Getuigenis van Julien Vermote
Julien woont nu in Kortrijk, vroeger bij zijn ouders in Stasegem. Je kent hem waarschijnlijk wel als wielrenner die rijdt voor Cofidis. Maar dat is niet de reden van dit interview: we zochten een jonge dertiger om te spreken over oktober Mariamaand en meer bepaald over de rozenkrans. Hij was net terug van Italië waar hij meegedaan had aan de klassieker Tirreno-Adriatico toen we dit gesprek hadden.
Wat betekent voor jou oktobermaand en een paternoster?
Normaal is dat het einde van het koersseizoen. Dan wordt het wat rustiger, dit jaar is het anders. Mijn grootmoeder is ook in oktober gestorven, dit een tiental jaren terug. Zij heeft mij een paternoster gegeven voor ze stierf. Ze had van ieder afscheid genomen. Ik had ze nog de zaterdag ervoor gezien maar niet echt afscheid genomen. De dag van haar sterven reed ik Parijs-Tours. De paternoster kreeg ik via mijn pa, ze gaf die voor mij. Ik deed die dan ook op die wedstrijd aan. Na de wedstrijd ben ik er ’s nachts nog bij geweest en hebben we nog met elkaar gesproken. Vijf minuten nadat ik de kamer verlaten had stierf ze. Het is alsof ze gewacht heeft om ieder gezien te hebben. Als ik die paternoster bij me heb denk ik dan terug aan haar. Ik ben gelovig opgevoed en ben nog gelovig. Die paternoster is zo ook meer dan een herinnering aan haar, maar is voor mij ook een tastbaar teken van mijn gelovig zijn.
Heeft die paternoster dan een speciale plaats gekregen?
Ik heb er lang mee gekoerst, ik had die bij me. Als ik nu rijd heb ik een andere bij me, ook van haar.
Waarom heb je die bij je als je koerst?
Een stukje verbondenheid. Ik reed de eerste koersen met haar geschenk bij me en ben dit blijven doen. Het leven gaat verder maar voor mij werd dit aandoen voor een wedstrijd een gewoonte. Je moet niet vasthouden aan het verleden, gedenken is goed maar het is ook meer. Het is mijn geloofsovertuiging.
En als ik nu eens stout ben: wat is het verschil met een konijnenpoot?
Geluk bedoel je? Je moet zelf koersen, he! Het is wel een hoop op een beetje bescherming. Maar je wordt niet vrij van vallen. Het is iets wat je meedraagt vanuit je gelovig zijn.
Kun je dat geloof ook delen?
Ja, ik ga ook naar de Sint-Michielsbeweging en Geert (de priester) kan het goed zeggen en leeft mee met de jongeren. Daar heb ik een groep. In de sport kan het dat je er eens kunt over praten. Je ziet toch wat renners die een kruisteken maken voor de wedstrijd. Maar geloven is ook vaak zo verschillend. Er is geen vaste definitie. Geloven krijg je mee, maar zelf moet je volwassen worden en keuzes maken. En het je eigen maken. Geloven moet sterker zijn dan vasthouden aan gewoontes en aan uiterlijke tekens. Geloof is ook meer dan denken, er worden ook daden gevraagd. En de Bijbelse verhalen moet je toch een paar keer horen en ook uitgelegd worden. Maar je moet het niet moeilijker maken, er zitten duidelijke eenvoudige raadgevingen in. En die moet je omzetten in je leven. En ieder op zijn eigen weg…
Wat zou je nog willen zeggen aan de lezers?
Het belangrijkste is er niet over babbelen maar ernaar proberen te leven.
Dankjewel Julien voor je getuigenis
Oorsprong van de paternoster
Pater Noster betekent “Onze Vader”. Hoe werd dit dan vooral een bidden tot Maria?
Al heel vroeg waren er mensen die apart wilden leven om vooral te bidden en te lezen in de Bijbel. Een aantal van die mensen hadden de gewoonte gemaakt om dagelijks alle psalmen te lezen. De gewone mensen wilden dit nadoen, maar velen konden niet lezen. Daardoor begon de gewoonte om “onze Vaders” te bidden en wel 150, evenveel als er psalmen zijn.
De grote start van de rozenkrans is in 1470 door de heilige Alanus, een dominicaan. Hij stichtte toen het broederschap van de rozenkrans. De rozenkrans werd vooral verspreid door de dominicanen. Daarvoor waren er al aanpassingen gebeurd en werden er al korte zinnetjes aan Maria toegevoegd.
Tot voor 2002 kenden we drie reeksen met elk vijf “geheimen”, gedachten met telkens 10 weesgegroetjes: de droevige geheimen, blijde geheimen en glorievolle geheimen. Zo komen we aan 5 x 10 en dit x 3 aan 150 weesgegroetjes. In 2002 voegde paus Johannes Paulus II de geheimen van het licht eraan toe.
Wilfried