Deze zomer brachten we reeds een artikel over de betekenis van de diensttaak die een diaken op zich neemt. Deze week willen we Pascal zelf beter leren kennen.
Pascal, je bent niet echt een onbekende voor vele van onze lezers.
Ik vermoed van niet. Ik ben een rasechte Gentenaar, oorspronkelijk van de Sint-Baafsparochie. Ik kom dus eigenlijk opnieuw thuis. Opgegroeid aan de Dampoort, actief geweest op de Sint-Machariusparochie, en getrouwd met Ria van de Sint-Michielsparochie. Wie me niet van vroeger kent, zal mij nu natuurlijk associëren met het Sint-Baafshuis waar ik als huismeester actief ben.
Je hebt eigenlijk altijd voor de kerk gewerkt.
Ja, hoe gaat dat... Ik ben godsdienstleraar van opleiding, en na 8 jaar interims in voornamelijk Gentse stadsscholen, werd ik door Lode Aerts gevraagd om secretaris te worden van de Interdiocesane Jeugddienst. Dat waren boeiende tijden: 5 zeer verschillende diensten behoedzaam samen brengen en de werkingen op elkaar afstemmen, zonder dat elk zijn eigenheid verliest. Daarna ging ik werken voor het CCV, de vormingsdienst van ons bisdom.
Wanneer voelde je je geroepen tot diaken?
Dat heeft altijd gesluimerd, besef ik achteraf. Maar toen we in de Oude Abdij van Drongen gingen wonen en werken, vielen de puzzelstukjes in elkaar. We mochten daar samen met 2 gezinnen en een aantal Jezuïeten een zeer inspirerende tijd beleven. Samen bidden, groepen en personen ontvangen, lezingen bijwonen en zelf organiseren, maar bovenal zeer veel inspirerende mensen ontmoeten.
Ik leerde daar van Dirk Boone dat je best iets voor anderen organiseert, waar je ook zelf naartoe zou komen. Dat klinkt misschien vreemd, maar is het niet. De voorbereiding van een initiatief betekende in de eerste plaats dat we onszelf onderdompelden in de materie. Ook de liturgie vierden we zo. Als een geschenk dat ons meevoert, niet als een eigen werkstuk.
Als grap werd vaak gezegd dat we enkel nog een diaken nodig hadden in de maandelijkse liturgie, en dat ikzelf dat best zou zijn.
Wat een mooie grap, want wat reeds lang sluimerde kwam aan de oppervlakte. God riep me, dat werd nu toch eindelijk voor mezelf duidelijk. En als Joost De Boever, onze pastoor die ik al kende van op Sint-Macharius, na de zondagse viering vroeg of ik het niet zag zitten om diaken te worden, heb ik eindelijk de stap gezet.
Hoe kijk je aan tegen de veranderingen in het kerklandschap?
Ach, wat moet ik daarop antwoorden? Ik merk een grote malaise op verschillende vlakken. Velen hollen achter de feiten aan. Ik ontmoet veel vrijwilligers en vrijgestelden die verkondigen dat we met te weinig zijn, en dat we keuzes moeten maken, maar die in de feiten geen rekening houden met het kleiner aantal vrijwilligers en geen keuzes maken. Je kan je niet voorstellen welke (drog)redenen ik allemaal hoor om toch maar niets te veranderen. “We hebben het altijd zo gedaan”, “de mensen willen dat zo”, “het bisdom gaat niet snel genoeg (of net te traag)”, “we gaan onze eigen weg (kerk) gaan”,…
Daarenboven merk ik dat bij vele medewerkers de verdieping van het eigen geloof, of een bezorgdheid om eigen geloofs- en gebedsleven onvoldoende plaats krijgt.
“Wij moeten iets organiseren voor de anderen”, dat is de drijfveer. Goedbedoeld, maar vaak vruchteloos.
Deze houding trof ik veel minder aan bij relatief nieuwe vrijwilligers. Ik ben hoopvol gestemd dat deze mensen zich niet (meer) zullen laten verleiden om ‘voor de anderen’ iets te organiseren, maar anderen uitnodigen om samen op weg te gaan.
Eerste bekommernis zou moeten zijn of we het Blijde Nieuws verkondigen in woord én daad. Maar hiervoor moeten we eerst zelf onder het Woord gaan staan: we hebben levenslang bijscholing nodig!
Wat is precies de taak van een diaken, volgens jou?
In ieder geval handelt een diaken niet in de plaats van de anderen. Hij is niet degene die plaatsvervangend alle zorg voor armen en gekwetsten op zich neemt.
Het dienstambt van de diaken wil juist heel de Kerk meer diaconaal maken.
Tijdens het 2de vaticaans concilie legde men trouwens geen concrete taakomschrijving vast.
Belangrijk is wel dat diakens nooit handelen in eigen naam, ze verwijzen steeds naar Christus. Een diaken vraagt als het ware in Jezus’ naam: ‘Je bent de arme, de uitgestotene toch niet vergeten?’
Je blijft vrij vaag over je taakomschrijving?
Ik heb mijn handen meer dan vol met mijn opdracht in het Sint-Baafshuis. In overleg met de verantwoordelijke voor de diakens en onze pastoor Jurgen zal ik een zending krijgen die hiermee rekening houdt. Ik hoop echter dat mijn leven niet volledig omgegooid wordt. Dat zou niet stroken met het beeld dat ik heb over het diakenambt. Alsof mijn aandacht en liefde voor de arme afhankelijk zou zijn van een wijding. Ik hoop dat ik als gedoopte tot nu toe op die roep van Christus ben ingegaan.
Als diaken zal ik wel uitdrukkelijker oproepen om met z'n allen, als Kerk, eerst de kant van de zwaksten te kiezen.
Ik ben er immers van overtuigd dat die keuzes meer dan vroeger op ons afkomen. Stel dat we, extreem gesproken, moeten kiezen tussen de uitbouw van een cultuuraanbod en de zorg voor de vergeten armen in Gent. Vanuit onze roeping als christen kan je toch maar 1 keuze maken?
Als ik mag, zou ik graag nog iets citeren dat me nauw aan het hart ligt. Het is van Madeleine Delbrêl, en ik hoop dat ik, welke zending ik ook krijg, met die ingesteldheid christen mag zijn.
“We komen God niet genereus aanbieden als iets wat van ons is. We komen niet als rechtvaardigen tussen zondaars, als gediplomeerden tussen ongeschoolden.
We komen vertellen over een Vader die de vader is van iedereen, door de enen al gekend, voor anderen nog onbekend. We komen bij de anderen als mensen die vergeven zijn, niet als onschuldigen. Als mensen die het geluk hebben gehad een roepstem te horen en het geloof te ontvangen. Niet als iets van ons, maar als iets dat in ons is neergelegd voor de wereld. Daaruit volgt een manier van leven.
We kunnen m.a.w. alleen evangeliseren met een broederlijk hart.”
Interview: Joke Vermeren