Frederic, vanwaar het idee om op pelgrimstocht te gaan?
Ik heb altijd op mijn werk gezegd: ‘Als ze mij ontslaan, dan ga ik op tocht om te weten wat ik met de rest van mijn leven wil doen’. Op een dag was het zover. Ik sprak erover met mensen rondom mij en ze zeiden: ‘Als je het nu niet doet, zal je het nooit meer doen’. Ik bestelde een tent eind augustus en toen belde ik naar jou, pastoor Dirk, en ik zei: ‘Ik zal vertrekken naar Compostella’. Toen moest ik nog uitzoeken hoe het allemaal werkte.
Bij jouw vertrek kwam je eerst naar de mis om 8 uur ’s morgens in de SintAmanduskerk. Het trof me dat je emotioneel was bij je vertrek. Hoe kwam dat?
Op 11 september 2024 ben ik inderdaad vertrokken. Ja, ik wist niet waaraan ik begon en ik wist dat ik voor een hele tijd weg zou zijn. De eerste dag stapte ik naar mijn vriendin in Moeskroen. ’s Middags was ik er al en ik werkte in de namiddag nog in de tuin. Toen wist ik dat ik meer dan 20 km per dag ging stappen. Ik weet niet precies hoeveel kilometer ik stapte per dag. Ik vertrok tussen 7.30u en 8.30u en probeerde tussen 17.30u en 18.30u een plek te hebben om te slapen: mijn tent, een klooster of een andere plaats. In de eerste periode, in het noorden, is er weinig voorzien voor pelgrims, maar vanaf Parijs en zeker vanaf Poitiers zijn er ‘auberges’ om te slapen. Ook privé zijn er heel veel mensen die accommodatie voorzien: een kamer en zelfs eten.
Kan je ons wat cijfers geven over jouw tocht naar Compostella? En met trots zegt Frederic:
1970 km gestapt, enkel tot Santiago de Compostella!
69 dagen en 2 rustdagen!
500.000 pelgrims kwamen in 2024 aan in Santiago en het aantal stijgt nog elk jaar.
Er zijn meer dan 10 routes die naar Compostella lopen voor pelgrims.
Wat is je leukste herinnering?
Héél veel leuke herinneringen zullen mij bijblijven; de aankomst in
Compostella, maar dat is niet dé leukste. Je bent héél blij dat je er bent, maar ook droevig omdat het voorbij is.
Ik denk zeker aan de eerste avond met mijn Poolse vriend of reisgenoot. Hij noemde mij ‘the animal’, want hij kon niet mee met mij. Ik liep voor om een slaapplaats en eten te voorzien. Het was op een zondag in Vondeaux. We vroegen de weekmenu en … dat kon voor € 20. We hebben goed gegeten. We namen nog een kaasschotel voor € 6 en ze kwamen met een hele kar kaas. Hij was zo gelukkig dat we met grote vreugde buiten gingen.
En uiteraard moeten we nu ook even peilen naar de naarste herinnering?
Tegenslagen onderweg misschien?
Wortelen, dennenbossen en maïs … kilometers lang niets anders zien. Saaie lange wegen, altijd maar rechtdoor stappen. Het lijkt eindeloos. Daar kom je jezelf wel tegen. Regen, slecht weer, alleen zijn op de baan. De nare dingen uit je verleden komen boven. En die raken wel, maar je verwerkt dat. Een hele dag in de regen stappen, kletsnat aankomen en dan in een hele sobere herberg komen, niet leuk, maar we trokken onze plan om de kleren droog te krijgen voor de volgende dag.
In de Spaanse stad Pamplona kwam ik aan samen met een Hollands meisje. We zouden vier dagen samen stappen, maar na Logrono wou ze alleen verder. Ik stapte dan wat sneller door en kwam in een herberg aan voor 70 personen en … ik was daar alleen. Toen ben ik even gekraakt.
Zijn er zo nog mensen die je leerde kennen?
Elke ontmoeting onthoud je. Op een zeker dag kwam ik een oud-legionair tegen. Hij vertelde zijn leven en zei toen: ‘het is naar daar’.
De zusters die naar de kerk gingen en die mij pas wilden opvangen na hun gebedsdienst.
Bartek, mijn Poolse tochtgenoot, die héél katholiek is. Hij kende alle heiligen en bad er ook voor. Alles kwam altijd goed, zei hij. Sint Katrien had zelfs voor centen gezorgd! Een hele fijne man om mee te hebben. We hielpen elkaar. Ik sprak Frans en hij Engels. Hij had geluk dat hij zijn eigen tolk bij had, mezelf. Het koppel Australiërs die ik ontmoette, waar ik mee aankwam in Burgos en die me na Leon verder hielpen terwijl ik ziek was en een probleem aan het been had.
