Dank aan priester Johan Dekeyser
Op vraag van de redactie Kerk en leven stel ik mij graag even voor. De aanleiding daartoe is dat ik in de voorbije maanden juli, augustus en september regelmatig als voorganger in de weekendviering fungeerde in een aantal van de kerken die deel uitmaken van de pastorale eenheid “De Jordaan”. Aangezien vanaf oktober het aantal weekendvieringen beperkt wordt kan van dan af priester Marc Coudijzer de taak van voorganger in principe alleen aan. Dat belet niet dat ik ook in de toekomst graag inga op de vraag om bij gelegenheid her en der binnen de pastorale eenheid in één weekendviering voor te gaan.
En nu toch even een korte voorstelling van wie ik ben…
Ik bracht mijn kinder- en jeugdjaren door in het landelijke Zerkegem dat sinds de 70er jaren deel uitmaakt van de gemeente Jabbeke, gelegen tussen Brugge en Oostende. Ik doorliep de kleuter- en lagere school in mijn geboortedorp. Ik bewaar aan die schooljaren de allerbeste herinneringen zoals trouwens meer algemeen aan Zerkegem waar ik toendertijd heel veel mensen kende. Graag kom ik er dan ook bij gelegenheid nog eens terug. Een extra reden is dat mijn ouders en een jongere broer er begraven liggen.
Op mijn twaalfde werd ik – in het voetspoor van mijn vader en mijn nonkels – leerling van het Kleinseminarie te Roeselare, beter gekend als “het college”. Ik was er – overigens heel graag – intern en volgde, na een voorbereidend jaar, de Latijn-Griekse humaniora. Eerstdaags staat trouwens een reünie gepland in het verre Limburg met een groep mede-internen van toen. Eén van hen woont in Zutendaal… vandaar de locatie.
Ik maakte na de collegejaren als negentienjarige heel bewust de verre van evidente keuze om aan het Grootseminarie te Brugge de priesterstudies aan te vatten, net zoals mijn toenmalige klasgenoot Lode Van Hecke die momenteel bisschop van Gent is. Mijn seminariejaren met een tweejarige cyclus filosofie en een vierjarige cyclus theologie heb ik als heel positief ervaren. Ik deed er veel kennis op maar vooral hield ik er vrienden voor het leven aan over.
Na mijn priesterwijding benoemde de toenmalige bisschop Jozef Desmedt mij tot leraar en opvoeder aan het mij zeer vertrouwde college van Roeselare. Als 25-jarige stond ik volop tussen jonge mensen. Veel van mijn vroegere leraars waren nu mijn collega’s. Hoezeer ik ook graag mijn taak vervulde in het college, toch begon ik te verlangen naar het parochiewerk.
Gedurende vijftien jaar was ik medepastoor op de Sint-Katharinaparochie te Assebroek. Tijdens nog eens vijftien jaar was ik pastoor op de Sint-Maartensparochie te Kortrijk alsook, gedurende de laatste periode daarvan binnen de federatie Groeninge waartoe ook de Onze-Lieve-Vrouw- en de Sint-Jansparochie behoorden. Zowel in Assebroek als in Kortrijk gaf mijn taak als priester mij heel veel voldoening onder andere door de goede samenwerking met geëngageerde mensen om mij heen. Toch wou ik na vijftien jaar pastoraal werk in de stad nog eens iets totaal nieuws en anders in mijn leven als priester. Op mijn eigen voorstel werd dat hartje Westhoek waar ik pastoor werd in Lo en Pollinkhove. Later kwamen daar de parochies Merkem, Reninge en Noordschote bij. Ook aan deze tien jaren bewaar ik zeer goede herinneringen.
Eind 2019 kreeg ik vanwege bisschop Lode Aerts de vraag om in zijn naam oudere en zieke priesters over het ganse bisdom te bezoeken. Dat is momenteel mijn belangrijkste taak. Het betekent veel op de baan zijn naar her en der en vooral ook veel actief luisteren naar het verhaal van lief en leed van mijn collega’s : een delicate maar boeiende taak.
Op weekdagen doe ik ’s morgens van maandag tot en met zaterdag de mis bij de zusters van Aalbeke en op vrijdagavond bij de zusters van St.-Niklaas in Kortrijk. Enkele medegelovigen houden er aan daarbij aanwezig te zijn. In de weekends ben ik vrij en ga ik graag in op de vraag van priesters en parochies uit de regio om wat hulp te bieden. Zo komt het dat mij de vraag gesteld werd om binnen de pastorale eenheid “De Jordaan” geregeld dienst te doen. Opnieuw is het een vreugde om mij in verschillende parochies omringd te weten door geëngageerde mensen.
Ik wil dit overzicht stilaan afsluiten met nog even stil te staan bij mijn vrijetijdsbesteding en mijn hobby’s. Als natuurliefhebber wandel en fiets ik graag… weliswaar geen al te grote afstanden. Ik ben ook muziekliefhebber. Johan Sebastian Bach die ik leerde kennen tijdens mijn seminarieopleiding is voor mij het summum. Jaarlijks probeer ik dan ook – naast één of ander concert – een uitvoering van de Matteüspassie mee te pikken. Toch is het niet al Bach wat de klok slaat. Het betere Nederlandstalige lied, met o.a. namen als Johan Verminnen, Boudewijn de Groot, Yevgueni, Herman van Veen kan ik ook best smaken. Maar ook van een simpele meezinger – een “schlager” – zeg maar, kan ik bij momenten genieten. Ik zing trouwens zelf ook graag en niet alleen het strikt kerkelijke repertorium. Sinds jaren heb ik de vaste gewoonte om voor het slapengaan nog wat te lezen: vooral theologie en spiritualiteit, ook wel eens een biografie of wat poëzie. Momenteel lees ik een kanjer over J.S. Bach. De binnenlandse (politieke) actualiteit interesseert mij al sinds mijn jeugdjaren. Ik volg die via de krant of televisie. Zo ook de Nederlandse actualiteit. Ook de internationale politiek probeer ik wat te volgen, maar in mindere mate. Ik ben graag onder de mensen maar kan even goed genieten van de stilte en het alléén-zijn.
Wat het kerkgebeuren in de toekomst betreft ben ik realistisch en besef ten volle dat de ontkerkelijking verder gaat… meer dan ons lief is. Tegelijk ben ik positief gestemd in de overtuiging dat de evangelische boodschap – een werkelijk goede boodschap – in zijn volle breedte en diepte – zo sterk is dat die op één of andere manier de tijd zal overleven en mensen zal blijven inspireren of , met Jezus eigen woorden “De Geest waait waar Hij wil.”
Een hartelijke groet en tot weer bij gelegenheid: priester Johan