Naar aanleiding van de Dag van de Landbouw op zondag 17 september zijn we te gast bij Nicolas Dehaemers, voorzitter van KLJ Leffinge én van KLJ West-Vlaanderen.
Op het landbouwbedrijf van zijn ouders heeft hij de liefde voor de boerenstiel met de paplepel meegekregen. Maar het romantische leven van de boer die heer en meester is op zijn erf is al een tijdje voorbij. Vandaag moet een hoeve als een modern bedrijf gerund worden en ontsnapt ook de landbouwer niet aan de vaak verstikkende greep van wetten en regels.
Vlaanderen is nu al maanden in de ban van het stikstofdossier. Kun je even in het kort uitleggen wat dit decreet precies inhoudt?
Het stikstofdecreet moet de goede staat van onze natuurgebieden garanderen. Een overvloed van stikstof zou namelijk een negatieve impact op deze gebieden hebben. Echter is er veel onduidelijkheid over wie verantwoordelijk is voor deze stikstofuitstoot, en welk effect stikstof precies heeft op deze natuurgebieden. Het ‘oude’ stikstofdecreet werd op 25 februari 2021 nietig verklaard door de rechtbank. De rechtbank oordeelde dat de impact van stikstof op onze natuur niet correct ingeschat werd. Sindsdien is het bijna onmogelijk om als landbouwbedrijf een vergunning aan te vragen, wat zeer ingrijpende gevolgen heeft voor onze landbouwers. Zonder een vergunning is het namelijk niet mogelijk om een landbouwbedrijf uit te bouwen of over te dragen aan de volgende generatie.
Waarom protesteren de landbouwers zo hard tegen dit decreet? Voelen zij zich in hun bestaan bedreigd?
De Vlaamse Regering probeert sindsdien een akkoord te vinden rond een nieuw stikstofdecreet, maar de inspanningen zijn tussen de sectoren onderling niet gelijk verdeeld. In de landbouw wordt er ook stikstof geproduceerd door dieren, en daarom moeten ook de landbouwers hun steentje bijdragen om de uitstoot te verminderen. Maar aan de landbouwsector worden zeer strenge doelstellingen opgelegd, terwijl de industrie grotendeels gevrijwaard blijft.
Dit roept bij ons een groot gevoel van onrecht op. Het huidige voorstel van decreet geeft geen toekomstperspectief aan onze bedrijven, terwijl deze bedrijven nog steeds voor het dagelijks brood zorgen.
Neem je zelf ook deel aan de protestacties?
Ja! Ik ben altijd trouw op post bij de protestacties, want ik vind het belangrijk dat we als landbouwsector onze problemen uitleggen aan politici én aan de maatschappij. Beleidsmakers moeten vooral mét landbouwers praten, in plaats van alleen maar óver hen te praten.
Heb je het gevoel dat de mensen achter jullie staan? Zijn ze voldoende op de hoogte? Of laat dat hele stikstofdossier hen koud?
Hoewel het een zeer technisch ingewikkeld dossier is, heb ik wel het gevoel dat de mensen achter ons staan.
Sinds de coronacrisis en de oorlog in Oekraïne beseffen veel mensen het belang van lokaal voedsel.
Het feit dat aan de landbouwsector veel striktere doelstellingen worden opgelegd in vergelijking met andere sectoren roept ook bij hen een onrechtvaardigheidsgevoel op. Tijdens de acties konden we ook steeds op positieve reacties rekenen.
Zie je een oplossing voor dit probleem? Welke kansen zie jij?
Ja, ik ben ervan overtuigd dat beleidsmakers samen met landbouwers en landbouworganisaties een uitweg in dit dossier kunnen vinden. Door in te zetten op innovatie en door nieuwe technologieën te gebruiken en door rekening te houden met de vergrijzing in de sector moet de bestaanszekerheid van bestaande bedrijven en toekomstperspectief voor jonge boeren gegarandeerd worden. Maar de modernisering van onze bedrijven vraagt veel meer tijd.
Het zou beter zijn om de overgang geleidelijk aan te pakken en tegen 2050 alle vooropgestelde doelen te realiseren. Zo krijgen boeren meer perspectief.
Je bent voorzitter van de KLJ Leffinge. Hoe ervaren de jonge boeren van de KLJ Leffinge het probleem? Knaagt de onzekerheid ook aan hen? Of blijven ze strijdvaardig en gemotiveerd?
In onze KLJ zijn heel wat jongeren actief in de landbouwsector. Heel wat jongeren zien ook voor zichzelf een toekomst op het ouderlijk landbouwbedrijf of in de brede landbouwsector.
Ze zijn ervan overtuigd dat lokale voedselproductie ook in de toekomst belangrijk zal zijn! De onzekerheid zorgt er echter wel voor dat heel wat investerings- en overnameplannen vertraging oplopen, waardoor er zeker wat uitval zal zijn. Toch blijft het merendeel gemotiveerd en strijdvaardig.
Ze zijn immers vergroeid met het bedrijf waarin ze opgegroeid zijn. Boer zijn is geen 9-to-5-job. Het is een manier van leven, het is een passie!
Welke invloed zal de klimaatverandering in de toekomst hebben op de landbouwbedrijven in ons land?
Klimaatverandering zal zeker een impact hebben op onze landbouwbedrijven. We worden steeds vaker geconfronteerd met extreme weersomstandigheden. Landbouwers zijn steeds op zoek naar manieren om zich hierop te voorzien en schade te voorkomen. Als landbouwer blijf je natuurlijk steeds erg afhankelijk van het weer en klimaat.
Hoe zie jij je persoonlijke toekomst?
Zelf ben ik sinds kort actief bij Landbouwproducten Decoster in Leffinge. Dat is een bedrijf dat zich specialiseert in het verhandelen van granen, veevoeder, meststoffen, zaaigraan en transport.
Ook het landbouwbedrijf van mijn ouders wordt zwaar getroffen in het huidige voorstel van decreet. Zo zouden onze varkenstallen vernieuwd moeten worden tegen 2030, wat een zeer grote investeringskost met zich meebrengt.
Via Landbouwproducten Decoster en het ouderlijk landbouwbedrijf blijf ik ook in de toekomst sterk betrokken in de sector.
We blijven optimistisch en vechten voor het voortbestaan van de landbouw in onze streek. Want geef toe, het voedsel dat groeit op onze eigen grond in ons mooie polderlandschap, dat willen we toch niet kwijt?
Jo Broucke