Roger Van den Berge
“Zalig zijt gij, gelukkig zijt gij!”
Zo verwelkomt Jezus de duizenden mensen die bijeengekomen zijn op die kleine heuvel aan het meer van Gennesaret.
Wie zijn dat, die mensen die naar hem zijn komen luisteren? Zeker niet de aanzienlijke, invloedrijke mensen, de mensen met geld en politieke macht, de vooraanstaanden van de joodse gemeenschap, priesters, schriftgeleerden en farizeeën. Zeker niet zij.
Wie dan wel?
Het zijn mensen die onder allerlei ziekten lijden, mensen die in Jezus’ woorden en daden troost vinden, mensen die het hard te verduren hebben onder de Romeinse bezetter, mensen die nauwelijks aan hun dagelijks brood geraken. Zulke mensen wenst Jezus proficiat: Gelukkig, zalig zijt gij, armen! Gefeliciteerd! U draagt God mijn Vader bijzonder in het hart.
Zouden ook wij dat soort van mensen gelukwensen? Dat zie ik toch niet gebeuren: wij applaudisseren enkel voor mensen die iets bijzonders hebben gepresteerd. Een voetbalploeg die overwint. Een zangidool dat duizenden jongeren doet springen en dansen. Een echtpaar, of pastoor die een of ander jubileum vieren, of als je verjaart, ja, dan krijg je ook gelukwensen. Maar armoe-mensen, mensen die treuren en wenen, die te lijden hebben onder gebrek en ziekte, die machteloos zijn, die niet terugslaan als op hen wordt geklopt, en die toch nog goed en barmhartig zijn: die krijgen van ons geen gelukwensen, die worden niet gefeliciteerd en gevierd!
Keert Jezus dan werkelijk alles om waar wij waarde aan hechten? Moeten we dan ophouden te streven naar welstand en welzijn, naar invloed en succes? Wij hebben ambities: we willen een excellente geneeskunde, we willen langs democratische weg politieke zeggenschap hebben, wij willen rechtvaardig behandeld worden: wij bevechten armoede en onderdrukking. Moet een christen dit alles laten? Is Jezus daar allemaal tegen?
Dat lijkt geen gemakkelijk, in een handomdraai te beantwoorden vraag.
Ik denk dat het hierom gaat.
Of je nu arm of rijk bent, machtig of machteloos, ziek of gezond, of je een vooraanstaande functie bekleedt of een eenvoudig werk hebt: zijn wij niet altijd arm en behoeftig, maken de gebeurtenissen in ons leven en in de wereld ons niet vaak treurig en ontgoocheld, lusteloos en onzeker?
Ons leven met zijn wel en wee is één groot mysterie, een mysterie dat – je kunt er niet buiten – de sporen draagt van gestadige aftakeling en eindigt in de dood. Maakt ons dat niet klein, doet ons dat niet uitzien naar hulp en hoop? Ja, hulp en hoop: die hebben we nodig. Jezus biedt het ons aan: als je je in je behoeftigheid tot mij wendt, dan geef ik je leven! Ik zal je verkwikken. Als je je niet groot acht, maar nederig en goed van hart bent, barmhartig, vergevensgezind, rechtvaardig en vredelievend: dan word je nu al rijk van binnen en wacht je de eeuwige vreugde.
Ik denk niet dat wij onze welstand en ons welzijn moeten opgeven om te kunnen leven als christen. Maar als christen weten we dat wijzelf ons leven niet kunnen realiseren los van Jezus, dat we niet het recht hebben vooruit te komen door anderen te verdrukken. We worden geen mens als we rechtvaardigheid willen zonder barmhartigheid, als we ons ten dode zijn volledig onder eigen controle willen stellen, als we maar vijf cent overhebben voor de armen, als er maar een kwartiertje afkan om vader te bezoeken.
De grondhoudingen die Jezus in zijn Zaligsprekingen prijst zijn bescheidenheid, zachtheid, openheid, geduld, van zorgzaamheid en zelfvergetelheid, van hoop en verwachting.
Proficiat, gelukgewenst, gefeliciteerd, als je de grondhoudingen die Jezus aanprijst nastreeft! Proficiat!
Op deze dag vieren we de mensen die Jezus’ woorden ter harte hebben genomen, getracht hebben te leven volgens zijn hart: zij delen nu voor eeuwig in zijn goddelijke liefde. Mogen ook wij in hun voetstappen daar eens deel kunnen aan hebben!!
Reacties
Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw.