Kim En Joong
In de komende jaren zal de Sint-Willibrorduskerk in Middelkerke een gedaanteverandering ondergaan.
De oorspronkelijke neogotische kerk wordt omgevormd tot een ontmoetingsruimte en afgescheiden van de liturgische ruimte.
Later zullen we over de herinrichting van de kerk meer informatie geven.
In deze bijdrage staan we stil bij de artistieke invulling die Kim En Joong zal geven aan de voorzijde van de kerk.
Het oude portaal met de toegangsdeuren, de grote poort en boven de poort een boog met een afbeelding van Sint-Willibrordus wordt gesloopt.
De neogotische ramen worden in een volgende fase doorgetrokken tot beneden en de kunstenaar Kim En Joong werd bereid gevonden om de grote glaspartijen te voorzien van brandgeschilderd glas.
Wie is Kim En Joong?
Kim En Joong werd geboren in een groot gezin op 10 september 1940 in Booyo, Zuid-Korea. Zijn vader, een eenvoudige kalligraaf, zorgde voor zijn acht kinderen en voedde hen op volgens de taoïstische traditie (een stroming in het boeddhisme).
Op de middelbare school begon Kim op twaalfjarige leeftijd met kalligrafie en op zeventienjarige leeftijd met aquarelleren. Terwijl hij deze vaardigheden ontwikkelde, speelde zijn bewondering voor zijn vader, die in die tijd in een textielbedrijf werkte, een doorslaggevende rol.
Kim observeerde aandachtig zijn werk, de nauwgezetheid waarmee hij zijn materialen klaarmaakte en de precisie van zijn doelgerichte bewegingen.
De eerste werken van Kim werden door zijn leraren erg gewaardeerd en ze moedigden hem aan om zich verder te bekwamen in de grafische kunsten.
Tussen zijn zestiende en achttiende volgde hij facultatieve tekenlessen om zich voor te bereiden op de toelatingsexamens van de School voor Schone Kunsten van Seoul. In 1959 werd hij toegelaten en kon hij zijn opleiding starten.
De kunstenaar
Zijn vier studiejaren werden onderbroken door de studentenprotesten in 1960 en vervolgens door de eisen van een zeer strenge militaire training die tussen 1961 en 1962 op de school zelf plaatsvond.
Het waren voor hem moeilijke tijden mede door de financiële problemen van zijn familie.
Kim had daardoor heel weinig geld en moest zelf voor zijn materialen zorgen. De verf maakte hij door pigmenten te mengen met petroleum en zijn doeken door Noord-Amerikaanse zakken meel aan elkaar te naaien.
Omdat hij geen veilige plek had om zijn werk op te slaan, ging zijn hele productie uit die periode verloren.
In die periode ontdekte Kim een hele nieuwe wereld dankzij jonge leraren die terugkeerden uit Parijs.
De westerse moderne kunst met al haar leerstellingen, stromingen, tendensen – het impressionisme, het kubisme – en vooral de non-figuratieve visie op schilderkunst boeide hem onmiddellijk.
De grote inspanningen die hij in die jaren leverde, wierpen hun vruchten af.
Zijn mentoren begonnen interesse te tonen in Kims werk.
In 1962 kreeg hij door twee successen de bevestiging dat hij het juiste pad had gekozen.
Hij behoorde tot de drie beste deelnemers aan een wedstrijd voor jonge schilders, georganiseerd door een Koreaanse krant ter gelegenheid van een moderne kunsttentoonstelling, en hij won de speciale prijs voor non-figuratieve kunstwerken in de wedstrijd van de jaarlijkse tentoonstelling.
Daarna ging hij in militaire dienst, van 1963 tot 1965.
Aan het einde van zijn militaire dienst werd hij sterk aangemoedigd om door te gaan met schilderen door een Amerikaanse kunstcriticus die een lovend artikel publiceerde in de krant van de hoofdstad, waarin hij beweerde dat Kim's werk het beste was van alle werken die tentoongesteld waren in de nationale schilderwedstrijd.
Bekering tot het katholicisme
Op een ochtend stopte hij voor de Hai Wha kerk.
In het begin was het louter uit nieuwsgierigheid, maar daarna verleidde de schoonheid van de liturgie hem zodanig dat hij dagelijks de vieringen wilde bijwonen.
Op die manier ontdekte hij het katholicisme.
Tijdens de vieringen voelde hij het mysterie van de ene God, de dood en verrijzenis van zijn zoon Jezus, de onsterfelijkheid van de zielen, de geboden die hem onbewust zijn hele leven lang hadden geleid en de boodschap van liefde.
Het verlangen groeide om het christendom verder te leren kennen. Het was een krachtig verlangen, te vergelijken met zijn passie in het verleden voor kunst.
Na verloop van tijd vroeg Kim in 1967 om gedoopt te worden. Hij ontving het doopsel op 28 juni.
Tijdens heel zijn bekeringsproces kreeg hij meer en meer erkenning als kunstenaar.
In 1965 ontving hij de eerste prijs van een Koreaanse tentoonstelling in Busan en in 1967 zette hij zijn eerste individuele tentoonstelling op, waar hij verschillende schilderijen verkocht.
Op dat moment werd Kim heen en weer geslingerd tussen zijn twee passies: kunst en de wil om zijn leven aan God toe te wijden.
De kunstenaar wist nog niet of het mogelijk zou zijn om de twee te verzoenen of dat hij integendeel het ene zou moeten opofferen voor het andere.
Naar Europa
In 1969 was er ook nog een ander keerpunt in zijn leven.
Kim En Joong werd zich bewust van een ambitie die hij al sinds zijn studiejaren koesterde: studeren en zich vestigen in Europa.
