Woordje van onze priesters | Kerknet
Overslaan en naar de inhoud gaan

Recent bezocht

Bekijk je recent bezochte microsites, auteurs en thema's
kerknet
  • Hulp
  • Startpagina portaal
  • Mijn parochie
  • Aanmelden of registreren
Menu
  • Startpagina
  • Kerk
  • Vieringen
  • Shop
  • Zoeken
Pastorale Eenheid H. Augustinus Dessel-Retie

Pastorale Eenheid H. Augustinus Dessel-Retie

  • Startpagina
  • Contacten
  • Zoeken
  • Meer
    • Zoeken
    • Vieringen Visie Lied van de pastorale eenheid Een misintentie aanvragen Diaconie Doopsel Eerste communie Vormsel Jongerenpastoraal Huwelijk en relatiezegen Verzoening Ziekenzalving en uitvaart Contactgegevens Gebeden / bezinnende teksten Verhuur kerkgebouwen en parochielokalen
Het Licht van Bethlehem © Christa Damen

Woordje van onze priesters

icon-icon-nieuws
Gepubliceerd op zaterdag 23 januari 2021 - 14:18
Afdrukken

Homilie bij de 5e zondag door het jaar-B (Mc.1,29-39)

Een dag uit Jezus' leven

Op stap met Jezus
Als je graag wilt weten wat een manager doet, of wat de taak van een ziekenhuispastor is, of van een ander beroep, dan kun je daar veel theoretische beschrijvingen over geven. Maar je zou ook met hen een dag op tocht kunnen gaan, kijken wat hij of zij doet. Zo nodigt het evangelie ons vandaag uit een hele dag met Jezus op te trekken. We hoeven niets bijzonders mee te nemen, misschien wel een paar stevige schoenen of sandalen, want er wordt heel wat afgelopen. En, er is nogal haast bij. Zo’n acht maal komt het woord ‘terstond – onmiddellijk’ voor. Alles in dit hoofdstuk van het evangelie geschiedt onmiddellijk. Er hoeft niet gewacht te worden. De tijd is rijp voor de dingen die Jezus doet.

Van woorden naar daden
De tocht die we met Jezus maken, begint in de synagoge waar Jezus preekt met gezag en een bezetene bevrijdt. Het woord van God is krachtig en werkzaam. Maar het blijft niet bij woorden. Het moeten nog daden worden. En daarvan volgen nu enkele getuigenissen.
Na de sabbatdienst gaan we mee naar het huis van Petrus, waar hij is ingetrouwd. Zijn schoonmoeder ligt met koorts te bed. Het is het allereerste dat ze Hem vertellen. Ook Jezus vraagt als Hij binnenkomt: hoe gaat het met iedereen? Hij heeft juist nog een boze geest uitgedreven; maar dat weerhoudt Hem niet van aandacht te hebben voor de griep van een huisgenoot.

Opstaan nu en later
Hij gaat onmiddellijk naar haar toe en doet haar opstaan. Eigenlijk te grote woorden voor zo’n kleinigheidje als het herstellen van een griep. Maar wij – die weet hebben van Jezus’ eigen opstaan uit de dood – wij weten wat met dat ‘Hij deed haar opstaan’ bedoeld is. Ook zij, de huisgenoten zullen deel-hebben aan dat nieuwe leven. En dat nieuwe leven, daar is haast bij. Het kan niet wachten tot zonsondergang, tot na de sabbat. Zojuist, in de synagoge, heeft Hij het woord van God geleerd, maar nu moet het gedaan worden, en allereerst in het huis, in de kring van hen die je het meest nabij zijn. Maar het blijft niet beperkt tot de kring van directe familie en vrienden. De faam van zijn woord en zijn daden is doorgedrongen tot de buitenwereld. De zon is nog niet ondergegaan, de sabbat is nog niet afgelopen, of men komt van alle kanten met zieken naar Hem toe.

Actie en gebed
Dan wordt het nacht en iedereen zoekt een plek om te slapen. Hij slaapt niet lang, Hij staat al vroeg op en begeeft zich naar een eenzame plaats om er te bidden. Hij wil niet helemaal opgeslokt worden door de mensen, Hij wil niet ondergaan in de noden van de dag, Hij wil niet zwichten voor de bekoring om de wonderdoener uit te hangen. Hij wil de mensen niet ontslaan van de plicht zélf hun zieken te genezen en zelf boze geesten uit te drijven. Jezus wil trouw zijn aan zijn roeping. Daarom gaat Hij telkens op retraite bij zijn Vader. Hij zoekt het gebed. Hij wil niet omkomen in de actie.

