Op zondag 15 januari, kwamen we met onze 12 vormelingen samen in de Sint-Bavokerk.
We hebben eerst samen gezocht wat parochie, wat kerk-zijn eigenlijk betekent.
We mogen ons een christelijk gemeenschap noemen als we blijven samen komen en vieren, als we zorgdragen voor onze medemens, als we het verhaal van Jezus blijven voortvertellen.
In de woord- en communiedienst luisterden we naar twee oude verhalen.
Jesaja hamert erop, dat het joodse volk zijn vertrouwen moet stellen op God, en niet op bondgenootschappen met andere staten.
Dat kan namelijk alleen maar tot oorlog en verwoesting leiden.
Hij geeft ook hoop. Hij zegt: ”ooit zal er iemand komen die “dienaar van God” genoemd zal worden. Hij zal bevrijding brengen voor alle volkeren.
Johannes de Doper kan die dienaar zelfs aanwijzen.
Hij wijst Jezus aan als het lam van God.
Als we dan weten dat in de taal van Jezus het woord voor dienaar en het woord voor lam hetzelfde was, dan zegt Johannes eigenlijk: “daar is hij dan die dienaar van God”.
Jezus zal ten dienste staan van God en de wens van God ten uitvoer brengen.
Die wens van God is eigenlijk heel eenvoudig.
Het is de wens van God dat alle mensen ten volle en gelukkig kunnen leven.
Hoewel Johannes Jezus al lang kende had hij dit nooit in Hem gezien.
Tot op dat magische moment dat Jezus zich door Johannes laat dopen.
Dan ervaart Johannes op de een of andere manier dat Jezus een speciale goddelijke band heeft. Hij probeert zijn ervaring onder woorden te brengen en zegt:
“Ik heb gezien hoe de Geest als een duif uit de hemel neerkwam en op Hem bleef rusten.” De Geest van God kwam over Jezus, en daarmee begon Zijn goddelijke opdracht.
Het komt erop neer dat Jezus op dat moment ten volle beseft wat God van hem wil.
En wat wil God?
Dat Jezus zich zou inzetten om alles wat mensen klein houdt en onderdrukt, alles waarmee mensen elkaar de duvel aandoen, de wereld zou uit helpen.
Dat alles noemen wij dan “het kwaad” of “de zonde”.
Daarom zegt Johannes dan ook: “dat is dan het lam Gods dat de zonde uit de wereld wegneemt”.
Dat is degene die het goede in de wereld tot stand kan brengen.
En dat heeft Jezus dan ook heel consequent gedaan.
Hij heeft verteld en voorgedaan hoe je mensen gelukkig kunt maken,
hoe je mensen een menswaardig leven kunt geven,
hoe je Gods’ droom waar kunt maken.
Over enkele maanden ontvangen onze vormelingen het Vormsel, het sacrament van de Geest.
Op dat moment zal er geen duif over hen neerdalen, maar we hopen wel dat ze net zoals Jezus zullen openstaan voor die goddelijke opdracht om mensen gelukkig te maken.
Als teken van hun engagement hadden we gevraag dat de vormelingen hun motivatie om gevormd te worden met hun ouders zouden bespreken en in
enkele woorden neer te schrijven.
Tijdens de viering mochten ze dan deze tekst op het prikbord prikken.