Gods Woord geeft een grote oogst, ook vandaag (Mc 4,26-29)
Wat in deze parabel opvalt, is de passieve houding van de zaaier. Na het zaaien doet de boer niets aan zijn akker en het gezaaide zaad. Deze passiviteit is de verwoording van wat de luisteraars ervaren aangaande God. Hij lijkt zich afzijdig te houden en te verbergen. Hij laat de komst van het Rijk Gods op zijn beloop. Hij interesseert zich blijkbaar niet voor het lot van Zijn volgelingen.
Dit is zeer herkenbaar. Waar is God vandaag? Interesseert Hij zich (nog) voor de toekomst van het geloof en van de Kerk? Waarom verbergt Hij zich? In het persoonlijk leven komt dit nog sterker naar voren. Waarom verlaat Hij goede christenen? Waarom maken Gods en Jezus’ vrienden lijden en dood mee? Waarom moeten zij vechten voor hun leven?...
Jezus’ antwoord wordt verwoord in v. 28: “Uit eigen kracht (vanzelf) brengt de aarde voort”. Zoals de boer de aarde zijn werk laat doen, zo moeten christenen ook God Zijn werk laten doen. Zoals het groei- en rijpingsproces een mysterie is, zo is de geloofsgroei en de vestiging van Gods Rijk een groot geheim waar alleen God verantwoordelijk voor is. Jezus leidt de gelovige binnen in het mysterie van God. Hij geeft groeikracht en vruchtbaarheid aan de christen en aan de mens die Gods Woord heeft ontvangen. God is dus aan het werk in elke gelovige. Wordt dit voldoende beseft en geloofd? Meer nog: laten we God daar alleen werken of zijn we beschikbaar om met Hem samen te werken? Vele handen, hier wil dit zeggen verbondenheid, maken licht werk…
Jezus geeft dus hoop aan zijn ontgoochelde gesprekspartners. Zij die denken dat God alles op zijn beloop laat, horen nu dat hij wel degelijk aan het werk is. God is er en laat niemand in de steek. Hij slaapt niet, maar wekt tot leven en geeft groeikracht, ook al ziet men het niet. Dit vraagt geloof, existentieel geloof. Daar bestaat een ander woord voor: hoop (optimisme en toekomst). Wat een christen of kerk ook meemaakt, God is aan het werk en bereidt de oogst voor. Wil men dat met Jezus geloven en hopen?
Christenen zijn zaaiers en verkondigers. Daarom willen zij ook oogsten. Maar tussenin ligt de tijd van de groei. Dit duurt en gaat gepaard met moeilijkheden. Het geeft aanleiding tot twijfel, pessimisme, wanhoop, ontgoocheling, angst en zelfs pijn.
Deze parabel verkondigt in zulke omstandigheden dat men moet blijven zaaien en verkondigen. Het zaad van deze parabel bevestigt heel sterk dat mensen wel veranderen, dat Gods Woord christenen wel bekeert en vruchtbaar maakt. Alleen, niemand weet hoe dit gebeurt en zelfs: dit hoeft niemands zorg te zijn. Het is het (verborgen) werk van God zelf. Zeker is: God en zijn Rijk komen!
God, onze Vader,
soms maken we omstandigheden mee
die ons doen zeggen: “Waar zijt U?”
Soms raken ons gebeurtenissen die ons doen zeggen:
“Waarom hebt U ons verlaten?”
Soms zijn we ontgoocheld dat U zich niet duidelijker
manifesteert en vertoont.
Ja, God, ons hart lijdt vaak onder uw afwezigheid.
Wij bidden U:
doe ons geloven
dat U dan ons ook nabij zijt,
dat U ons draagt
en dat U zelfs in en zonder ons aan het werk zijt.
Maak ons mensen van hoop
die uit eigen ervaring getuigen
dat U ons veranderd hebt
dat U ons uw woorden en uw vriendschap schenkt
om nog meer te veranderen
en dat we vast durven geloven
dat ook in deze tijd
uw oogst zeer groot is.
Maak ons dan tot arbeiders van die oogst
Vandaag en alle dagen tot in eeuwigheid.
Amen.
Deken Jaak Janssen