HOFFELIJKHEID IN HET VERKEER
‘Je nederig opstellen ten opzichte van iemand anders’
Hoffelijkheid is niet opgenomen in de wegcode, maar is wel essentieel voor ieders welzijn en veiligheid. We zijn echter niet op de goede weg als het op hoffelijkheid in het verkeer aankomt. Dat blijkt althans uit recent onderzoek van het verkeersinstituut VIAS dat aantoont dat de fysieke agressie tussen bestuurders toeneemt. Hoe zou dat komen? We stapten binnen in de nieuwe vestiging van Rijscholen Lust in Harelbeke en vroegen het aan opleidingsverantwoordelijke Jean-Pierre Bardijn. Jean-Pierre is docent Reglement & Wetgeving en tevens praktijkleraar bij deze autorijscholengroep. De ideale persoon dus om de situatie in te schatten.
‘Waar de wegcode eindigt, begint de hoffelijkheid’: zo staat het op de website van de politie.
Jean-Pierre: ‘Daar kan ik mij helemaal bij aansluiten. Als je hoffelijk bent, ga je je een beetje nederig opstellen ten opzichte van iemand anders. In feite ga je jouw eigen rechten delen met iemand anders die van diezelfde rechten gebruik mag maken. Stel dat het aan het regenen is dat het giet, en dat je onderweg iemand kleddernat met de fiets ziet wachten om over te steken aan een oversteekplaats voor fietsers. Dan ga je toch stoppen? Je moet helemaal niet stoppen. Het kan zelfs levensgevaarlijk zijn. Maar toch doe je het. Wel, dat is hoffelijkheid. Het enige gevaar dat eraan vastzit, is dat de ontvanger van de hoffelijkheid dit gaat beschouwen als een gewoonterecht. Fietsers hebben de laatste jaren bijvoorbeeld de neiging om niet meer te stoppen aan de omgekeerde driehoeken. Waarom? Omdat de hoffelijkheid van de autobestuurders zo evident geworden is. Men is gaan denken: de auto’s stoppen toch, dus waarom zouden de fietsers nog stoppen? En dan loopt het wel eens verkeerd’.
Het zou niet zo goed gaan met de hoffelijkheid in het verkeer. Meer zelfs, men komt tot de vaststelling dat fysieke agressie in het verkeer aan het toenemen is. Hoe komt dat?
‘Daar zijn meerdere redenen voor. Laat ons beginnen bij het gezin. Tegenwoordig zijn jonge gezinnen geen enkele avond meer vrij. Geen enkele woensdagnamiddag meer vrij. Geen enkele zaterdag vrij. De kinderen en de jongere ouders hebben veel meer nevenactiviteiten dan toen ik hun leeftijd had. De mensen hebben (financieel) veel meer mogelijkheden, maar dat geeft ook een enorme druk. Want ze raken niet meer uitgerust. Het is druk, druk, druk. Een dame die van haar werk naar huis rijdt, beleeft in haar hoofd één grote chaos: ze moet koken, maar ze moet eerst nog winkelen, de kleine moet naar de voetbal, de andere moet naar de tennis, de derde moet naar de pianoles, zelf wil ze ook nog even relaxen in het bad, maar dan moet ze haar kinderen weer ophalen,… Daar is ze allemaal mee bezig. En dat zijn interne afleidingen. Ze is niet meer bezig met het verkeer. Welnu, de eerste die dan plots vóór haar auto terechtkomt, die krijgt de spreekwoordelijke vinger. Of getoeter. Ik noem dat de definitie van een seconde. Dat is de tijd dat het duurt voor dat iemand aan de stoplichten claxonneert als het groen wordt. Want we moeten vertrekken. Iedereen is gehaast. Ook in de bedrijven: time is money. Het is ontzettend wat je allemaal hoort over de druk bij de bouwvakkers, de transporteurs, delivery centra,… De mensen kopen vandaag iets en willen het gisteren krijgen. We zijn een gejaagd volkje geworden. Een andere grote oorzaak is het te grote aantal voertuigen op onze wegen. We liggen geografisch slecht. Iedereen die op de wereldkaart van boven naar beneden moet, passeert door België. Maar ook van oost naar west en van west naar oost. Bovendien zijn we het goedkoopste land om in rond te rijden, want behalve voor vrachtwagens is er in België weinig of geen tolheffing. En dan is er het feit dat zowat iedereen zijn eigen personenwagen heeft. Ik doe ongeveer 60.000 km op een jaar en ik merk tot mijn grote ergernis hoeveel mensen – mezelf incluis – alleen in de auto zitten. De carpool staat leeg en iedereen rijdt alleen in de auto. Dus samengevat: er is de familiale druk, de economische druk en het te grote aantal voertuigen. En dat alles resulteert in een kort lontje’.
Ervaar je dat ook in onze contreien?
‘Zeer zeker. Vandaag nog reed ik vanuit Kortrijk naar Brugge. Nu ben ik in de rijschool gekend als een ‘plakkaat rijder’. Dat wil zeggen: 50 is 50; 70 is 70, 120 is 120. Ik wil mijn rijbewijs niet kwijt, punt. En er reed iemand achter mij die zich ergerde tot en met. Die was aan het bumperkleven, flitsen met zijn lichten, toeteren, de vinger omhoog,… Een jonge man van rond de 20-30 jaar. Ik heb die doorgelaten want het had geen zin om te blijven plakken voor zijn neus. En ik weet niet waarom hij zich zo opwond, want de eerstvolgende afrit ging hij eraf’.
Was het vroeger dan zoveel beter gesteld met ons gedrag in het verkeer?
‘Ja, het is nu erger geworden. Iemand die zijn rijbewijs ingetrokken wordt, die moet opnieuw theorie volgen en opnieuw praktijk doen. Tussen 2000 en 2010 had ik in de scholengroep per maand één persoon of helemaal niemand die ontzet was van het recht tot sturen. Dus van wie het rijbewijs was ingetrokken door de rechter. Als je een persoon van 43 merkte dan wist je dat die niet tussen die 17-jarigen hoorde. Nu is dat wekelijks. En niet één, maar twee personen. De rechters gaan erin mee. Ze moeten ergens kunnen remmen. Maar ik vind het erg dat je alleen maar iemand kunt treffen door te straffen. Waarom wordt bepaald dat op een weg 70 km per uur moet gereden worden? Niet om te zeggen dat als je harder rijdt, je gepakt zult worden. Neen, die 70 staat er voor de verkeersveiligheid en voor niets anders’.
Hier volgen enkele tips van Jean-Pierre om ons hoffelijk op te stellen in het verkeer:
- Als een bestuurder zijn route zou plannen op voorhand, zou er al minder agressie zijn en meer hoffelijkheid. Omdat hij dan tijd krijgt.
- Rust regelmatig als je lange afstanden doet. Zeker in de zomer. Een vermoeid persoon is een prikkelbaar persoon. Het is levensgevaarlijk.
- Vermijd te allen tijde alcohol, drugs en soortgelijke middelen. Het zijn slechte dingen die veel agressie veroorzaken.
- Rij defensief i.p.v. offensief. We weten dat iemand die defensief rijdt, minder ongevallen veroorzaakt, minder snel hartkwalen krijgt, minder agressie veroorzaakt en de tijd neemt om hoffelijk te zijn’.
- Gun een ander ook eens iets.
- Vermijd interne afleidingen, zoals stress, persoonlijke ellende, dagdromen, psychische druk en ongemakken. Dat is 33% van de agressie.
Lieven Defour
Foto: © Jean-Pierre Bardijn