Dit is het. Nu moet het gebeuren. Vijftien kinderen* schuifelen vergezeld door hun gezin de kerk binnen. Het publiek kijkt nieuwsgierig toe hoe die jongelingen door het afleggen van hun eerste communie verbonden willen worden met de gemeenschap van gelovigen. Zelfs een volle kerk doet hun geloof niet wankelen. De kinderen hebben doorheen de voorbereiding een hechte band met elkaar en met God gesmeed. Door zang en schouwspel laten ze nu zien wat dat betekent:
Twaalf vrienden verliezen elkaar, maar zoeken ook naar vergeving en dus verzoening.
Jezus vraagt wie hem wil volgen, de vissers gooien voor de laatste keer hun net uit en beginnen samen met Jezus de grote reis, bewegwijzerd door God.
Met de vraag om te bidden voor alle mensen, jong en oud, in verdriet of pijn, krijgen ouders en kinderen de kerk stil.
Na het Groot dankgebed en het Onze Vader voelen de kinderen tijdens de Vredeswens al dat waar zij al zolang naar uitkijken nu echt ook voor hen vorm zal krijgen: de Communie.
“Als er feest gevierd wordt, kan een maaltijd niet ontbreken. Samen eten aan deze tafel is een groot moment om nooit te vergeten.”
De Communie is voor iedereen een moment van sereniteit, en dan mag het eens losgegooid worden: “Wibbedibie, wibbediba… Waaw , dat is een fijn gevoel!”
Dankbaarheid volgt: van de kinderen voor hun ouders, de pianist, dat vrolijk meezingende kerkkoor en die minzame mijnheer pastoor die hen toch wel over hun geloof doet nadenken; van de ouders voor hun kinderen en voor wat Linda en Sofie met de kinderen verwezenlijkt hebben.
God, zegen ons met lieve kinderen, met hartelijke moeders en wijze vaders, met zalige mensen, omdat zij ervoor zorgen dat het goede zijn weg vindt. Amen. (een papa)
* Adrian, Amy, Christian, Hailey, Julian, Kolynn, Lanni, Louis, Luana, Max, Nathan, Raphaël, Rik, Rune en Victoria.