Onze bedevaart naar Banneux
De eerste dinsdag van augustus trekt ons dekenaat traditiegetrouw naar de Maagd der Armen in Banneux. We voelen ons met deze plaats verbonden vanuit ons verleden toen we nog tot het bisdom Luik behoorden. Ten tijde van de verschijningen was de bisschop van Luik trouwens een Limburger uit Valmeer, nu behorend tot ons dekenaat. Monseigneur Louis-Joseph Kerkhofs was de eerste om na ernstig onderzoek, de verschijningen te erkennen. Wat ons bijzonder aantrekt in Onze-Lieve-Vrouw van Banneux is de titel die ze zichzelf gaf: ‘Ik ben de Maagd der Armen’. Al wie klein en eenvoudig, nederig en bescheiden is wordt door haar met open armen ontvangen. Dit jaar luidt het thema in Banneux dan ook ‘Veilig onder Maria’s mantel’.
Eerste groet
Of je nu uren in de bus moet zitten of je legt een kortere afstand af de eerste blik bij het uitstappen is rondkijken en zich afvragen: “Waar kunnen we hier een ‘goei djat’ koffie drinken?’ Dat hoort nu eenmaal ook bij een bedevaart. Trouwens in de bus is al aardig wat gebeden en werden verschillende intenties geformuleerd.
Toch is er vóór de Eucharistieviering van 11u00 ruim de tijd om Maria persoonlijk te gaan groeten aan de verschijningskapel en/of aan de bron. Velen nemen dan ook de tijd om er te bidden en een kaarsje te branden.
Eucharistieviering
De klokken roepen ons samen in de Sint-Franciscuskapel. Tegen 11u00 stromen onze meer dan 200 bedevaarders samen. De meesten zijn met de bus gekomen. Anderen die met eigen auto kwamen sluiten aan. Iemand heeft zelfs 65 km afgelegd met de fiets. Acht priesters en twee diakens gaan voor in de dienst. Het intredelied ‘Wij willen samen vieren de daden van de Heer’ drukt een oprecht verlangen uit. Er wordt aandachtig geluisterd naar lezingen en homilie, er wordt krachtig meegebeden en gezongen. Het is waarlijk een feest als de Heer in ons midden komt.
Gebedsweg of kruisweg
Na de middag is er keuze. Een grote groep gaat de gebedsweg van de verschijningskapel naar de bron. Het is een wandelende bezinning die helemaal staat uitgeschreven in het mooie bedevaartboekje. Het is en blijft een sterk moment als je de handen kan steken in het water van de bron, een gebaar dat Maria ook aan Mariette Beco heeft gevraagd.
Tegelijk zijn een dertigtal mensen samengekomen aan de Sacramentskapel. In de schaduw van de bomen – want het is goed warm die dag – gaan we stap voor stap, bezinnend en biddend de lijdensweg van de Heer. Het bedevaartboekje biedt ons een mooie tekst die intens wordt gevolgd en meegebeden. En zoals het de laatste jaren meer en meer gebruikelijk is, laten we de Heer niet in het graf achter maar gedenken we ook zijn verrijzenis.
Lof en ziekenzegening
Het is prachtig weer en er wordt regelmatig omgeroepen dat het lof en de ziekenzegening zullen doorgaan op de esplanade. Tegen vijftien uur zijn de rolstoelers en de mobiele bedevaarders verzameld onder de schaduwrijke bomen. Het ‘Benedictus qui venit’ moet ver buiten de esplanade te horen zijn. God wordt lof toegezongen, onze dringende beden om heling en genezing worden krachtig uitgesproken en het is een ontroerend moment als de zieken en alle andere aanwezigen van dichtbij met de monstrans worden gezegend.
Geestelijk gesterkt hebben we weer wat bagage opgedaan om de komende tijd goed door te komen.
Dank aan iedereen die de bedevaart hebben mogelijk gemaakt.
En zoals het goede Vlamingen (en wellicht ook andere nationaliteiten) past is een krachtige koffie of een stevige pint een heerlijke afsluiter van een mooie bedevaartsdag.
Rik Palmans