De Bron en van het Augustinessenklooster. Tegelijk doet hij, als het kan, weekenddienst op de Pastorale eenheid van Kuurne. Een bezige bij dus. We gingen bij hem op bezoek voor een nadere kennismaking.
E.H. Filip Debruyne werd vorig jaar door het bisdom benoemd tot medewerker in de pastoraal van de federatie Harelbeke. Ongetwijfeld hebt u hem ondertussen al dikwijls zien voorgaan in eucharistievieringen op onze parochies. Daarnaast is hij voorzitter van het Katholiek Basisonderwijs in Harelbeke en lid van de Raad van Bestuur van het Pastoraal Centrum De Bron en van het Augustinessenklooster. Tegelijk doet hij, als het kan, weekenddienst op de Pastorale eenheid van Kuurne. Een bezige bij dus. We gingen bij hem op bezoek voor een nadere kennismaking.
U bent ook kanunnik.
“Inderdaad. Ik ben in 1996 titulair kanunnik geworden van het enige nog bestaande kapittel van ons bisdom, het kathedraalkapittel van Brugge. Ik kreeg deze titel in mijn vorige opdracht. Op zich is die titel niet zo belangrijk, maar lange tijd ging ik wel elke woensdag naar de kathedraal voor het morgengebed en de eucharistie. In Harelbeke was er vóór de Franse revolutie ook een kapittel van kanunniken. De huidige Sint-Salvatorkerk werd trouwens in hun opdracht gebouwd. Wanneer ik nu achter het hoofdaltaar het koorgestoelte van het voormalige kapittel zie, heb ik soms wel binnenpret terwijl ik denk: tiens, er is hier in Harelbeke nu weer een kanunnik die regelmatig de mis doet. Mijn outfit van kanunnik hangt nog bij mij thuis, maar die zal ik wellicht nooit meer aantrekken want zo’n kledij is echt niet meer van deze tijd.”
Zelf woont u in Kuurne. Had u vroeger een band met Harelbeke?
“Mijn eerste kennismaking met Harelbeke was via de parochie Sint-Jozef in het jaar 1978, het jaar dat ik dat gewijd was. KWB-KAV had er dat jaar een bedevaart naar Lourdes georganiseerd en op dat ogenblik waren de parochiepastoors Vincke en Vinckier in ziekteverlof. Men ging dus met 110 mensen naar Lourdes, maar men had geen hotelproost. En iemand van Ziekenzorg belde mij op met de vraag: zou jij niet meegaan met ons naar Lourdes. Tijdens mijn seminarietijd was ik tijdens de vakantie namelijk veel meegegaan met Ziekenzorg. Ik heb nogal snel van ja geantwoord en ik herinner mij goed dat ik mij toen echt ‘gejeund’ heb. Het was in ‘Hotel des Rosiers’ en het was bedevaart en kermis door mekaar. Dat was mijn eerste kennismaking met Harelbeke. Anders kende ik eigenlijk niet zoveel mensen hier in Harelbeke. Ik heb Harelbeke eigenlijk later leren kennen via De Bron en via Wilfried Aneca, die in Kuurne ook nog medepastoor was geweest.”
Ondertussen bent u lid van de raad van bestuur van De Bron geworden en van het aanpalende klooster van de zusters Augustinessen.
“Ik heb mij altijd geïnteresseerd in geschiedenis. Ik had al eens het bordje langs de straat over dat klooster gelezen. Mgr. Bonny, die het jaar na mij priester geworden is, had mij ooit gezegd dat het volgens hem één van de oudste kloosters van het bisdom was. En ik begon mij er in te verdiepen en er meer over te lezen. Hoogstwaarschijnlijk is het gesticht in de 13e of 14e eeuw. Voor mij is dat een beetje ‘heilige grond’. Als je in het klooster bent, kun je op de zolder de verschillende aftekeningen zien van de dakgevels van de kapel - gebouwd en herbouwd. Maar het is altijd op die grond gebeurd. Dat fascineert mij. Met de kerk is dat ook zo. Vooral als ik in het oude gedeelte sta. Het zou kunnen dat daar al van in de Karolingische tijd een kapel stond. En er wordt nu op ongeveer dezelfde plaats nog altijd gebeden en gezongen. Je kunt dat toch niet zomaar opzij zetten en zeggen, we breken dat hier af en we gaan hier een appartementsgebouw zetten?”
Uiteraard niet. Maar het klooster staat wel al enkele jaren leeg. Wat gaat daar eigenlijk mee gebeuren?
“Ik weet dat er verschillende denksporen geweest zijn. Feit is, met het verdwijnen van het parochiaal centrum, dat het een wens van pastoor Bart is om te kunnen beschikken over een andere ruimte die kan gebruikt worden als een thuis voor de parochie. Vrij snel is zijn interesse gegroeid om van het klooster die thuis te maken. Vandaar dat wij op dit ogenblik het gelijkvloers gebruiksklaar maken, weliswaar niet luxueus, zodat het kan ingezet worden voor initiatieven van mensen die met de parochie verbonden zijn of zelfs een stukje breder. Voor de verdiepingen werd nog geen definitieve bestemming bepaald. Maar er is denkwerk bezig: kan het nog ruimer ingezet worden voor de pastoraal in heel de regio of moet het toch kunnen dienen voor een religieuze groep die daar eventueel komt? Daar zijn dus nog geen definitieve plannen voor. Wel opteren we voor een synergie tussen de Bron en het Centrum. Dat het twee eigen entiteiten zijn, maar wel broer en zus van elkaar. De Bron heeft een brede functie voor de hele regio, het parochiecentrum is dan weer meer verbonden met de parochie. Je kunt heel planmatig werken, en dat is op zich niet slecht want je moet toch een beetje weten waar je naartoe wil, maar anderzijds moet je ook de evolutie haar werk laten doen. Noden van mensen wijzigen in de loop van de jaren.”
U zegt dat u de benedenverdieping in orde aan het zetten bent. Hoe ver staat u daarin?
“Voor alle duidelijkheid: ik draag er zorg voor dat alles gebeurt, maar wel in overleg met de pastoor en een aantal betrokkenen. Het is vooral de nodige maatregelen treffen m.b.t. de veiligheid. De verwarming staat intussen al op punt. Het eerste wat we nu willen doen, is zorgen dat de elektriciteit in orde is en dat de keuken kan functioneren met de nodige nieuwe apparatuur. Daarna moeten we verdere stappen zetten om het sanitair in orde te krijgen. En dan zijn er uiteraard nog wat schilderwerken en opkuiswerk op de zolder en in de kelder.”
Hebt u weet wanneer het nieuwe parochiaal centrum echt in gebruik zou kunnen gaan?
“Wel, eigenlijk is het al een beetje in gebruik. Er was al het sober maal en op zondag 1 oktober e.k. wordt er opnieuw het missiefeest georganiseerd. Ik heb aangedrongen dat de elektriciteitswerken tegen dan klaar zouden zijn en dat er al een eerste aanzet is in keuken. Ik vind het in alle geval een zeer aangenaam ‘kloostertje’. Het is niet klein, maar het is ook niet immens groot. Het zit nog op mensenmaat. Vooral de binnentuin vind ik echt heel mooi.”
We zullen het tijdens het missiefeest op zondag 1 oktober zelf komen bewonderen. Bedankt voor het vele werk dat u in alle stilte verzet om ons die nieuwe thuis te geven.
Lieven Defour