Roger Van den Berge
Lucas weet het tafereel daar bij de stadspoort van Naïm voor onze ogen te schilderen: Jezus wil met zijn leerlingen en een grote groep mensen (hij moet veel succes gehad hebben) de poort van de stad binnen, en daar komt hen een kleinere groep tegen, een moeder, een weduwe, omringd door familieleden, die haar enige zoon buiten de stadsmuren gaat begraven. Een groep enthousiaste, blije mensen - een kleinere groep diep bedroefde en geslagen mensen.
De enthousiaste volgelingen die in Jezus geïnteresseerd zijn en hem willen leren kennen, krijgen een uitgelezen kans te weten te komen wat er echt in Jezus omgaat: hij is diep geraakt en aangedaan door het verdriet van de moeder, een weduwe. Een enige zoon na de dood van je man verliezen: wat een onheil, wat een pijn! Samen met haar zoon is er ook in de moeder iets gestorven: dat voelt Jezus aan en het beweegt hem diep. Zijn eerste aandacht gaat dan ook niet zozeer naar de dode jongen, maar de moeder: ‘Ween maar niet', zegt hij. Om haar te troosten schenkt hij haar haar zoon terug en droogt zo haar tranen. - Hier staan we voor twee dodenopwekkingen: van de jongen én van de moeder.
Dat is Lucas' boodschap: God komt in Jezus met een oneindig barmhartig hart zijn volk tegemoet en brengt hen hoop en vertrouwen, verruimt hun levenshorizont door lijden en dood te bevechten met een barmhartige, medelevende liefde. Het is merkwaardig: van een vraag om een minimum aan geloof als voorwaarde tot genezing is hier geen sprake. Zijn eigen ontroering om het leed van een mens volstaat voor Jezus om nieuw leven te wekken.
Heeft het zin om dat vandaag voor ons allemaal nog eens te lezen en te overwegen? Als wij een dood kind naar het kerkhof brengen, staat Jezus daar niet gereed om te troosten en het dode kind op te wekken. De dood blijft een realiteit. Ooit zijn die jongen en zijn moeder, en ook Jezus zelf, gestorven. Moeten we dan uiteindelijk niet toegeven dat de dood toch het laatste woord heeft? Dat wordt op onze dagen 't allen kante luid geroepen: er is geen hoop op eeuwig leven, dood is amen en uit.
Ja, je kunt zeggen: zo is het: dood is amen en uit. Je kunt ook, zoals Lucas ons met klem op elke bladzijde suggereert, vertrouwen dat wie in Jezus' nabijheid komt, zich door hem laat aanraken en zich door zijn medelijden laat treffen, een kracht voelt om uit ziekte en dood op te staan; een geloof in zijn hart voelt groeien dat ook de lichamelijke dood niet bestand is tegen het levenwekkend medelijden en de opbeurende barmhartigheid van Jezus.
Groot, diep mede-lijden, tot in de bodem van je ziel geraakt zijn door het leed en de nood van je medemens, wekt zonder twijfel nieuw leven. Filosofische overdenkingen of er na dit leven nog leven is, helpen niet. Maar waarachtig en oprecht medeleven, mee zorg dragen voor wie lijdt en in moeilijkheden verkeert, heeft altijd een levenwekkend effect. Als we Jezus willen volgen, zullen we mensen moeten zijn met een groot, gevoelig en medelevend hart. Een echte grote mens word je niet door je verstand, maar door je hart.
Voor een christen geeft het geloof in Jezus een extra dimensie aan het medelijden. Aan de menselijke bekommernis en aangedaanheid wordt nog iets toegevoegd, nl. God wordt gesmeekt dat hij de zieke, de lijdende, diegene die het aartsmoeilijk heeft, zal helpen. Paus Franciscus ziet dit gebed zo: je mag je bij God beklagen om het leed dat je ziet bij je oude vader of moeder, of bij de dodelijke ziekte van je zoon, of bij de verwoesting van de oorlog in Syrië enz.: bij God gaan klagen is een prachtig gebed dat God nog meer dan anders tot medelijden en hulp aanzet (in een homilie de voorbije week).
Zo zijn ook wij, christenen, in staat anderen tot leven te wekken: als we ons maar even sterk als Jezus laten aanspreken door de nood en het leed van de mens naast ons en er voor doen wat we kunnen en God smeken dat hij zou helpen en bijstaan. Filosoferen over leed helpt niets, mede-lijden en hulp bieden en bidden doen wonderen van genezing en opstanding.
Reacties
Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw.