De Hemelvaartbezinning is geschreven door Miet Joriskes, redactielid van Kerk & Leven Kinrooi. Het satellietentreintje onlangs deed haar aan Hemelvaart denken. Lees het hele artikel:
Heb je onlangs ook het treintje van satellieten zien passeren, hoog aan de hemel van West naar Oost? Ik heb er twee avonden op rij met bewondering naar staan turen, gewapend met een verrekijker. En toen bedacht ik me dat de leerlingen van Jezus zo ook ooit gestaan hebben, uiteraard niet met een verrekijker en ook in heel andere omstandigheden en in een heel andere gemoedstoestand. Want voor ons is Hemelvaart een feestdag, maar ik betwijfel of zij dit zo aangevoeld hebben.
Na een periode van 40 dagen tijdens de welke Jezus in hun midden verscheen en met hen sprak, keerde Hij naar zijn Vader terug. Met gewonde handen en een doorboord hart heeft Hij van zijn leerlingen afscheid genomen. Opnieuw moesten ze het zonder Hem stellen. Niet verwonderlijk dat ze Hem bleven nastaren, verweesd achtergelaten zoals eerder bij het lege graf. En de belofte dat Jezus zijn Geest zou zenden kon hun gevoel van verlatenheid niet wegnemen. Wellicht zal de vraag hen ook toen bekropen hebben hoe het nu verder moest.
Maar meteen werden zij op de vingers getikt: “Wat staan jullie naar de hemel te kijken?” Alsof de mannen in het wit wilden zeggen: “Hier is het te doen!” Had Jezus hen juist voor zijn heengaan niet gezegd: “Gij zult mijn getuigen zijn tot het uiteinde der aarde”? Er was dus - bij wijze van spreken – werk aan de winkel. De leerlingen werden uitgenodigd zich niet blind te staren op Jezus’ afwezigheid, maar uit te dragen wat zij met Hem samen beleefd en geleefd hadden.
En wij? Ook wij zien het met momenten wel eens helemaal niet zitten, zeker in deze aanhoudende coronatijden. Ook wij voelen ons soms verlaten, misschien zelfs door God, bij het zien van alle ellende wereldwijd. “Je zou er je geloof bij verliezen”, zoals één van onze rusthuisbewoners het onlangs zei. Ook wij staan soms aan de grond genageld, naar de hemel starend. Maar ook ons wordt dan gevraagd onze moed bijeen te rapen en het gewone leven weer aan te durven. Ook voor ons gelovigen is er nog zoveel werk te doen: op onze eigen manier getuige zijn, daar waar wij leven, en zorg dragen voor elkaar.
De situatie van ontgoocheling en radeloosheid zou maar van tijdelijke aard zijn, zo werd het aan de leerlingen beloofd; zij zouden de Heilige Geest ontvangen. Durven wij dit voor onszelf geloven en er vertrouwvol naar uit te zien, want weldra zal het Pinksteren worden? Of zoals de evangelist het
vandaag zegt: “Ik ben met u alle dagen tot aan de voleinding der wereld.” Al leek Jezus hen verlaten te hebben, slechts een wolk onttrok Hem aan hun ogen.
Ook wij staan er niet alleen voor. Het is niet meer dan een wolk die ons van Hem scheidt. Hij is er nog steeds. Jezus blijft ons voorgaan op de weg naar God en naar elkaar, tot onze definitieve thuiskomst bij God. Bij Hem zullen wij voorgoed geborgen zijn. Ook dat vieren we met Hemelvaart. En in die zin mogen ook wij onze blik verruimen op God, naar omhoog kijken, ons hart verheffen. Want hemel is ‘vertoeven in de levenssfeer van God, God en mens die elkaar bewonen’, zoals ik het ergens zo mooi verwoord las, en ‘dat is een realiteit die onttrokken is aan onze ogen’.
Laten we onze ogen maar gericht houden op de hemel én op de mens naast ons. Dan wordt Hemelvaart een feest van hemel en aarde. Misschien zelfs een beetje hemel op aarde.
Miet Joriskes
Onderschrift foto:
Hemelvaart een feest van hemel en aarde. Misschien zelfs een beetje hemel op aarde… © VLCM