Sinte-Geertrui werd in 620 geboren als dochter van Peppijn en de H. Iduberga. In plaats van in te gaan op een huwelijksaanzoek van hoog niveau, trad ze binnen in het klooster te Nijvel, dat door haar moeder gesticht werd. Ze werd er abdis in de plaats van haar moeder toen deze stierf.
Omdat ze zich graag toelegde op de studie van de H. Schrift, liet ze boeken uit Rome komen en nodigde ze Ierse monniken uit die haar de Schrift konden verklaren. Van haar wordt gezegd dat ze op een tedere manier met haar medemensen omging en dat ze in alle deugden uitblonk.
Ze stierf op 17 maart 659, 39 jaar oud. Haar relikwieën worden sinds 1272 in de kollegiale kerk te Nijvel vereerd.
In onze kerk wordt onze patrones enkel malen afgebeeld. Eerst en vooral hebben we het prachtige laatgotische eiken beeld van de heilige in een nis, rechts in de kruisbeuk. Sinte-Gertrudis draagt haar abdis-kleed en haar abdisstaf met zilveren vis. Het boek dat ze bij zich heeft is ofwel haar getijdenboek, ofwel de H. Schrift waarin ze zich verdiepte. Er bevindt zich bij het beeld een houten paneel waarop we lezen waarvoor de heilige aanroepen wordt: HIER DOET MEN DE CARITATEN TER HEEREN VAN DE H. MAGD GERTRUDIS, BEZONDERE PATRONESSE TEGEN DE KORTSEN, ALSMEDE TEGEN DEN HARWORP VOORAL BY KLYNE KINDEREN EN VOOR HET VERDRYVEN VAN RATTEN EN MUYZEN.
Links en rechts bij de kooringang hangen twee schilderijtjes; het zijn twee zijluikjes van een drieluik waarvan het middendeel verdwenen is. Op de paneeltjes is de H. Gertrudis afgebeeld zoals het eeuwen de gewoonte was: met staf waarop muizen lopen. De schilderijtjes dateren wellicht uit de 16de eeuw.