Homilie bij de 2e zondag door het jaar B
Roeping bij Johannes
Johannes de Doper staat daar bij de Jordaan met twee van zijn leerlingen, terwijl Jezus daar voorbijkomt een dag na zijn doopsel.
Hij wijst hen de Messias aan, Gods gezalfde, hun Redder: ‘Zie het Lam van God!’
Geroepen worden door God gebeurt meestal via bemiddeling, via mensen die ons in contact brengen met Jezus.
Geroepen worden
Wie heeft er u en mij op weg gezet naar Jezus? Misschien een goede gelegenheid om God eens te danken voor die mensen, die ‘bemiddelaars’ die onze blik op Jezus vestigden.
Maar nadien moet je zelf wel een stap zetten: naar Jezus toegaan … achter Hem aangaan …
En Jezus zal je aankijken en je vragen: ‘Wat wil je? Wat verlang je?’ Ja, roeping ligt op het niveau van je diepste verlangen … je diepste zoeken … Tot daar moet je willen afdalen, om Jezus’ antwoord te kunnen geven.
Andreas en die andere leerling
Het antwoord van Andreas en die andere leerling klinkt heel onbeholpen: ‘Rabbi, waar woont Gij?’ Je zou denken dat dat ze wel iets anders te vragen hadden dan zijn adres. Iets over Zijn persoon bijvoorbeeld. Maar die informatie geeft Jezus niet …
Hij zegt gewoon: ‘Kom mee en je zult het zien!’ Roeping steunt niet op objectieve informatie, op boeken of folders of websites. Je moet gaan kijken waar Jezus woont, en waarin Jezus woont, het mysterie van Zijn Persoon ontdekken, zoals twee geliefden dat ook doen … Jezus leer je maar kennen, door met Hem om te gaan, door bij Hem te zijn, door naar Hem te luisteren en met Hem te spreken … Wie met Jezus iets begint, zal niet zo gauw de dag en het uur vergeten waarop hij met Jezus is meegegaan. ‘Het was het tiende uur,’ zegt Johannes, ‘dat is vier uur in de namiddag, de tijd waarop de dag naar zijn voltooiing toegaat.’ Daaraan zijn vaak vele uren van aarzeling en strijd voorafgegaan.
Simon/Petrus
Nadat ze bij Jezus gebleven zijn, kan Andreas niet anders dan dit gaan vertellen aan zijn broer Simon.
‘Wij hebben de Messias gevonden!’ We hebben Hem! Eureka! Simon krijgt de kans niet om op adem te komen, want daar is Jezus al! Jezus smeedt het ijzer terwijl het heet is … Die ontmoeting met Jezus keert Simon helemaal om! Jezus geeft hem een nieuwe naam en nog een zending er bovenop: van nu af aan heet hij ‘Petrus’: Rots: met wie Hij wel eens zal botsen maar op wie Hij Zijn Kerk zal bouwen.
Zo gaat dat bij elke roeping door Jezus. Als Hij roept, is dat tegelijk een nieuwe schepping én een zending. Roeping is niet zomaar een nieuwe jas die je aantrekt boven je oude kleren, neen roeping maakt je nieuw, en roeping is er niet alleen voor jezelf, ze maakt je tot ‘een mens voor anderen’, een rots.
Dan volgen er nog twee anderen
Roeping werkt als een lopend vuurtje … Zijn er enkelen, dan volgen er nog heel wat anderen … Maar waar geroepenen schaars worden, bestaat er ook het gevaar dat ze wegvallen … Alhoewel, je weet maar nooit …
Fillipus
Er zijn ook de Filippus-roepingen: Jezus spreekt hem rechtstreeks aan, zonder bemiddeling: ‘Volg Mij!’ En Filippus volgt … Zonder veel boe of ba … Je hoort het nu nog vertellen: ‘Hij vroeg mij en ik ben met Hem meegegaan!’
Natanaël
Met Natanaël, die door Filippus aangesproken wordt, gaat het heel anders … Hij heeft een heel ander karakter … Hij stelt vragen, hij wil begrijpen, hij is wat sceptisch … Filippus weet dat, en hij neemt dan ook een lange aanloop. ‘Diegene over wie Mozes in de Wet en ook de profeten hebben geschreven, die hebben wij gevonden: Jezus, de zoon van Jozef, uit Nazareth.’ Zoveel informatie, maar Natanaël struikelt erover: ‘Nazareth, kan daar iets goeds vandaan komen?’ Dan herinnert Filippus zich gelukkig hoe Jezus zelf het aanpakt: ‘Kom mee, en je zal het zien!’
Dan neemt Jezus het over van Filippus, en Hij treft hem op zijn zwakke plek: zijn ijdelheid. ‘Daar heb je nu een echte Israëliet in wie geen bedrog is!’
Natanaël is geraakt en wil meer weten en vraagt: ‘Waar kent U mij van?’ Als Jezus hem zegt, dat Hij hem al eerder ‘onder de vijgenboom’ zag zitten – de plaats waar de Joodse Wet bestudeerd wordt – is het hek helemaal van de dam! Natanaël laat het geloof overwinnen op zijn scepticisme: ‘Rabbi, U bent de Zoon van God! U bent de koning van Israël!’ Nu kan Natanaël zich toevertrouwen aan Jezus, met Hem meegaan, met Hem meewerken ... Vertrouwend op de woorden van Jezus: ‘Je zult nog grotere dingen zien dan deze: de hemel zal geopend zijn en je zal Gods engelen zien opstijgen en neerdalen in dienst van de Mensenzoon!’ Dat is Pasen, het mysterie waarin Jezus woont … het mysterie waarin elke geroepene mag wonen … de grotere dingen waar je mag naar uitkijken!
Geroepen worden door Jezus is niet beperkt tot één moment, al zal er voor iedereen wel een beslissende dag, een onvergetelijk uur zijn! Maar roeping is een proces dat heel je leven duurt, en dat altijd drie stappen bevat:
- de aanwijzing van Jezus door anderen,
- de ontmoeting van jezelf met Jezus,
- het gaan vertellen over Jezus aan anderen of het getuigenis …
Als we dat nu eens toepassen op onze coronatijd, dan kunnen we hierbij drie vragen stellen: Wie wijst mij nu Jezus aan als mijn Redder, als de vervulling van mijn leven? Waar kan ik Jezus nu ontmoeten, bij Hem verblijven, naar Hem luisteren en met Hem spreken? En tenslotte: aan wie ga ik vertellen wat ik bij Jezus gevonden heb? Hoe maak ik anderen deelgenoot van de vreugde van mijn ontmoeting met Hem? Aanwijzing, ontmoeting en zending … een telkens weerkerend proces van Gods roepstem en ons antwoord!
Pater Nicolaas