Pavell en Arthur, onze twee misdienaars in de Sint-Amanduskerk, zijn 10 jaar in dienst! Fantastisch! Als dat geen reden is voor een interview in ons favoriete weekblad. We legden hen spreekwoordelijk het vuur aan de schenen.
Hoe blikken jullie terug op de voorbije 10 jaar?
Pavell: Bewogen jaren. Er is veel gebeurd. Het is een deel van onze jeugd.
Arthur: Er is veel veranderd. Ik was eerst maar een halve meter hoog. De taken zijn dezelfde gebleven, maar we kregen er veel bij zoals de kerk klaarzetten, deuren openen, lector zijn, …
Pavell: En orgel spelen, eerst op het vormsel en dan het koor van Knokke begeleiden.
Arthur: We hebben ook veel samen gedaan. We zaten samen op school en zijn samen misdienaar. Pavell was ietsje vroeger misdienaar, maar ik volgde snel. Pavell heeft mij meegetrokken. We hebben altijd op zaterdag de mis gediend.
Wat waren hoogtepunten in jullie ‘carrière’?
Arthur: Het tofste was de reis naar Lourdes in 2014 met de misdienaars van het bisdom Brugge.
Pavell: Ja, dat was ‘geestig’. We hebben veel gelachen.
Arthur: Souvenirwinkel in en uit, een hele valies had ik mee.
Pavell: Ik heb nog het artikel dat toen verscheen over ons in Kerk&Leven.
Arthur: We kregen een fleecesjerp om ons als groep te herkennen. Super heet was dat in volle zomertijd.
En hier ter plaatse in Zwevegem?
Arthur: De aanstellingsviering van de pastorale eenheid met de bisschop en aanstellingsviering van de nieuwe pastoor.
Pavell: (Knikt bevestigend.) En de aanstelling van de nieuwe pastoor: zoveel volk!
Jullie worden voor deze ‘job’ niet betaald. Het is niet hip en er zitten weinig of geen leeftijdsgenoten in de kerk. Waarom doen jullie het?
Pavell: Ik ging toch naar de mis met mijn ouders en oma. Het was een familiegebeuren en dan ben ik nooit gestopt.
Arthur: Je krijgt veel dankbaarheid van de mensen voor wat je doet. Toen ik zei dat ik wou stoppen, kreeg ik heel veel reacties. Je krijgt weinig negatieve reacties, ook onder vrienden. Mensen hebben respect voor wat je doet. Ceremonie ligt mij. Ik heb dat altijd graag gedaan. En omdat het takenpakket ook veranderd is. Je mag meer doen naarmate je ouder wordt. Taken evolueren als je ouder wordt.
We zitten vast zolang er geen opvolging is. Zolang er geen waardige opvolging is, doe ik voort.
Pavell: Ik zou het ook niet graag achterlaten als er niemand anders is.
Weten jullie vrienden dat jullie misdienaars zijn?
Arthur: Ja, wij komen ook goed overeen buiten de kerk. In de lagere school zaten we alleen in het 6de leerjaar niet bij elkaar. Van het eerste tot vierde middelbaar zaten we ook samen en nu zijn we terug samen in de Kulak. We zien elkaar minstens om de twee dagen, als er geen corona is.
Al onze vrienden weten dat, ook in rechten en geneeskunde. Ik zeg het niet zomaar, maar als het ter sprake komt, vertel ik dat ik misdienaar ben. Ook mijn lief weet dat!
Pavell: Iedereen weet het. Met de Goede Week durf ik op vrijdag wel eens vragen welke dag het is. Ik durf wel iets meegeven aan mijn leeftijdsgenoten.
Arthur: Ik durf ook misverstanden uitklaren, want er zijn veel vooroordelen. De missen zijn niet altijd saai en het zijn ook niet allemaal oude mensen in de kerk!
Wat is geloven voor jullie?
Arthur: Geloven is geven en nemen. Ik geloof niet in een leven na de dood, maar de verhalen bieden wel perspectief om het goede te doen, anderen te helpen, solidair te zijn, verbondenheid. Je moet Bijbelverhalen niet letterlijk nemen, maar je haalt er betekenis uit. Als je zelf goed en warm bent voor de mensen, dan krijg je dat ook terug. Als je de waarden uitdraagt, mag je ze ook terug ontvangen.
Pavell: Verbondenheid. Je komt samen op hetzelfde moment. Het heeft iets. Geloof draagt de boodschap hoe het beter kan in de wereld.
Is jullie geloof veranderd in de loop van die 10 jaar?
Pavell: Waarschijnlijk wel. Vroeger geloofde ik meer in het hemelse, nu is het meer het aardse. Het goede en rechtvaardige doen voor de mensen. De diepere betekenis zoeken van de teksten die voorgelezen worden in de kerk. Van oppervlakkiger naar dieper.