Mijn zoon van de camino mag ik ook niet vergeten. Wij loodsten elkaar door de Meseta op een razend tempo, 7 stapdagen plooiden we in 5. Het was een saaie tocht, dus hebben we er niet zoveel tijd aan besteed. Na Leon splitsten we, maar Thierry wachtte mij, als verrassing, op met een fles bubbels in Santiago. Ongelofelijk!
Heb je ook veel alleen gestapt?
Door Frankrijk wel. In mijn dagboek staat er dan maar één blad per dag omdat ik niet zoveel meemaakte en met niemand sprak. Maar vanaf het zuiden staat er veel in mijn dagboek. En ja, soms was het vloeken, stappen in wind en regen.
Wie kom je eigenlijk tegen als je op weg bent naar Compostella? Nederlanders, Amerikanen en niet te vergeten Koreanen die heel vroeg op staan om te vertrekken. In Korea is de camino héél populair. Jong en oud doen dit.
Vreemd dat je dan zoveel volk ziet vanaf Saint Jean Pied de Port, maar mensen praten (nog) niet echt met elkaar. En toch … na enkele dagen zit je samen aan één tafel.
Je komt mensen van alle slag tegen: mensen met een burn-out, mensen met zwaar liefdesverdriet, mensen die voor altijd op weg zijn, hippie-likers (mensen die pas afgestudeerd zijn en die iets willen doen), mensen die na een kanker willen bewijzen dat ze nog iets kunnen, mensen die net met pensioen zijn, studies afgelopen en kot opgezegd en zonder woonst (zoals Thierry), halve landlopers, …
Waren de gesprekken onderweg anders dan in het dagelijks leven?
De camino is gesprekonderwerp nummer één en ook waarom je het doet. Persoonlijk geluk en leed, het leven wordt verteld aan elkaar. Dat gaat daar redelijk snel, want hier doe je dat niet met je buur. Misschien ook omdat je weet dat je die mensen misschien nooit meer zal zien, open je sneller jezelf. Een Marokaan zei ‘bonjour’ en ik zei ‘rebonjour’ en hij vertelde mij zijn hele leven. Hij sprak zijn biecht. ‘Je kan alleen maar dankbaar zijn voor wat dat je krijgt van mensen!’, is mijn devies achteraf.
Deel 2 van het interview!
Frederic, ongetwijfeld heb je mooie dingen gezien. Wat zal je bijblijven?
De ‘rijkdom van de kerk’ in Spanje, in Navarrete bijvoorbeeld. Ik kwam binnen op een regendag om te schuilen in de kerk. De kerk was donker. Ik wierp een stuk van twee euro in een kastje en plots werd het hoofdaltaar verlicht, volledig in goud. Ongelofelijk wauw!!! Het was een kleine stad, maar een overweldigende kerk.
Prachtige altaarretabels, maar ook veel mooie landschappen én mensen! De innerlijke kleur ook van de mensen zal ik niet vergeten. Mensen die stappen om iets te vergeten. Je hebt een steentje mee en je kan het achterlaten of het in de grote oceaan gooien na de weg tot Finesterre. Mensen helpen elkaar op- en onderweg.
Eten, drinken, slapen, wassen (jezelf en kledij), … hoe doe je dat? Hoe pak je dat allemaal aan als je zo lang onderweg bent?
In het begin is het een week al stinkend rondlopen. Dan moet je eens een hotel opzoeken. Ik had 10 paar sokken mee (omdat ik binnen- en buitensokken draag), maar de meesten hebben maar twee tenues bij: één die ze dragen en één in hun rugzak. In auberges zijn er wel douches.
Sommigen hebben een tentje mee, net zoals ik. Anderen slapen de hele tijd in hun tent.
Maar vanaf Spanje is alles super voorbereid en komt er ook héél veel volk. Een pelgrimsmenu kan hier verkregen worden tussen de € 12 en € 15 en dit voor een voorgerecht, hoofdgerecht, dessert en wijn. Een ontbijt heb je al voor € 6.
Slaapzalen met chambretten waar honderden mensen kunnen slapen, vind je er ook. Daar kan je ook je kleren laten wassen voor € 7, geplooid en al. De Nederlanders die het uitbaatten te Roncevalles, deden dat zeer goed. Zelf ben ik ook eens naar een wassalon geweest. Met enkelen samen is er gauw een trommel gevuld en de prijs gedeeld.
In sommige auberges wekken ze u ’s morgens om 6.30u met gregoriaanse gezangen en tegen 8u moet je buiten zijn. Pas om 14u in de namiddag kan je dan terug binnen. Deze uren zijn zowat overal courant.
