|
Een goede gezichtsfoto van abt Marie-Albert Van der Cruyssen vonden we niet, maar zijn wapenspreuk verbindt het verleden met het heden, de toekomst en de eeuwigheid.
‘Per crucem’ of ‘Door het kruis’. Het kruis veranderde de geschiedenis én zijn leven!
|
Gerda Vermaut
|
Gerda herleeft wanneer ze bij de kapel komt. Heel bevlogen vertelt ze alles wat ze weet over deze kleine bedevaartplek in de Comminnestraat. Het was een hele klus om, samen met haar broer, eigenaar te kunnen worden van deze kapel. De zeer talrijke erfgenamen van de vorige eigenaars moesten uit Bazel (Zwitserland), Parijs (Frankrijk) en het Brusselse komen om voor de notaris te verschijnen. Het was voor hen een feest om elkaar terug te ontmoeten bij de kapel en Gerda heeft nog steeds contact met sommigen van hen.
Ook haar ouders hadden een heel sterke band met deze kapel. Zij schonken het beeld van ‘Maria met kind’ en hadden de kapel laten toewijden aan Onze-Lieve-Vrouw van Goede Raad. ‘Goede raad’ stond en staat in de litanie van Onze-Lieve-Vrouw, maar je vond er nergens een kapelletje van. Kapelletjes voor Onze-Lieve-Vrouw van Bijstand of Vrede vind je daarentegen in overvloed. Bovendien hadden de ouders van Gerda vijf studerende kinderen. Wat ‘goede raad’ konden ze dus altijd gebruiken. Pa en ma Vermaut waren heel vaak te vinden bij de kapel. Ze hadden een enorme devotie voor Maria en vertrouwden op haar. De kapel stond dan ook op het bidprentje van Marcel Vermaut en het beeld van Maria op dat van zijn echtgenote Paula Desmedt.
|
Luc Demunster
|
Gerda hoopt dat de kapel nooit zal afgebroken worden, maar wat de toekomst zal brengen, is een groot vraagteken. Zelf is ze kinderloos en haar broer woont heel ver. Ze probeert goed te zorgen voor de kapel. Vorig jaar liet ze nog de gedenksteen herkappen onderaan de kapel. Ze is heel blij dat er ook nog regelmatig wordt gebeden door mensen van de parochie, als er geen coronatoestanden zijn tenminste. Maar … in de zorg voor deze formidabele plek te midden van prachtige velden staat Gerda niet alleen. Luc Demunster, zijn echtgenote Els Beelprez en zoon Simon steken mee de handen uit de mouwen. Ze wonen nog maar sinds afgelopen Kerst op de boerderij, maar ze aarzelen niet om spontaan het gras te maaien rond de kapel en ervoor te zorgen dat alles netjes blijft. ‘Dat moet ons niet gevraagd worden. We doen dit met veel plezier. Dat is maar een kleine moeite’, voegt Luc er bescheiden aan toe. Hij bevestigt dat ook nu nog heel wat mensen even halthouden bij de kapel. Ze zitten op het bankje, kijken naar Maria en wandelen of fietsen dan weer verder. Misschien vragen ze er ook om ‘goede raad’, wie zal het zeggen.
|
Het beeld van 'Maria met kind' in de kapel.
|
De nieuwe herdenksteen
|
Archivaris Gerda houdt alles goed bij. Ook van de inwijding heeft ze een ftooalbum.
|
Het originele plan van de kapel en de link met de abdij van Orval zijn bij Gerda in goede handen.
|
De geschiedenis van de Zwevegemse Orvalhoeve en -kapel
Als het gezin Aloïs Vermaut-Marie Ravelingeen intrekt op de hoeve is deze eigendom van Ernest Reynaert uit Kortrijk (senator en gemeenteraadslid). De heer Reynaert is kinderloos en draagt de hoeve in 1937 bij testament over aan zijn nicht Andrée Reynaert, gehuwd met Carlo Van der Cruyssen. In 1942 besluiten de eigenaars een nieuwe runderstal te laten bouwen op de hoeve ter vervanging van de bestaande verouderde stallingen. Hiervoor doen zij beroep op de kennis van de heer Charles Van der Cruyssen, oom van de eigenaars.
Het leven van Charles was wat men merkwaardig kan noemen. Hij was een Gentse aannemer die in de eerste wereldoorlog als vrijwilliger op veertigjarige leeftijd bij het leger ging en zijn leven meermaals riskeerde om Belgische soldaten te redden. Op het einde van de oorlog raakte hij zwaar gewond. Hij zou toen beloofd hebben dat hij trappist zou worden als hij levend uit deze oorlog zou komen. Belofte die hij nakwam door in te treden bij de trappisten in La Trappe nabij Parijs waar hij de naam Marie-Albert Van der Cruyssen koos.