Arthur: Vroeger dacht ik dat het geloof in de kerk zat en er niet uitkwam. Een samenleving binnen de samenleving. Maar door de jaren zie ik dat geloof voor 10% in de kerk zit en voor 90% erbuiten. Iedereen kan dat geloof verspreiden en uitdragen. Het is niet alleen de paus die het geloof preekt. Soms vind je geloof op plaatsen waar je het niet verwacht door wat mensen doen, zeggen of betekenen voor anderen. Wat verpleegkundigen doen in het rusthuis, is helemaal anders dan in de kerk, maar het is ook een teken van geloof.
Wie is Jezus voor jullie?
Pavell: Een voorbeeld van goed doen. Hij toonde hoe je met elkaar kunt omgaan, hoe je goed kunt zijn voor mekaar en elkaar niet op de zenuwen werkt. Hij was wel heel extreem.
Arthur: In iedereen zit een stukje Jezus of God. Iedereen draagt een stukje ‘goed’ in zich. Ik denk dat er maar één God is voor alle mensen. Jezus of God is er als je goed doet voor een ander, als je anderen graag ziet.
Wat is jullie favoriete voorwerp in de kerk?
Arthur: Het processiekruis. Ik vond het altijd spijtig dat de ‘oude’ voorwerpen die vroeger gebruikt werden nu niet meer gebruikt worden. Veel dingen zijn ook veranderd als ik dat zo hoor. Ik vind het een van de mooiste stukken in de collectie van de kerk, maar ook aan renovatie toe!
Pavell: Het orgel, hé! Eerst was ik veel bezig met wierook, maar op een bepaald moment ging ik naar het doksaal. Ik kwam aan de toetsen en besef hoe belangrijk mooie muziek is in de liturgie.
Arthur: Muziek is bijna het belangrijkste in de viering. Muziek zegt meer dan woorden. De kerstliederen zijn nog altijd dezelfde van 50 jaar geleden en ze blijven heel mooi!
Pavell: Op 15 augustus waren de liederen vroeger in het Latijn en de Marialiederen: dat was heel speciaal! Veel liederen kende ik niet, maar iedereen zong mee. Dat was indrukwekkend en bleef hangen. Met muziek kan je een andere toon leggen. Muziek geeft een extra dimensie.
Arthur: Een uitvaart of huwelijk zonder orgel zijn heel triestig.
Kunnen jullie ons nog een leuke anekdote vertellen?
Arthur: Tijdens de paaswake kreeg iedereen een kaars. Wij legden onze kaars op de grond, maar op ons blaadje. Het blaadje vloog in brand, het tapijt ook. Gelukkig kwam Bea blussen.
(Beide lachen hartelijk) We kregen soms de slappe lach! (Waarom? Dat kunnen we helaas niet publiceren.)
Misschien willen jullie nog een kerkgeheim met ons delen?
Arthur: Echte geheimen moeten geheim blijven, maar we zijn ooit tot in de spits van de toren geweest. De trappen zijn wel niet in al te goede staat. En … op de klokken slaan of midden in de nacht de kerk gaan klaarzetten. Om 11 uur beginnen en dan tot 2 uur klaarzetten. Leuke tijden!
We hebben iets met de klokken. We luiden graag héél lang. 15 minuten in plaats van 5 tijdens de paaswake.
Wat gaan jullie nooit vergeten?
Arthur: Zoveel dingen, na 10 jaar!
Pavell: ’t Is da! Dat Hendrik uitlegde hoe ik wierook moest maken. Ik verstond hem niet en bleef maar knikken. Hij draaide het wierookvat 360 graden.
Wat missen jullie in deze coronatijd?
Arthur: De vaste mensen. We zien ze niet meer.
Pavell: De zaterdagavond is niet meer hetzelfde.
Arthur: Er zijn weinig redenen waarom ik de mis zou afzeggen. Vakantie werd steeds gepland om zo weinig mogelijk de zaterdag te moeten missen.
Pavell: De hoogtepunten van het jaar vallen nu weg.
Arthur: Zeker ook de communies en de vormsels. Het zijn onze sterkste punten die we hebben als kerk.
Wat is jullie droom voor de kerk in Zwevegem?
Pavell: Ja, … droom.
Arthur: Die reporter hier heeft zeker gebeld met ‘De Standaard’ om vragen op te stellen?
Een hechtere gemeenschap en meer volk. Dat is moeilijk en misschien onhaalbaar, maar zeg nooit, nooit.
Pavell: Een beetje meer jonger volk, een beetje meer misdienaars, een beetje meer leven in de brouwerij. Ik hoop dat er iets meer te doen zal zijn.
Arthur: Ik zou nog wel eens een processie willen houden doorheen de gemeente.
Hebben jullie nog een boodschap voor onze lezers?
(En dan werd het heel stil …)
Arthur: Ze zijn nog niet van ons af! Maar vanaf 2024 ik wil toch wel meer achter de schermen werken. Ik zou graag nog andere taken opnemen in de parochie. Het is wel aangenaam dat we meer inspraak krijgen.
Heb jij nog een uitsmijter, Pavell?
Pfff, … ik zou het echt niet weten. Geen uitsmijter, maar je zal nog van mij horen!