Miet Joriskes, redactielid van Kerk & Leven, denkt met weemoed terug aan een gezellige zomeravond met vrienden rond enkele vuurkorven. Het doet haar denken aan Pinksteren en inspireerde haar tot een mooie pinksterbezinning:
Tijdens een tuinfeest op een mooie zomeravond - vóór coronatijden weliswaar – zaten we in de late uurtjes met nog wat laatste gasten rond enkele vuurkorven. Af en toe werd er wat gesproken maar voornamelijk was iedereen in gedachten verzonken. Onder een dekentje in de kille avondlucht was het puur genieten van de heldere sterrenhemel en het knetterende vuur, kijkend naar het vlammenspel, nu eens rustig en dan weer hoog oplaaiend, terwijl de gensters in het rond vlogen. Bij het zien van dat schouwspel moest ik plots denken aan de vlammetjes waarmee destijds in de catechese de Heilige Geest werd voorgesteld.
“Plotseling kwam uit de hemel een gedruis alsof er een hevige wind opstak … er verscheen hun iets dat op vuur geleek en dat zich in tongen verdeeld op ieder van hen neerzette. Zij werden allen vervuld van de Heilige Geest”, lezen we vandaag in de Handelingen van de apostelen.
Maar wie of wat is die Heilige Geest ? Welke voorstelling moeten we er ons van maken, onzichtbaar, ongrijpbaar als Hij is, zelfs niet in woorden te vatten? Over Gods Geest kunnen we enkel spreken in beelden; vandaar het gedruis, de stormwind en de vurige tongen in de lezing. Maar Hij is wel voelbaar, en zichtbaar is wat Hij kan bewerken. Misschien herinneren we het ons nog van vroeger: vrede, vreugde, vriendelijkheid, zachtheid, liefde, goedheid, trouw, geduld … .
Gods Geest geeft kracht en verdrijft alle angst; getuigen hiervan de apostelen. Opgesloten uit angst voor de Joden die Jezus ter dood gebracht hadden, vreesden zij voor hun eigen leven. Ze zochten steun en bemoediging bij elkaar. En door een plotse ommekeer worden zij enthousiaste getuigen. Ze braken als het ware “uit hun kot”.
De Geest zet in beweging, doet mensen rechtkomen uit moeilijke situaties, helpt het weer uit te houden in het gewone dagelijkse leven. Hij doet de handen uit de mouwen steken, zet aan tot onverdroten inzet voor medemensen, tot liefdevolle zelfgave voor de ander, tot edelmoedigheid.
Bij de evangelist lezen we vandaag dat Jezus een woord van vrede uitspreekt over zijn leerlingen wanneer Hij in hun midden komt en over hen blaast. Geen stormwind deze keer die vernieling zaait, maar als een zachte bries die verkwikking schenkt. Zoals in het scheppingsverhaal de levensadem in de mens werd geblazen, is het nu opnieuw adem die leven inblaast; adem van leven, onmisbaar voor elke mens. En hoe levensnoodzakelijk adem wel is - wellicht nog belangrijker dan voedsel en drank - hebben de door Covid-19 getroffen doodzieke mensen van de laatste maanden aan den lijve ondervonden.
Mag ons gelovig in het leven staan zo ook een tweede adem krijgen? Mag Gods Geest ook in ons leven werken? Staan wij ervoor open of zitten we opgesloten achter onze eigen deuren? Mag Hij ons leiden? Mag Hij ons begeesteren Mag Hij ons zenden? Durven wij erom vragen: kom Heilige Geest, ook in mijn leven? Durven wij het stil maken, in ons binnenste te keren om ons te laten aanraken en de goddelijke vonk te ontdekken?
Laat het maar aan je gebeuren: leven in en met Gods Geest. Doe het maar en het zal je, als een zacht dekentje, innerlijk verwarmen. Niet het gedruis van de wereld zal je overstemmen maar de vrede van de Heer zal je hart bewonen.
Ik wens het je van harte op deze Pinksterdag.
Miet Joriskes
Onderschrift foto:
Mag Gods Geest ook in ons leven werken? © Gerd Altmann