In wezen gaat het niet om God zoeken, want God is overal. God moet gevonden worden, wil gevonden worden. En dat is voor iedereen anders.
Ik had een gesprek met de pastoormoderator van Bilzen en Hoeselt, Tony Poorters. Begin juli viert hij zijn 50 jaar priesterwijding voor het bisdom Hasselt. We hadden een gesprek over zijn roeping, zijn jeugdjaren, zijn successen en zijn teleurstellingen. Voor dit interview gaan we, in het kader van het jubeljaar, op zoek naar hoopvolle tekens in zijn tocht, vooral van zijn 50 priesterjaren. En wellicht ook naar hoopvolle tekens voor de toekomst.
Hoe begon je tocht?
Ik herinner me dat ik al vanaf de lagere school geboeid was door Jezus, de kerk, de mis, en alle zintuiglijke prikkels die daarmee samenhangen; de muziek, de geur, de sacrale sfeer. Kinderlijk natuurlijk, maar ik herinner het me, als misdienaar. Aan het einde van de middelbare school kwam toch de vraag naar het seminarie. Sommigen verklaarden mij niet goed wijs, zelfs het toenmalige PMS noemde verschillende studiemogelijkheden, het seminarie was er beslist niet bij. Het was natuurlijk een moeilijke tijd, mei 1968, maar het was ook een boeiende tijd zo vlak na het concilie.
En je trok dus naar het seminarie?
Inderdaad. In zekere zin was ik alleen in mijn jaar. Ik had wel Waalse collega’s maar de twee Vlaamse jaargenoten studeerden eerst in Leuven en ik zag ze dus weinig. Het was een mooie tijd. Ik heb veel aan het seminarie gehad. Daarna zou ik verder studeren om in het onderwijs actief te zijn. Leraar Frans zou het worden. Ik vond het moeilijk. Ik miste langdurig contact met jonge mensen, ik kwam slechts enkele uren in een klas en dat in verschillende scholen. En dus stuurde de bisschop mij na enkele jaren naar de parochie. Dat werd uiteindelijk mijn leven, daar vond ik zin, vreugde en hoop. Ik ben in Lommel geweest, in Zwartberg, in Peer en nu in Bilzen en Hoeselt.
Ja, ik was 69 toen de bisschop mij vroeg om naar hier te komen. Het was midden corona-tijd, twee grote pastorale eenheden. Ik voel dat ik ouder word en hulp nodig heb. Dikwijls is het worstelen om de vele mails, documenten, verslagen, teksten en opvolgpunten allerhande op orde te krijgen. Dankbaar ben ik om de vriendschap, de samenwerking en de waardering van vele mensen in Bilzen en Hoeselt.
Wat maakt je gelukkig?
Uiteindelijk merk ik dat ik gelukkig ben als ik kort bij mensen ben, het leven van concrete mensen deel. Daar is voor mij God te vinden, in diepgaande contacten kort bij het leven van mensen. Dat was als leider bij de KLJ, dat was zo als jonge priester in de roepingenpastoraal, in de parochies, later bij jonge gezinnen en ook in de Focolare-beweging. We zijn nog steeds met een groepje priesters die regelmatig samenkomen vanuit de spiritualiteit van deze beweging. Ik kan daar moeilijk zonder. Regelmatig ga ik naar het centrum van de beweging in Rotselaar voor stilte, gebed en herbronning.
Als ik terugkijk had ik uiteraard veel contacten. Maar ik merk ook enkele contacten die blijvend zijn, die mij bijzonder geraakt hebben, die mij maakten tot wie ik ben. Ik ben er blij om en gelukkig. Zo ben ik via één van die contacten betrokken geraakt bij de Fazenda da Esperança, een mooi wooninitiatief om mensen te helpen die willen opstaan uit een verslavingsproblematiek. Ook zij zijn pelgrims van hoop, met vallen en opstaan.
En dan ga je nog graag fietsen?
We lezen in dit parochieblad jaarlijks een omstandig verslag van je fietsavonturen. Inderdaad, die fysische inspanning doet me goed. Want het is wel een inspanning, het is een hele tocht. Ik zoek altijd naar een spiritueel doel: Lourdes, Compostella, Rome, Trente, Vezelay, Cotignac, Saint Maurice, … Het begon in 1974 met Taizé, het kleine dorpje in Bourgondië, dat nog steeds grote aantrekkingskracht heeft. In het begin had ik een compagnon, maar de laatste jaren fiets ik meestal alleen. Onderweg ontmoet ik boeiende mensen en kom op wondere plekken waar ik geloof vind, blije gemeenschappen, bronnen van hoop. Weet je, al fietsend heb ik de rozenkrans ontdekt en leren waarderen. Want dat kan ik, terugkijkend op mijn 50-jarig priesterleven, wel zeggen: God trok met mij mee en ik mocht zijn voorzienigheid ervaren. En dat is uiteindelijk het mooiste teken van hoop. Gebed en eucharistie zijn belangrijk in mijn leven, maar het zijn wegen om de verbondenheid te vieren, met God en met de mensen.
Interview: Kris Buckinx
Op 5 juli is het 50 jaar geleden dat Tony gewijd werd. Als u hem tegenkomt dan weet u vast wat te zeggen.
(dit artikel is nog niet volledig vormgegeven ...)