Toen onze kinderen klein waren, moest van hen het licht op de gang aanblijven. De deuren van de kamers stonden altijd half open en zo scheen het licht van de gang op hun kamers als ze gingen slapen. Het was een soort van houvast.
Maar soms vergat ik het en knipte het licht uit. Dan weerklonk er door de gang: ‘Mama, laat je het licht wel aan?’ Eigenaardig is dat eigenlijk. Ikzelf heb het liefst helemaal donker als ik ga slapen. Er mag geen straaltje licht binnen schijnen of ik kan niet slapen! Grote mensen willen liever het licht uit, maar kinderen hebben liever het licht aan ….
Christus, die zichzelf het Licht noemde, zei eens waarschuwend tegen de grote mensen: ‘Als je niet wordt als kinderen …’ In elk geval laat God altijd ongevraagd het licht aan. Hij vergeet het nooit. Het grote licht, Christus, blijft altijd branden. Ook al gaan we zelf het donker in, zelfs in de diepe duisternis, onze Vader laat het licht aan. Het Licht sprak dat zelfs eens uit: ‘Zie ik ben met u tot aan het einde van de tijden.’ ‘Zie’ zei het Licht. (Armand Decock)
Wij kunnen zelf dat licht zijn voor elkaar. Het is onze taak om – vanuit ons geloven – licht, vrede en geluk te worden voor anderen. Dan zal Gods genade ook op ons rusten. Laten we hierbij een voorbeeld zijn voor de kinderen, die tijdens het feest van Lichtmis Gods zegen mochten ontvangen: Juul Van de Velde, Renée Martens, Cas Goris, Hannah Boonen-Nuyts en Lowis Raeymaekers. Welkom bij onze club!