In de eigen kring maar ook daarbuiten
Maar zijn leerlingen wachten ook niet tot het klaarlichte dag is. Ze gaan Hem zoeken. ‘Iedereen zoekt u!’ zeggen ze, min of meer verwijtend. Het lijkt erop alsof we Hem terugroepen tot de orde van de dag. Maar Hij laat zich niet afbrengen van wat Hij als zijn roeping ziet. In het gebed, in het contact met zijn Vader, is Hem dat weer eens te meer duidelijk geworden. Hij moet de wereld in. Ook daar moet het Woord worden verkondigd, ook uit andere mensen moet de kwade geest worden geweerd, ook zieken elders vragen om genezing. De opstand uit de dood moet overal ter wereld worden uitgeroepen. Hij zegt: ’Laten ons ergens anders heengaan, naar de dorpen in de omtrek, opdat Ik ook daar kan prediken.’
Gaan we met Hem mee? Of trekken we ons terug en blijven we liever bij de pappot zitten van Petrus’ schoonmoeder?

Jezus’ dagorde ook de mijne?
We hebben Jezus een dag en een nacht gevolgd. Wat onthouden we hieruit? Dat is voor iedereen verschillend. We zijn niet allemaal hetzelfde, ieder heeft zijn mogelijkheden en beperkingen. Maar met één ding kunnen we allemaal ons voordeel doen. Dat is de grote lijn van die dag, het ritme waarin Jezus leeft. Het begon in de synagoge, in de bijeenkomst van de gelovigen, rond het Woord van God. Daarna ging Hij een huis binnen en genas de gastvrouw. Hij kwam naar buiten en dreef kwade geesten uit, en ’s morgens vroeg trok Hij zich terug in gebed. En daarna de wijde wereld in. Gebed en actie, bidden en werken, ze horen bij elkaar. In het Woord van God – samen gehoord en besproken – en in het persoonlijk gebed vindt Jezus de inspiratie om te doen wat Hij moet doen. Zijn werk, het goede doen, beperkt zich niet tot de huis- en dorpsgenoten, Hij richt zich op de wereld.
Misschien kunnen we onze eigen manier van leven eens kritisch bekijken in het licht van Jezus’ levensritme? Misschien leidt dat ook voor ons tot opstaan uit de dood …?

P. Jan Havermans

Abdij Postel

Homilie bij de 2e zondag door het jaar B

Roeping bij Johannes

Johannes de Doper M. Grünewald.jpg

Johannes de Doper (M. Grünewald) © Bijbel in 1000 seconden

Johannes de Doper staat daar bij de Jordaan met twee van zijn leerlingen, terwijl Jezus daar voorbijkomt een dag na zijn doopsel.
Hij wijst hen de Messias aan, Gods gezalfde, hun Redder: ‘Zie het Lam van God!’
Geroepen worden door God gebeurt meestal via bemiddeling, via mensen die ons in contact brengen met Jezus.

Geroepen worden
Wie heeft er u en mij op weg gezet naar Jezus? Misschien een goede gelegenheid om God eens te danken voor die mensen, die ‘bemiddelaars’ die onze blik op Jezus vestigden.
Maar nadien moet je zelf wel een stap zetten: naar Jezus toegaan … achter Hem aangaan …
En Jezus zal je aankijken en je vragen: ‘Wat wil je? Wat verlang je?’ Ja, roeping ligt op het niveau van je diepste verlangen … je diepste zoeken … Tot daar moet je willen afdalen, om Jezus’ antwoord te kunnen geven.

Andreas en die andere leerling
Het antwoord van Andreas en die andere leerling klinkt heel onbeholpen: ‘Rabbi, waar woont Gij?’ Je zou denken dat dat ze wel iets anders te vragen hadden dan zijn adres. Iets over Zijn persoon bijvoorbeeld. Maar die informatie geeft Jezus niet …
Hij zegt gewoon: ‘Kom mee en je zult het zien!’ Roeping steunt niet op objectieve informatie, op boeken of folders of websites. Je moet gaan kijken waar Jezus woont, en waarin Jezus woont, het mysterie van Zijn Persoon ontdekken, zoals twee geliefden dat ook doen … Jezus leer je maar kennen, door met Hem om te gaan, door bij Hem te zijn, door naar Hem te luisteren en met Hem te spreken … Wie met Jezus iets begint, zal niet zo gauw de dag en het uur vergeten waarop hij met Jezus is meegegaan. ‘Het was het tiende uur,’ zegt Johannes, ‘dat is vier uur in de namiddag, de tijd waarop de dag naar zijn voltooiing toegaat.’ Daaraan zijn vaak vele uren van aarzeling en strijd voorafgegaan.

Simon/Petrus
Nadat ze bij Jezus gebleven zijn, kan Andreas niet anders dan dit gaan vertellen aan zijn broer Simon.
‘Wij hebben de Messias gevonden!’ We hebben Hem! Eureka! Simon krijgt de kans niet om op adem te komen, want daar is Jezus al! Jezus smeedt het ijzer terwijl het heet is … Die ontmoeting met Jezus keert Simon helemaal om! Jezus geeft hem een nieuwe naam en nog een zending er bovenop: van nu af aan heet hij ‘Petrus’: Rots: met wie Hij wel eens zal botsen maar op wie Hij Zijn Kerk zal bouwen.
Zo gaat dat bij elke roeping door Jezus. Als Hij roept, is dat tegelijk een nieuwe schepping én een zending. Roeping is niet zomaar een nieuwe jas die je aantrekt boven je oude kleren, neen roeping maakt je nieuw, en roeping is er niet alleen voor jezelf, ze maakt je tot ‘een mens voor anderen’, een rots.

