Rond de Sint-Niklaaskerk van Slijpe is een team van archeologen al enkele maanden in weer en wind aan het werk om het oude gedeelte van het kerkhof dat onder de straatstenen verborgen is, opnieuw bloot te leggen.
Net vóór alles weer dichtgaat, hadden we een fijn gesprek met Charlotte Verhaeghe die de opgravingen leidt.
Wil je je kort even voorstellen?
Ik ben Charlotte, archeoloog en projectleider van de opgraving rondom de Sint-Niklaaskerk in Slijpe.
Ik leid hier een team van een vijftal archeologen en student-archeologen, allen werkzaam voor BAAC Vlaanderen, een archeologisch studiebureau, gevestigd in Evergem.
We zijn in Slijpe gestart in september 2024 en hopen onze opgravingen eind april af te ronden.
De opgravingswerken lagen in de winter wel 4 maanden stil door grondwaterproblemen.
Wat was de aanleiding voor het archeologisch onderzoek hier in Slijpe, net naast de kerk?
De opgraving gebeurt in het kader van nieuwe rioleringen die geplaatst moeten worden rondom de kerk.
Het kerkhof was vóór de 18de eeuw groter dan ze vandaag is, waardoor onder de Odiel Spruyttestraat en de Sint-Niklaasstraat nog honderden skeletten bewaard zijn.
Wat vertellen de skeletten ons over de geschiedenis van deze plek en het leven van de parochianen toen?
Door de aanwezigheid van tempeliers in Slijpe is het mogelijk dat het dorp tijdens de middeleeuwen mensen aantrok waardoor het toen meer inwoners telde dan we nu zouden verwachten.
De tempeliers en nadien de hospitaalridders, twee belangrijke geestelijke ridderorden, bezaten in Slijpe één van de belangrijkste commanderijen in Vlaanderen, het Groot Tempelhof, en hadden ook het patroonschap van de kerk.
Zijn er aanwijzingen over de tijdsperiode van deze skeletten?
Het aanwezige aardewerk in de kerkhoflagen doet voorlopig vermoeden dat de oudst aangetroffen skeletten
minstens in de late middeleeuwen (1300-1500) te plaatsen zijn.
Verder natuurwetenschappelijk onderzoek na de opgraving zal hier meer duidelijkheid over geven.
Het kerkhof buiten de huidige kerkhofmuur is vermoedelijk in gebruik geweest tot in de 18de eeuw.
Uit de sporen van houtresten en spijkers kunnen we vaststellen dat het hier om kistbegraving gaat.
De lichamen liggen begraven met het hoofd aan de westkant, waarbij het gezicht naar het oosten georiënteerd is.
Volgens het christelijk geloof zal Jezus Christus bij zijn wederkomst uit het oosten komen.
Wat kunnen jullie allemaal afleiden uit zo’n skelet?
Een skelet kan nog veel vertellen over het individu.
Aan de hand van de vorm en afmetingen van de beenderen kan vaak nog het geslacht achterhaald worden, de sterfteleeftijd, bepaalde afwijkingen en soms ook nog bepaalde ziektes die op de beenderen te zien zijn.
Denk maar aan artrose, osteoporose, syfilis en dergelijke.
Ook ondervoeding tijdens de kindertijd is vaak nog op het skelet te zien.
Bepaalde jobs of herhalende activiteiten laten ook sporen na.
Denk maar aan pijproken, visnetten knopen of jobs die de rug of knieën zwaar belasten.
Ook de informatie van alle skeletten samen kan ons meer leren over het leven in Slijpe doorheen de tijd.
Skeletten uit bepaalde perioden met aanwijzingen van ondervoeding of geweld kunnen bijvoorbeeld in de richting van hongersnoden of perioden van oorlog wijzen.
Hoeveel tijd neemt het eigenlijk in beslag om één skelet op te graven?
Het opgraven van skeletten is heel secuur werk.
Het is belangrijk dat de beenderen mooi vrij gelegd worden zodat alle informatie goed verzameld kan worden, zonder dat vaak fragiele stukken verder degraderen. Daarna worden de skeletten gefotografeerd, ingemeten met een RTS-toestel (Robotic Total Station, een geavanceerd meetinstrument) en volledig beschreven.
Gemiddeld is één archeoloog een hele dag bezig met het vrijleggen en registreren van een volledig skelet.
Met al deze opgeslagen informatie kan de fysisch antropoloog nadien deze skeletten verder onderzoeken.
Welke andere artefacten of structuren zijn er tot nu toe gevonden naast de menselijke resten?
De opgraving vindt hoofdzakelijk plaats op het oude kerkhof waardoor geen andere structuren aangetroffen zijn.
Wat zijn de grootste uitdagingen bij een opgraving als deze, zo dicht bij een kerk en een bewoond gebied?
De grootste uitdaging op een opgraving als deze is water: grondwater en regenwater.
Kerkhoflagen gaan vaak tot een aanzienlijke diepte.
Hier in Slijpe vinden we bijvoorbeeld skeletten tot zeker 2 m onder het straatniveau.
Bijgevolg komen we in het grondwater terecht waardoor de klei verandert in modder en het heel moeilijk wordt om de skeletten goed en vlot vrij te leggen en te registreren.
Wordt jullie werk geapprecieerd door de mensen van het dorp?
We worden goed ontvangen door de mensen van het dorp.
We krijgen al eens een stukje taart of een warm theetje op koude dagen.
Ook toeristen die hier verblijven of passeren kwamen al geïnteresseerd vragen stellen.
We zijn ook blij dat er een artikel verschijnt in de lokale bladzijden van Kerk en Leven.
Dat werkt motiverend en we geven altijd met plezier een woordje uitleg.
Hoe verloopt de samenwerking met het gemeentebestuur en met de aannemer?
De samenwerking met het gemeentebestuur en de aannemer verloopt vlot.
We zetten in op goede communicatie om de opgraving zo goed mogelijk af te stellen op de planning van de werken.
Wat is de interessantste ontdekking die jullie hebben gedaan?
Hier in Slijpe troffen we toch een aantal skeletten aan met interessante afwijkingen.
Dit vertelt ons meer over de gezondheid van de mensen die hier woonden en of er verschillend zijn met andere steden of perioden.
Zo had één individu een verbeende cyste ter hoogte van de onderrug.
In dergelijke cystes zouden zelfs tanden kunnen groeien.
Hou je van je job? Wat maakt het zo boeiend?
Ik vind mijn job heel boeiend omdat ze heel afwisselend is.
Ik kan in één week tijd soms elke dag met andere collega's samenwerken op een opgraving en andere dagen thuis of op kantoor verslagen schrijven of vondstmateriaal determineren.
Ook vind ik het leven van de mens in het verleden fascinerend waardoor ik het altijd leuk vind om daar meer over te weten te komen.
Jo Broucke