Voor 25 januari op de heiligenkalender staat de bekering van Paulus. In Handelingen 9 kunnen we lezen wat er met hem gebeurde toen hij de christenen wilde vervolgen nabij Damascus. Hij zag een groot licht en viel. En een stem riep: “Waarom vervolg je me?”. Hij stond op, was met zijn gezelschap stom verbaasd en was drie dagen blind.
Vroeger werd er verteld dat hij van zijn paard viel, maar het paard is niet vermeld in de Bijbel… Paulus was eerst zeker van zijn stuk. Hij was een diepgelovige jood en kon het niet verdragen dat een kleine groep, de christenen, zijn geloof zomaar veranderden. Het was als het ware zijn stokpaardje om daar iets aan te doen: De christenen die het joodse geloof verdraaiden moesten weg. En toen gebeurde het: er was een groot licht dat hem verblindde en een stem. Zijn stokpaardje schoot van onder hem weg, een stem en een licht verwarden hem en hij zag het niet meer zitten, werd blind. Hij had een geloofscrisis. Zijn zekerheden vielen weg.
Ook bij ons gebeurt het dat we niet meer op dezelfde manier geloven als het kind dat we eens geweest zijn. God zit voor mij niet meer letterlijk boven de wolken op Zijn troon. Zekerheden worden in vraag gesteld opdat we zouden kunnen groeien in geloof. Bij Paulus was de stem die van Jezus, bij ons kunnen het verschillende stemmen zijn. Zo hebben we de stem van ons geweten, de opstandige eigen stem vanuit het ervaren van moeilijkheden, de stem van onszelf door verder na te denken, de stem van een andere en ook de stem van de Andere, God, Jezus of een afgezant. De eigen groei in geloof is belangrijk. Zo mogen we onze vragen in geloof ook stellen en mogen we hopelijk volwassener worden in relatie met die Andere en met onze medemensen en het leven.
De bisdommen hebben voor ons een project van drie jaar uitgetekend. Het eerste jaar was “de vreugde van het Evangelie”, dit jaar is het werk maken van verkondiging en volgend jaar zal het over gemeenschap vormen gaan. In onze geloofstocht en het al dan niet ervaren van vreugde in het Evangelie hebben we steun nodig. Daarom is verkondiging zo broodnodig.
Paulus die als het ware het vroegere Noorden kwijt was had anderen nodig die hem het geloof bijbrachten. Hij werd verzorgd en opgevangen door een zekere Ananias die aan hem vertelde over Jezus en in zijn doen en laten ook toonde wat leven was in geloof. Paulus ervoer in die tijd de vreugde van het evangelie en hoe die ook ten dienste stond van anderen.
Toen Paulus het weer zag zitten ging hij zelf op weg om het geloof in Jezus aan ieder te verkondigen. Hij ondernam grote reizen en ging ter plaatse om te getuigen van zijn geloof. We vinden in de Bijbel veertien brieven die aan hem toegeschreven zijn en daarvan weten we dat zeven ook zeker van hem afkomstig zijn.
In het zelf ervaren hoe deugddoend het is om naar het Evangelie te leven hebben we nood aan mensen die ons met momenten ook weer dichter bij dat Evangelie brengen.
In onze Pastorale eenheid, en zeker ook plaatselijk zijn er nogal wat momenten van verkondiging. Zouden het er meer mogen: natuurlijk! Maar laat me ze toch eens aan je voorstellen:
Het meest voor de hand is de homilie tijdens de eucharistie. Ik vroeg aan Marc, onze priester, hoe hij zijn preek voorbereidt:
"Alles begint met het Evangelie lezen en zoeken naar commentaren, commentaren van anderen en het zoeken in eigen oude preken. Bij het uitgangspunt voor een preek blijft natuurlijk altijd de belangrijkste vraag: Wat doe je met dit evangelie als verkondiging, waar kunnen mensen er iets van meedragen voor hun dagelijks leven? Het is belangrijk dat er iets van overblijft om te onthouden en naar huis mee te nemen! In die zin zijn ideeën van anderen belangrijk maar niet om ze letterlijk of woordelijk over te nemen, maar om ze met je eigen woorden te vertalen naar je publiek.
Daarna is het zoeken naar aanknopingspunten van vandaag, voorbeelden die het Evangelie dichter bij ons brengen. Die voorbeelden krijg je soms uit de krant of van de TV, soms ook via uitspraken van gewone mensen in de vorm van een vraag of een uitspraak.
Als de homilie eens af is begint het memoriseren. Belangrijk is de structuur van de homilie te memoriseren, de stappen inhoudelijk voor je te zien. Hoe het begin overgaat in volgende stapjes naar het midden en vervolgens naar het slot van de preek. Vóór de mis neemt hij nog een kwartier of een halfuur om zijn preek nog te herlezen. Dan hoef je je net vast te houden aan de tekst maar kun je van binnenuit getuigen. De tekst ligt wel voor hem in geval van nood.
Wat hij ook belangrijk vindt is het volgende: “Ik zorg ervoor dat de preek eerder te kort dan te lang uitvalt."
Dank je, Marc.
Daarnaast is er de alfacursus. Dit is een initiatief van de hele dekenij Kortrijk en onder andere Piet Monserez en zijn vrouw Bea zijn enkele van de begeleiders. In tien beurten wordt aan de hand van vragen die ieder heeft het christelijke geloof voorgesteld. Het kan voor ieder een herbronning zijn, maar het staat ook open voor mensen die niet zo sterk geloven.
Je hebt daarnaast het Leerhuis dat maandelijks doorgaat in de Bron. Dat wordt geleid door Frans De Muynck. Het Leerhuis gaat elke twee jaar door. Deze keer worden de redevoeringen van Jezus volgens Mattheüs doorgenomen. Iedere keer wordt een ander stuk uit de Bijbel voorgesteld.
Dan is er nog de vormselcatechese waarin het de bedoeling is om jongeren de kerk en het geloofsverhaal te leren kennen en ze aan te zetten om na te denken over hun eigen engagement.
Het is ook de bedoeling om de doopontmoetingen opnieuw op te starten, die zijn weggevallen omwille van de corona. Intussen zijn er al twee priesters weggevallen uit onze kerk in Groot-Harelbeke en is er al heel wat reorganisatie moeten gebeuren zodat het er nog niet van gekomen is. In die doopontmoetingen nodigen we de ouders uit om op een ontspannen sfeer het verloop van een doopsel te kennen en tegelijk om via stellingen na te denken over de mogelijke manier van in het geloof te staan.
De belangrijkste verkondiging is dat mensen kunnen zien hoe een gelovig mens vreugde uitstraalt en zich daarnaast bekommert om zijn naaste, zien dat geloven deuren opent om echt gelukkig te zijn. Dit is voor ons allen een oproep: Zijn wij mensen die van de blijheid getuigen?
Daarnaast is ook het expliciet verkondigen meer dan nodig. Mensen hebben nood aan spreken met elkaar, hebben nood aan anderen die voor hen geloof en het dagelijks leven met elkaar verbinden. Velen hebben nood aan mensen die getuigen…
Maar dan blijft de vraag: Waar en hoe kunnen we dat doen als mensen niet naar ons toekomen? Verkondigen is een blijvende opdracht van elke gelovige en zeker ook van wie verantwoordelijkheid draagt. Verkondigen is dus nooit af en is een blijvende opdracht.
Wilfried