Je stempelboekje moet je natuurlijk ook laten stempelen en tijdens de laatste 100 km van de tocht moet je er zeker twee per dag hebben, zodat ze zeker zijn dat je gestapt of gefietst hebt. Dit om uw certificaat te krijgen, heel belangrijk voor Spanjaarden trouwens.
Sint Jacob of apostel Jacobus, de man die Compostella bekend heeft gemaakt. Je had ook een Sint-Jacobschelp aan je rugzak hangen bij je vertrek. Wat weet je nu (meer) over hem?
Tuurlijk wel dat ik er meer van weet! Die apostel is het langst met Jezus op weg geweest.
Ik weet ook meer over Saint Martin! In zijn basiliek hoor je gezangen van nonnetjes en daar geven ze héél veel uitleg.
Als pelgrims mag je dan mee naar de crypte en zie je zijn schedel staan terwijl de nonnetjes zingen en u zegenen als pelgrim. Dan mag je een wens of gebed opschrijven en mag je er ook één of meerdere uit de pot halen om mee te dragen naar Santiago om ze daar achter te laten. Je moet die daar dan wel onder de kaarsenbak duwen omdat er geen plek is voorzien om die in te steken.
De echte camino begint pas als je weer naar huis gaat, zegt men wel eens. Voelt dat ook zo aan voor jou?
Dat klopt absoluut! Je plaats hier terugvinden is heel moeilijk. Ik vind héél moeilijk mijn draai. Je wil wel terug naar de camino.
Je kan met minder en zegt: waarom moet dit nog, waarom moet dat nog?
Hoe kijk je nu terug op je tocht?
Ik heb heel veel geluk gehad, zeker met het weer. Ik had het gevoel dat ik van hierboven gevolgd werd. Op een bepaald moment was er overal heel slecht weer en boven ons een gat van zon en een blauwe hemel die ons bleef volgen.
Ik heb maar vijf dagen echt regen gehad. En ik vond ook veel eten langs de weg: gratis druiven, appels, vijgen, … De herfst is een ideale periode om zo’n pelgrimstocht te doen.
Zelf heb ik niet in overstromingen gezeten. Grote klank- en lichtshows heb ik gezien, maar het zware onweer brak even verder uit of ver na mij. Zéér gek!
Blij dat ik dat gedaan heb! En dat ik ook naar Finistère kon na mijn aankomst in Santiago.
Ben je nu ‘gelovig of geloviger’ geworden?
Onderweg wordt er wel over geloof gesproken. Je denkt er over na. Zelf ben ik redelijk humanistisch en ik zal eerder iets doen voor de mens dan voor God, maar in gesprekken heb je het erover.
De Bijbel is iets om de barbaren in de lijn te laten lopen, maar Jezus heeft gezegd: ‘Je bent vrij!’ En die keuze moet je ook zelf maken. Dat is plots bij mij opgekomen onderweg. Dat heeft Jezus gebracht. De Bijbel is niet zomaar een boek.
Alle problemen die mensen hebben, wel … de oplossingen staan in het Oude Testament, zelfs de oplossingen voor de problemen met je minnares, zo werd mij verteld.
Het is verrijkend om met mensen over geloof te kunnen spreken zoals met mijn Poolse tochtgenoot Bartek.
Ik heb ook een dame ontmoet die een jaar eerder de tocht had gedaan en de tranen sprongen haar in de ogen, wanneer ze er ons wou over vertellen.
Iemand anders had haar grote villa verkocht om in een klein huisje pelgrims te ontvangen. Er hing een schelp aan haar deur. Vroeger hing je pas een schelp aan je rugzak om terug te keren naar huis, want dan hielpen ze jou.
Zo’n pelgrimstocht is een aanrader zowel voor het innerlijke als het fysieke. En … ik deed zelfs een belofte aan mijn Poolse vriend Bartek om iedere eerste vrijdag van de maand naar de mis te gaan!
Ik heb geluk gehad met het weer, met de fysiek. Maar ik was het meest bang van het mentale. Het was mentaal zwaarder dan de fysiek.
Hoe kijk je naar 2025? Naar de toekomst?
Sowieso ga ik naar Porto om de Portugese tocht van Porto naar Santiago te doen met de variante van ‘de geïnspireerde weg’.
Staan er nog pelgrimstochten op je verlanglijstje?
Ja, en dan zal ik mijn Poolse kameraad Bartek terug ontmoeten in Compostella, want hij is nu nog op weg. Ik vertrek rond woensdag 23 maart om dan negen dagen later in de pelgrimsstad aan te komen.
Ook de route van Saint Martin van Tours tot Budapest zou ik ook nog willen doen. Het staat op het verlanglijstje. Wie weet …
Beveel je zo’n pelgrimstocht aan?
Zeker! Zeker doen! Once in a lifetime experience en neem dan misschien de herfst.