In de Eucharistie gedenkt de Kerk enerzijds het sterven van Jezus aan het Kruis: De Heer gaf een bewijs van zijn liefde tot het uiterste toe. In de viering van de Eucharistie wordt zo het kruisoffer van Christus tegenwoordig gesteld.
Anderzijds is er sprake van maaltijd houden: Telkens als gij dit brood eet en de beker drinkt, verkondigt gij de dood des Heren, totdat Hij komt (1 Kor. 11,26).
De gekruisigde en verrezen Heer is onze gastheer en tegelijkertijd ons voedsel. Door onze deelname aan de Eucharistie worden wij verbonden met de verrezen Heer en krijgen wij deel aan zijn overwinning op de dood. Wij krijgen deel aan zijn leven. In de Eucharistie komt de Heer de mens tegemoet en is reisgezel van de mens (paus Benedictus XVI).