Doorkijk 2/21 - bezinning | Kerknet
Overslaan en naar de inhoud gaan

Recent bezocht

Bekijk je recent bezochte microsites, auteurs en thema's
kerknet
  • Hulp
  • Startpagina portaal
  • Mijn parochie
  • Aanmelden of registreren
Menu
  • Startpagina
  • Kerk
  • Vieringen
  • Shop
  • Zoeken
Relevant

Relevant

  • Startpagina
  • Contacten
  • Zoeken
  • Meer
    • Zoeken
    • Wat is Relevant? Inhoud Redactie Abonnement Archief
Netten boeten © Rene Rauschenberger by Pixabay

Doorkijk 2/21 - bezinning

icon-icon-artikel
Gepubliceerd op donderdag 4 maart 2021 - 20:08

Het wonder van de genezing

“En meer wilden wij niet hebben” (Testament, 16).

Vasten is eigenlijk brandend actueel. Als christenen worden we vandaag meer dan ooit opgeroepen om onze relaties met de schepping, de andere, God en onszelf te herstellen. De pauselijke encycliek Laudato Si’ windt er geen doekjes om. Terwijl de markt ons meetrekt in een wervelwind van aankopen en overbodige uitgaven, horen we de aarde en de arme kreunen. We zijn bezorgd over de toekomst van ons ‘gemeenschappelijk huis’. Hoe kunnen we het tij keren en duurzaam gaan leven?

De praktijk van het vasten, als lichamelijke en geestelijke oefening, kan ons inspireren om een ommekeer te maken en een nieuwe richting in te slaan. Dat is ook wat Franciscus van Assisi deed toen hij ervoor koos een ‘boetvaardig leven’ te leiden. In een tijd van verandering, waarin handelaars zich snel verrijkten, was Franciscus gevoelig voor het lot van mensen in armoede en voor onze omgang met de schepping. Als zoon van een lakenhandelaar koos hij ervoor zich te onthouden van rijkdom en macht. Zo bevrijdde hij zich uit een beklemmend bestaan dat enkel op zichzelf gericht is.

Voor Franciscus was het helder: ook mensen in armoede hebben rechten. Op een dag passeerde Franciscus op de terugweg van Sienna naar Assisi een arme man die geen mantel had. Hoewel Franciscus zelf fysiek niet sterk was en zijn eigen mantel goed kon gebruiken, gaf hij de zijne aan de man. Zijn medebroeder protesteerde, maar Franciscus was vastberaden: “Alles wat we bezitten, hebben we slechts te leen totdat we iemand tegenkomen die er meer nood aan heeft dan wijzelf. Ik wil geen dief zijn!” (Thomas van Celano. Gedenkschrift van Franciscus. Daden en deugden, in: De oudste verhalen over Franciscus, Haarlem, 2006, §87).

Alles wat we dankzij de schepping ontvangen aan voedsel en kleding, is een gave van God. Het komt de mens toe die er nood aan heeft, ongeacht of hij arm of rijk is. Wie meer neemt dan hij nodig heeft, is een dief volgens Franciscus. Hij neemt iets af van de behoeftige andere. Best een pittig uitgangspunt, zeker voor onze tijd.

Franciscus nodigt ons uit te onderzoeken wat echt noodzakelijk is. Wat hebben we nodig om te leven? Voor wie niets tekortkomt, krijgt die vraag een heel andere betekenis dan voor Clara en Franciscus die het leven van mensen in armoede deelden. Ze wisten wat gebrek was. Wat voor hen echt noodzakelijk was, waren de basisbehoeften: eten, drinken, kleding en beschutting. Als daar niet aan werd voldaan, was overleven onmogelijk.

Als westerse mens in deze moderne maatschappij hebben we vermoedelijk meer nodig dan Franciscus en Clara in hun tijd. Toch dagen beiden ons uit armer te worden. De mens die altijd in overvloed leeft en zich niets meer kan onthouden, verliest ook veel. Dat is wat de vasten ons elk jaar opnieuw leert. Wie zichzelf ontledigt door bijvoorbeeld minder voedsel op te nemen of het sociale mediagebruik te beperken, voelt hoe zijn aandacht meer naar binnen getrokken wordt. Het lichaam wordt uit zijn vertrouwde patronen getrokken en moet minder werken. De geest krijgt meer ruimte en wordt meer helder.

Wie zich leegmaakt, reinigt het lichaam en de ziel. Er ontstaat ruimte om opnieuw vervuld te geraken van iets. Waarmee willen we ons lichaam voeden? Waarnaar richten we onze geest? Voor wie opent zich ons hart? Vasten is een kans, telkens weer, tot het herstellen van onze relatie met onszelf, met de andere, met de behoeftige, met de schepping en met God. ‘Boete’ doen houdt ook herstel in, denk maar aan de vrouwen die de netten van vissersboten ‘boetten’ of herstelden.

Kunnen we opnieuw vervuld geraken van verwondering en dankbaarheid voor al het goede en het mooie dat ons omringt, om de schepping die ons zomaar wordt gegeven en ons allen toebehoort? Kunnen we terug wat armer worden, en met Franciscus en de broeders zeggen: “En meer wilden we niet hebben” (Test 16).

blz 23 Foto Barbara.jpg

Barbara © Mertens

 

Barbara Mertens, 
Tau – Franciscaanse spiritualiteit vandaag

Gepubliceerd door

Relevant

Meer

Artikel
bezinning

Deel dit artikel

Deel op Facebook
Deel op Twitter
Deel via e-mail

Recent bezocht

Bekijk je recent bezochte microsites, auteurs en thema's
© 2025 Kerk en Media vzw
Vacatures
Contact
Voorwaarden
YouTube
Twitter
Facebook