Het koor Jocanti © Christine Baert
Karen Oberfeld: ‘Jocanti is een echte vriendengroep geworden’
‘Ik zie heel veel parochiekoren verdwijnen. Niet alleen omwille van het feit dat er minder leden komen, maar ook omdat er geen dirigenten meer zijn. Er zijn steeds minder mensen die koordirectie hebben geleerd en die hun tijd in een parochiekoor willen steken’. Aan het woord is Karen Oberfeld, al 14 jaar de koorleidster van ‘Jocanti’ in de lokale gemeenschap Sint-Jozef. Karen heeft sinds haar 10e altijd deel uitgemaakt van het koorgebeuren in onze regio. Ze zong achtereenvolgens bij het jeugdkoor De Nachtegalen, het Kortrijks Gemengd Koor, het Europees Jeugdkoor en het Gents Madrigaalkoor. Aan het Lemmensinstituut in Leuven studeerde ze Muziekpedagogie en Blokfluit. Tegenwoordig zingt Karen zelf in het Kortrijks Vocaal Ensemble, dat zonder twijfel tot de top van de koren in Vlaanderen mag gerekend worden.
Wat maakt het zo fijn om in een koor als Jocanti te zijn?
Karen: ‘Het is gewoon tof omdat je ‘samen’ iets creëert. Je werkt samen aan iets, je probeert dat zo goed mogelijk te krijgen en dan stel je dat voor aan een publiek. Dat gevoel van samenhorigheid is ontzettend belangrijk. Naast de concerten gebeuren er ook andere activiteiten, zoals het Sint-Ceciliafeest, een etentje, een uitstap,… En dat verbindt de mensen. Een koor heeft een groot sociaal belang. Voor veel mensen is het een sociaal anker. Dat maakt het voor mij heel waardevol. Zo is Jocanti echt een vriendengroep geworden. Ik vermoed dat er enkele mensen tussen zitten die anders de deur bijna niet uit geraken. De gemiddelde leeftijd is zo stilletjes aan de 80 aan het bereiken. We worden alsmaar dunner en kleiner omdat rekrutering een bijzonder moeilijk punt is’.
Wat is de drempel?
‘Om te beginnen komen de meeste jonge mensen al niet meer in de kerk. Die hebben daar geen feeling meer mee; ook niet van thuis uit. Velen vinden het bovendien niet ‘cool’. Ja, dat is wel zo hé. Naar buiten toe is het gewoon niet cool om tussen die ‘oude’ mensen te gaan zitten. Als jongere is dat een heel moeilijke stap. Je zou bijna met een groepje jongeren samen naar daar moeten trekken, zodat je onder elkaar nog een houvast hebt. En dan is er het feit dat je een avond in de week moet blokkeren voor de repetities. Ook dat is een groot probleem voor de jongeren van vandaag, want er is tegenwoordig zoveel aanbod.’
Ik neem aan dat je ook moet kúnnen zingen?
‘Ik krijg dikwijls van mensen te horen: ik zou wel willen zingen, maar ik kan niet zingen. Dan zeg ik: dat is niet erg, kom maar af. Iedereen kan zingen. De een zingt al juister dan de ander, maar iedereen die een normaal stel hersenen heeft en een normaal stel oren, die kan leren zingen. Wetenschappelijke studie toont aan dat elke pas geboren baby, zonder uitzondering, een gevoel heeft voor ritme en voor toonhoogte, tenzij er een hersenletsel is. Waarom raken we dat gevoel kwijt? Omdat het niet ontwikkeld wordt. Maar iedereen heeft het en iedereen kan het terug leren. In het begin is dat natuurlijk wel een beetje zoeken, maar dan zet ik zo een nieuweling naast een koorlid dat stemvast is en goed doorzingt. Op de duur zingt de nieuweling gewoon mee en is die helemaal mee weg’.
Hoe is het om dirigent te zijn?
Ik weet vanuit de koorfederatie dat veel parochiekoren op zoek zijn naar dirigenten en dat ze geen dirigenten vinden. De dirigent moet alles voorkauwen en voorzingen. Elke zin moet je er in stampen tot ze erin zit. Je moet misschien wel honderd keer hetzelfde zeggen en je mag je geduld niet verliezen. De meeste jonge dirigenten hebben het daar moeilijk mee. Die willen hun muzikaliteit kunnen botvieren; die willen nieuwe dingen kunnen uitproberen. Maar nieuwe dingen uitproberen met een tachtiger is niet altijd evident. Ik bedoel, tot op zekere hoogte trekt het koor mee en zolang het koor meetrekt met wat ik wil, kan ik verder. Maar op het moment dat ik voel dat ik een stap te ver ga, dan zet ik een stapje achteruit. En dan zie ik wel tot waar ze weer meetrekken. Eigenlijk is het een stuk nemen en geven. En ik krijg heel veel van het koor terug. Zolang mijn koorleden er iets aan over houden, er plezier aan beleven en zich goed voelen in die groep…, ja laat maar komen hé. Dus doe ik zo lang mogelijk verder, zo lang het maar gaat.
Concreet: als ik lid wil worden, wat moet ik doen?
‘Mij gewoon contacteren. Het is niet moeilijker dan dat. Bij ons moet je geen noten kunnen lezen. Als je er kunt lezen, des te beter. Je moet alleen bereid zijn om je in te voegen in een groep. Je mag niet uitgaan van ‘Ik kan goed zingen en dus zing ik’. Je maakt deel uit van een groep en jammer genoeg ben je als koorlid niet diegene die de beslissingen neemt. Ik moet dat dikwijls aan mijn koorleden zeggen: er staat daar wel op het papier ‘vertragen’, maar ík beslis wanneer we beginnen te vertragen en hoeveel we vertragen. Als iedereen op zijn eigen ritme begint te vertragen dan krijgen we dat niet samen. Je moet je dus kunnen inpassen. Dat is al’.
Hoe zou je mensen overtuigen om bij een koor aan te sluiten?
‘In welk koor je gaat zingen, maakt weinig uit. Als je graag zingt; als je een toffe groep zoekt waarin je je goed kunt invoegen; als je iets wil bijleren; als je iets wil teruggeven aan de maatschappij en een manier zoekt om je dankbaar te tonen voor wat je krijgt,… wel dan is een koor een ideale plaats. Zeker een parochiekoor. Want als er mooie muziek is op een viering, mag ik heel dikwijls horen: “Het was zo ontroerend. Ik ben even in de wolken geweest, dank je wel”. Wel dan is mijn dag goed. Dat is het grootste compliment dat men kan maken op dat moment. Dat is zalig’.
Lieven Defour
Wil je lid wil worden van een koor in onze Pastorale Eenheid De Jordaan Harelbeke, dan kan je terecht bij:
- Het Koninklijk Sint-Salvatorkoor: Annemie Desloovere, tel. 056 / 72 53 54
- Jocanti Sint-Jozef: Karen Oberfeld, tel. 056 / 29 90 20
- Jongerenkoor Harelbeke: Rita Sustronck, tel. 056 / 71 83 77
- Vitalis Stasegem-Zandberg: Diederik Glorieux, tel. 0497 / 54 06 73
- Sint-Ceciliakoor Bavikhove-Ooigem: Linda Dujardin, tel. 056 / 66 69 70
- Vriendenkoor Bavikhove: Erna Vandenabeele, tel. 056 / 70 18 91