Als een gedetineerde aangehouden wordt, komt hij in een arresthuis terecht. Hij verliest vaak het contact met zijn gezin, zijn werk, zijn woonst; hij heeft veel onzekerheid over zijn toekomst. Hij wordt in een ‘cel’ geplaatst met mensen die hij niet kent, die niet altijd dezelfde taal spreken.
Hij worstelt met zijn arrestatie en veel gemis, met zijn ‘feiten’ en vaak met schuldgevoelens en spijt. De meeste gedetineerden blijven vele uren op hun cel. Ze kijken naar teevee en piekeren. Na hun proces, als hun straf gekend is, gaan ze hun straf uitzitten in een strafinrichting, zoals Merksplas.
De hoofdtaken van de aalmoezenier zijn pastorale gesprekken met gedetineerden en het voorgaan in gebedsvieringen. Een gedetineerde kan met een ‘rapportbriefje’ een gesprek vragen aan de aalmoezenier.
De aalmoezenier heeft het beroepsgeheim, wat de gedetineerde helpt om hem te vertrouwen. De gedetineerde kan zijn hart luchten. Hij deelt zijn zorgen over zijn kinderen, over eventuele slachtoffers, over zijn leven met de celgenoten, over zijn verleden, over de onzekerheid en de angst voor de toekomst…
Men kan de werking van de gevangenispastoraal ondersteunen door een financiële bijdrage te leveren via onze Pastorale Eenheid.