Zondag 17 oktober, een ochtend in de herfst. Het is niet echt zonnig maar het blijft droog. 22 kinderen en hun familie maken zich op voor de eerste communieviering. Het was goed dat we weer met velen konden samenkomen in de kerk.
Nadat we iedereen verwelkomd hadden vertelde priester Jos over Jezus en hoe hij zo boeiende verhalen kon vertellen. Verhalen uit het dagelijkse leven die iedereen begreep en waar mensen gelukkig van werden. Toen de mensen stilaan honger kregen, waren de vrienden bezorgd.
Zij wisten niet goed hoe zij zoveel mensen te eten moesten geven. “Heeft er iemand wat te eten bij “ vroegen de leerlingen van Jezus. Een kleine jongen bracht enkele broodjes en wat visjes naar de apostelen. Jezus dankt hiervoor en bad. Aarzelend haalden daarop hier en daar wat mensen brood boven. Het werkte. Als iedereen genoeg had, was er nog veel over.
Als we delen gebeurt er iets bijzonder, want zie je het is als een wonder. Als we delen gebeurt er iets bijzonder, Dan is er voor iedereen genoeg.
Bloemen en kaarsen, brood en wijn. De tafel werd klaargezet. We probeerden het stil te maken en terug te denken aan die laatste avond dat Jezus met zijn vrienden samen was en het brood brak. Dan was het grote moment aangebroken. We kregen voor het eerst een hostie. Zo mochten we voor het eerst echt meevieren aan de tafel van Jezus. Soms lijkt alles zo vanzelfsprekend, maar het is toch belangrijk om af en toe eens dank te zeggen. Daarom dank u wel aan iedereen die dit feest hebben mogelijk gemaakt. Op de eerste plaats een knuffel en een bloem voor onze mama’s en papa’s.
Moet ik nu de weg van Jezus gaan?’, vroeg ik. ‘Nee’, zei hij, ‘ga maar je eigen weg’. ‘Moet ik dan niet de weg van Jezus gaan?’, vroeg ik opnieuw. ‘Nee’, zei hij, ‘ga maar je eigen weg … en vraag Jezus om met je mee te gaan’.
Ondanks de slechte voorspellingen was er toch een straaltje zon en trokken we superblij naar huis om verder te feesten.