Zaterdag 2 juni omstreeks 10.30 uur, nogal wat, en meer dan verwacht en gehoopt, schoon volk op het Kolonel Slaterplein voor het bezoek aan een religieuze viering van de Koptische Christenen in de Sint Jan Evangelist-kerk.
Wat was het dat ons deed verzamelen?
Nieuwsgierigheid? Een stap in het onbekende? Zoeken naar (h)erkenning, naar tekenen van verbondenheid in een oecumenische geest? Zoeken naar een antwoord op de vraag aan wie en waarvoor de kerk (deels) werd afgestaan? Kijken naar wat de Kopten inmiddels aan het gebouw veranderd hebben, ervan gemaakt hebben?
Een vluchtig gesprek, een hier en daar opgevangen opmerking, geïnteresseerd klinkend commentaar en op al deze vragen kan met een grote JA geantwoord worden. Ik ontdekte zelfs een vleugje religieus toerisme, want waarom ook geen bezoek aan een boedha-tempel organiseren?
Een ietwat troebele lucht, de overmatige geur van wierook en een repetitief gezang kwam ons tegemoet samen met twee mooie jonge dames, hun waarschijnlijk Egyptische afkomst dragend op gelaat en houding. De rol van hostess was hen op het lijf geschreven, ons ontvangen en wegwijs maken was de opdracht die ze met veel vriendelijkheid en verve vervulden en zo voelden wij ons verwacht en welkom.
Aangenaam.
En ja, er is een en ander veranderd in het kerkgebouw, ten goede, dat konden we met eigen ogen aanschouwen, daarvan kunnen we getuigen. Want er is, door deze relatief kleine gemeenschap van immigranten, keihard gewerkt, er zijn broodnodige herstellingen uitgevoerd, het oogt weer netjes, de kerk heeft opnieuw de positieve uitstraling die ze verdient.
Bijna uiteraard is het vooral de Iconostase die de blik en de aandacht trekt. Ontworpen op maat van de kerk, architectonische vormgeving respecterend, is ze gemaakt in Egypte en met bijzonder veel zorg overgebracht om hier in Wilrijk opgebouwd te worden, een streling voor het oog van wie van houtwerk houdt en de bewonderaar van iconen kan best tevreden zijn.
We wisten het vooraf; een Koptische dienst duurt, in onze ogen, erg lang maar je kan en mag op elk moment aansluiten en dat doen de Kopten zo en voor de gelegenheid wij met hen. Vader Moussa was rond de klok van 9 van start gegaan en was zowat halfweg de viering, aan het grote verzoeningsgebed.
De kerk was niet overvol volk maar verrassend veel jonge mensen, (daar kunnen wij alleen maar van dromen) moeders met kleine kinderen … beweging en leven gegarandeerd dus.
Op zaterdagochtend verloopt de dienst in het Nederlands. Teksten werden drietalig geprojecteerd; Nederlands, Arabisch en vermoedelijk Koptisch want dat laatste blijkt een eigen taal te zijn. Op het altaar ontwaarde ik zowaar een pc of tablet, geen last dus van te veel door elkaar liggende tekstblaadjes.
Deze Kopten hebben stevige en vaste zangstemmen, alle teksten en gebeden worden aansluitend en zonder onderbreking gezongen, geen instrumentale begeleiding, een zich herhalende toon en melodie. Een monotoon of repetitief gezang in kerk, tempel of moskee … wanneer men er zich durft aan overgeven kan het bijzonder rustgevend zijn, een verheffend effect hebben, een weg dromen ...
Voorbij de eerste onwennigheid werden essentiële element van dit gebeuren herkenbaar. Weliswaar in een andere volgorde, herkenden we gebeden die ook wij, bijna woordelijk, elke zondag uitspreken.
Achter de nu openstaande iconostase staat zichtbaar het altaar waaromheen de celebrant (vader Moussa) en een aantal acolieten, evenwel met de rug naar de mensen in kerk, de liturgische handelingen uitvoeren.
Dankgebed … consecratie … communie onder twee gedaanten ….
Bij het slot van de viering wordt de iconostase weer gesloten, gordijnen dichtgeschoven.
Onmiddellijk na het afsluiten van de dienst kregen we een korte, verhelderende toelichting over de Koptische kerk, het ontstaan ervan in Egypte en de situatie in België. Zo leerden we ondermeer dat de Kopten 200 (!!!) vastendagen per jaar kennen, momenteel is er de vastentijd van de apostelen.
Tot slot boden vader Moussa en zijn medewerkers ons in de pastorij een receptie aan, overvloed aan hapjes en drankjes.
Dank dat we erbij mochten zijn, dat het onbekende wat bekender werd.