In je zoektocht naar de schat, naar dat we je graag wil hebben, maak je soms ruzie met elkaar. Je wil het speelgoed hebben waar juist iemand anders mee aan het spelen is. Je wil het eerste zijn, duwt de ander opzij of zegt al eens iets dat niet waar is. Soms ga je er zelfs om vechten en gebruik je je vuisten. Je doet de anderen pijn, door te slaan en te stampen. Spreek je kwade woorden of laat je foute dingen zien. Zo kan je de schat van het rijk van Jezus niet vinden! Wat is volgens jou de parel van Jezus Boodschap in je hand? Vertel het elkaar onder weg.
Maar eerst: een opdrachtje:
Maak eens een vuist naar elkaar en kijk eens heel erg boos. Hoe voel je je daarbij?
Jezus vindt dit niet fijn en vraagt aan ons om het goed te maken. Daarom bidden we in het begin van elke viering een gebed om vergeving. Kan je het goedmaken door met je handen? Hoe zou je dat doen, doe het maar, na dat boze gezichtje, je kan bv. een mooi hartje te maken en sorry zeggen.