Omdat men in Frankrijk in de jaren 1920 erover nadacht om er de monniken te verbieden vroeg hij om overgeplaatst te worden naar België. Zo kwam hij terecht in Villers-devant-Orval.
Hij stichtte er een nieuwe gemeenschap van trappisten in de tijdens de Franse Revolutie volledig verwoeste ruïnes van de vroegere abdij. Hij werd hierdoor bijgestaan door zijn vriend en architect Henri Vaes die hier zijn levenswerk van maakte. Na de heropbouw werd Marie-Albert Van der Cruyssen de 54ste abt van Orval en de eerste abt van Orval na de heropbouw.
|
Ook Luc en Gerda bekijken de plannen. De familie Demunster woont nu op een plaats met een rijke geschiedenis en dat verwondert hen.
|
De runderstal uit 1942.
|
Dom Marie-Albert van der Cruyssen bij de ruïnes in Orval, met architect Henry Vaes. © RR
|
In de runderstal werden boven de deuren een steen ingemetseld, één met het wapenschild van de familie Van der Cruyssen uit de Gentse periode en één met het wapenschild van Dom Marie-Albert Van der Cruyssen met de symbolen van Orval (forel met ring) (1). De gebinten van de stallingen werden vanuit Orval met de trein naar het station van Knokke-Zwevegem vervoerd waar Marcel deze met paard en kar ging ophalen.
Terzelfdertijd werd aan de toegangsweg naar de hoeve een kapel in dezelfde stijl gebouwd. Deze bleef eigenlijk onafgewerkt tot in 1964. De afwerking van de kapel gebeurde door de familie Van der Cruyssen. Het beeld ‘Moeder Maria met kind’ werd aangekocht door het echtpaar Vermaut-Desmedt bij de bekende kunstenaar en beeldhouwer Gustaaf Delafontaine uit Menen. Op 15 augustus 1964 werd de kapel ingewijd door de deken van Avelgem in aanwezigheid van de eigenaars en talrijke gelovigen van de parochie Maria Bernarda. Zij werd toegewijd aan ‘Onze-Lieve-Vrouw, moeder van Goede Raad’.
De familie Vermaut stond steeds in voor het onderhoud van de kapel.
|
Wapenschild familie Van der Cruyssen (Gent). Deze steen bewaart Luc Demunster.
Wapenschild van abt Marie-Albert Van der Cruyssen. Wie weet krijgt deze steen ooit een plaats in ‘de trappistenkelder’ van de familie Demunster.
|
In 1956 besluiten de eigenaars de landerijen en de hoevegebouwen te verkopen (15 ha 51 a).
Als uitbaters hebben Marcel en Paula Vermaut-Desmedt een voorkeurrecht waarvan zij gebruik maken en komen zo in het bezit van de hoeve. De kapel hoort hier niet bij.
Door verschillende overlijdens binnen de familie Van der Cruyssen-Reynaert komt de kapel in handen van diverse eigenaars die eigenlijk nog nauwelijks van het bestaan ervan afweten. Daarom overwegen Gery en Gerda Vermaut de mogelijkheid om de kapel eventueel over te nemen en verder in te staan voor het verder bestaan en zo geschiedde.
(1) Gravin Mathilde van Toscanië, die weduwe was, had per ongeluk haar trouwring in de bron van het dal laten vallen; ze smeekte God om hulp en het duurde niet lang of er kwam een forel boven water met in zijn bek de kostbare ring. Mathilde riep toen uit Dit is echt een gouden dal! (Orval, "val d'or" betekent "gouden dal") en ze besloot uit dankbaarheid op deze gezegende plaats een klooster te stichten.
En tot slot: de bierkenners weten ongetwijfeld dat de forel en de ring nog steeds te vinden zijn op de etiketten die de flesjes Orval sieren.
Van links naar rechts: de heer Paul Hanssens (voorzitter kerkfabriek), Eerwaarde Heer Gerard Vandeputte (deken Harelbeke), mevrouw Paula Desmedt (echtgenote van Marcel Vermaut), mevrouw Andrée Reynaert en haar echtgenoot Karel Van der Cruyssen (eigenaars kapel), de heer Marcel Vermaut, Eerwaarde Heer Verhelst (pastoor parochie Heilige Maria Bernarda).
|
De inwijding van de kapel was voor de zusters de ideale gelegenheid om eens de bloemetjes buiten te zetten.
|