Dit intense verlangen begon vorm te krijgen toen hij een beurs kreeg van de universiteit van Freiburg (Zwitserland).
Eenmaal ingeschreven aan de universiteit verliet de jongeman al snel de afdeling kunstgeschiedenis, omdat deze lessen niet aan zijn verwachtingen voldeden.
In plaats daarvan ging hij als vrije student theologiecolleges volgen, die hij met toewijding en interesse volgde, vooral de cursussen metafysica van pater Geiger, een dominicaan die Kim diep bewonderde om zijn menselijke en religieuze kwaliteiten.
Kort daarna ontmoette hij op een tentoonstelling in Freiburg ook de dominicaan en leraar pater Pfister, die gecharmeerd was door het werk van de jonge kunstenaar.
Hij nodigde Kim uit in zijn klooster en bood hem een ruimte in de kelder aan om als werkkamer te gebruiken. Op dat moment leek er in het hart van Kim een onzichtbare draad te verschijnen tussen zijn eerste passie en de nieuwe, die hem naar het Absolute trok.
Deze band werd gevoed door de houding van zijn broers ten opzichte van de hedendaagse kunst.
Dominicaan
Een jaar later, na vele intense ontmoetingen, gesprekken en lange overwegingen, meldde Kim zich uiteindelijk aan om toe te treden tot de Orde der Predikheren (dominicanen).
Hij deed zijn noviciaat in 1970 en bleef schilderen.
In 1971 legde hij zijn eerste geloften af en het jaar daarop werd hij voor twee jaar naar Parijs gestuurd om verder te studeren aan het Institut Catholique.
In zijn roeping werd hij bevestigd door pater Menasce, die tegen iedereen die overtuigd was dat het onmogelijk is om tegelijkertijd priester en schilder te zijn, pleegde te zeggen: “God respecteert wat hij de mensen heeft toevertrouwd. Ga door. Bid tot Fra Angélico".
Fra Angelico was een beroemde 15de-eeuwse schilder en dominicaan in Firenze.
In het dominicanerklooster ontmoette Kim pater Avril en pater Lelong die hem vanaf dat moment zouden steunen in zijn pogingen om te groeien in zijn werk en leven als schilder.
Terug in Freiburg deed hij in 1974 zijn plechtige geloften en werd hij op 27 oktober 1974 tot priester gewijd.
In november keerde hij, na een reis door Japan, terug naar Korea waar hij zijn familie inlichtte over zijn nieuwe leven en een van zijn broers en een van zijn zussen doopte. Een paar maanden later, op 28 januari 1975, doopte hij zijn ouders.
Toen hij in datzelfde jaar terugkeerde naar Europa, werd hij toegewezen aan het klooster van de Aankondiging in Parijs: het werd er zijn nieuwe thuis.
Kunstenaar van het licht
Het werk van Kim En Joongs wordt tot de lyrische abstractie gerekend.
Het oogt zeer kleurrijk en de beeldkracht noopt tot verdieping.
Zijn werk kent een ongekend en wereldwijd succes. Naast werken op canvas ontwerpt Kim En Joong ook glasramen, keramiek en maakt hij vele lithografieën.
In verschillende kathedralen in Europa en Amerika zijn brandgeschilderde ramen van hem te bewonderen.
Hij wordt omschreven als de kunstenaar van het licht.
Kim En Joong in Middelkerke
Foto’s van de kunstwerken van père Kim zag ik voor het eerst op een studiedag voor moderne christelijke kunst in Antwerpen.
Ik was onmiddellijk heel gecharmeerd door de kleurenpracht en de beweging van licht die hij door de abstracte vormen telkens opnieuw weet te creëren.
Tijdens de ontwerpfase van de grote verbouwingswerken aan de Sint-Willibrorduskerk kwamen deze beelden mij terug voor de geest.
Ik zocht begin 2023 contact met de stichting in Parijs, die mee het werk van père Kim ondersteunt.
Tot mijn verwondering werd ik kort daarna in contact gebracht met père Kim en zijn broer Thomas, die de meeste tijd van het jaar in Zuid-Korea verblijven.
In het voorjaar van ‘23 bezochten ze onze kerk.
Het werd een buitengewoon hartelijke ontmoeting en père Kim zag het meteen zitten om in te gaan op de vraag om een monumentaal kunstwerk te maken.
De belangrijkste opdracht na de eerste korte kennismaking was om een glasatelier te vinden dat voor hem het glas zou kunnen gieten en waar hij enkele maanden zou kunnen verblijven om te kunnen schilderen.
Enkele weken later liet hij mij weten dat het gerenommeerde glasatelier Loire in Lèves (Chartres) bereid was gevonden om samen te werken.
Op 11 februari 2024 bezocht ik het atelier in aanwezigheid van père Kim en zijn broer Thomas.
Daar werd de intentie uitgesproken om er alles aan te doen om een nieuw kunstwerk van zo’n 100 vierkante meter te realiseren.
Misschien wel het laatste van zo’n omvang …
Bij de kerkfabriek vond ik grote welwillendheid om mee de droom waar te maken en na goedkeuring van het budget gaf ze het akkoord voor de uitvoering.
Op donderdag 3 oktober 2024 kwamen père Kim met zijn twee broers Thomas en Jean opnieuw op bezoek om in de kerk te mediteren en zich te bezinnen over de vormgeving van het kunstwerk.
Het was een blij en hartelijk weerzien.
En zo gaat een buitengewoon mooi en inspirerend verhaal verder in de Sint-Willibrorduskerk, die ze omschrijven als ‘de kathedraal van Middelkerke’.
Pastoor Bart
Bron voor de biografie: Theologie van de hedendaagse kunst, Félix Hernández OP, vertaald door Yanette Shalter, ATF Theologie, 2018.