Dan volgen er nog twee anderen
Roeping werkt als een lopend vuurtje … Zijn er enkelen, dan volgen er nog heel wat anderen … Maar waar geroepenen schaars worden, bestaat er ook het gevaar dat ze wegvallen … Alhoewel, je weet maar nooit …

Fillipus
Er zijn ook de Filippus-roepingen: Jezus spreekt hem rechtstreeks aan, zonder bemiddeling: ‘Volg Mij!’ En Filippus volgt … Zonder veel boe of ba … Je hoort het nu nog vertellen: ‘Hij vroeg mij en ik ben met Hem meegegaan!’

Natanaël
Met Natanaël, die door Filippus aangesproken wordt, gaat het heel anders … Hij heeft een heel ander karakter … Hij stelt vragen, hij wil begrijpen, hij is wat sceptisch … Filippus weet dat, en hij neemt dan ook een lange aanloop. ‘Diegene over wie Mozes in de Wet en ook de profeten hebben geschreven, die hebben wij gevonden: Jezus, de zoon van Jozef, uit Nazareth.’ Zoveel informatie, maar Natanaël struikelt erover: ‘Nazareth, kan daar iets goeds vandaan komen?’ Dan herinnert Filippus zich gelukkig hoe Jezus zelf het aanpakt: ‘Kom mee, en je zal het zien!’
Dan neemt Jezus het over van Filippus, en Hij treft hem op zijn zwakke plek: zijn ijdelheid. ‘Daar heb je nu een echte Israëliet in wie geen bedrog is!’
Natanaël is geraakt en wil meer weten en vraagt: ‘Waar kent U mij van?’ Als Jezus hem zegt, dat Hij hem al eerder ‘onder de vijgenboom’ zag zitten – de plaats waar de Joodse Wet bestudeerd wordt – is het hek helemaal van de dam! Natanaël laat het geloof overwinnen op zijn scepticisme: ‘Rabbi, U bent de Zoon van God! U bent de koning van Israël!’ Nu kan Natanaël zich toevertrouwen aan Jezus, met Hem meegaan, met Hem meewerken ... Vertrouwend op de woorden van Jezus: ‘Je zult nog grotere dingen zien dan deze: de hemel zal geopend zijn en je zal Gods engelen zien opstijgen en neerdalen in dienst van de Mensenzoon!’ Dat is Pasen, het mysterie waarin Jezus woont … het mysterie waarin elke geroepene mag wonen … de grotere dingen waar je mag naar uitkijken!

 

Geroepen worden door Jezus is niet beperkt tot één moment, al zal er voor iedereen wel een beslissende dag, een onvergetelijk uur zijn! Maar roeping is een proces dat heel je leven duurt, en dat altijd drie stappen bevat:

  1. de aanwijzing van Jezus door anderen,
  2. de ontmoeting van jezelf met Jezus,
  3. het gaan vertellen over Jezus aan anderen of het getuigenis …

Als we dat nu eens toepassen op onze coronatijd, dan kunnen we hierbij drie vragen stellen: Wie wijst mij nu Jezus aan als mijn Redder, als de vervulling van mijn leven? Waar kan ik Jezus nu ontmoeten, bij Hem verblijven, naar Hem luisteren en met Hem spreken? En tenslotte: aan wie ga ik vertellen wat ik bij Jezus gevonden heb? Hoe maak ik anderen deelgenoot van de vreugde van mijn ontmoeting met Hem? Aanwijzing, ontmoeting en zending … een telkens weerkerend proces van Gods roepstem en ons antwoord!

 

Pater Nicolaas

Gepubliceerd door

Pastorale Eenheid H. Augustinus Dessel-Retie

Meer

Bijbel
Nieuws
bezinning en gebed
homilie

Deel dit artikel

Deel op Facebook
Deel op Twitter
Deel via e-mail

Lees meer

Godly Play ruimte en kasten in Luisterend Oord © Luisterend Oord
readmore

Prachtige romaanse kerk herbergt een nieuwe Godly Play ruimte

icon-icon-artikel
Godly Play verbindt mensen met God en met elkaar © Hilde Pex
readmore

Hoe Godly Play een catechetische weg is om de oecumene te beleven

icon-icon-artikel
Het plafond van de Godly Play ruimte in het kapucijnenklooster Meersel-Dreef © Kenny Brack
readmore

Een hemelse rivier van licht overkoepelt nieuwe Godly Play ruimte

icon-icon-artikel

Recent bezocht

Bekijk je recent bezochte microsites, auteurs en thema's
© 2025 Kerk en Media vzw
Vacatures
Contact
Voorwaarden
YouTube
Twitter
Facebook