De Witte Donderdag-viering in Berkenrijs was niet gewoon. Reeds als je binnen kwam kon je het al merken. Er stond een grote tafel met stoelen rond en op de tafel bloemen en kaarsen, maar ook een reeks wijnglazen, twee kruiken met wijn en een mand met ronde platte broden, die, zoals werd gemeld, gebakken waren door mensen van de de Koptische gemeenschap.
De viering was eigenlijk het verhaal van het laatste avondmaal van Jezus waarin elementen van de eucharistie zoals de schuldbelijdenis en de voorbeden waren verwerkt.
De eerste lezing was het verhaal van de uittocht van het Joodse volk uit Egypte. Dit verhaal werd ook verteld op het laatste avondmaal van Jezus. Het was om dit gebeuren te gedenken en er om te danken dat Jezus met zijn leerlingen was samen gekomen. Maar het liep toch een ietsje anders dan het de traditie was. Het brood werd immers teken van Jezus zelf, zoals het brood gebroken werd, zo zou ook Hij gebroken worden. Tijdens dit gebeuren werd het heel stil rond de tafel. We kregen enig aanvoelen van wat er op het laatste avondmaal moet gebeurd zijn.
Met de communie werd het brood ook echt gebroken en gedeeld met elkaar en het was geen klein stukje dat men kreeg aangereikt. Ook de wijn werd, zoals op het laatste avondmaal, gedeeld.
Bij het einde hadden we het gevoelen dat we heel dicht bij het verhaal van het laatste avondmaal waren geweest en het heeft ons geraakt.