In dit boek willen de voorgangers van vier evangelische gemeenten hun verhaal delen. Al een eeuw lang proberen ze op verschillende plaatsen, met vallen en opstaan, kerk in de stad te zijn. Een authentiek relaas van de vreugden en zorgen, veranderingsprocessen en uitdagingen van deze christelijke geloofsgemeenschappen in een bruisende stadscontext, gekenmerkt door diversiteit en nieuwe noden en mogelijkheden.
In het eerste deel schrijft elke voorganger over zijn eigen stad en gemeente. Gottlieb Blokland schrijft over Brussel, en werkte samen met Frank Kamps het hoofdstuk over Brugge uit. Maarten Hertoghs heeft het over Antwerpen en Kris Medart over Gent. Jack Barentsen schreef de inleiding voor het geheel. Hun getuigenissen zijn tegelijk boeiende spiegelverhalen waarin andere geloofsgemeenschappen zich zullen herkennen. Roomskatholieke geloofsgemeenschappen zijn intussen zelf ook veel brozer en kwetsbaarder geworden in een snel veranderende samenleving. Ze kunnen beslist veel leren van de evangelische gemeenten die steeds vanuit een fragiele minderheidspositie naar creatieve wegen hebben gezocht om kerk te zijn en het evangelie te delen.
In deel twee wordt wat afstand genomen van deze verhalen om ze in een breder kader te plaatsen. Jack Barentsen biedt, in samenspraak met zijn medeauteurs, dieper gravende reflecties die een visie ontwikkelen op stadskerken in het algemeen. Hierin vinden we een interessant stuk over stadssociologie (van Petra Laagland-Winder), de bespreking van enkele verfrissende voorbeelden van stadskerken, een inspirerende Bijbels-theologische overdenking over de stad, de roeping van christenen daarin en ten slotte een aantal concrete handreikingen voor een vitale stadskerk in de komende decennia.
