Hij is niet hier
Het grote drama heeft zich voltrokken, Jezus is aan het kruis gestorven en begraven.
Nu rest alleen nog de stilte, het verdriet en de herinnering aan een mooie droom. Of is er meer?
Op de sabbat blijft alles uiteraard stil, maar, zo verhaalt Marcus, toen de sabbat voorbij was kochten Maria Magdalena, Maria de moeder van Jakobus en Salome welriekende kruiden om Hem te gaan balsemen.
Dat getuigt van meer liefde dan realiteitszin, in dit warme klimaat bederft het dode lichaam snel, maar spoedig zal blijken dat hun tocht naar het graf toch een goed idee was.
Een paar opmerkingen bij de namen van die vrouwen, we stellen ons de vraag: waar zijn de mannen, de leerlingen van Jezus die voortdurend met Hem op tocht waren? Sinds de arrestatie van Jezus zijn ze op de achtergrond verdwenen, bang om hetzelfde lot te ondergaan als hun meester.
De vrouwen die Jezus op zijn tocht vergezelden getuigen van meer moed.
Ze werden ook vermeld als getuigen bij de graflegging van Jezus, maar de twee lijstjes namen komen niet helemaal overeen.
Dat wijst er op dat het gaat om twee afzonderlijke overleveringen die Marcus heeft samengebracht.
Ook bij de kruisiging van Jezus vinden we een lijstje vrouwen dat alle namen bevat, daaruit kunnen we afleiden dat Marcus in deze vermelding de beide lijsten samen heeft gebracht.
De evangelisten waren wel vaker creatief bij het schrijven van hun evangelie.
Als de nacht voorbij is en de eerste dag van de week aanbreekt, gaan de vrouwen heel vroeg, als de zon pas op is, naar het graf.
De zon is opgestaan, het is niet alleen een nieuwe dag, maar ook het licht van een nieuw tijdperk begint te schijnen.
Onderweg houden ze zich nog bezig met een praktisch probleem, het graf is afgesloten met een grote steen, wie zal die voor hen wegrollen?
Als ze opkijken zien ze dat hun bezorgdheid voorbarig was, de steen is weggerold, het was trouwens een zeer grote steen.
Er staan hun nog meer verrassingen te wachten, ze gaan zomaar dat graf binnen, maar ze vinden er niet het lichaam van de Heer, wel ontmoeten ze een jongeman in een wit gewaad, dit wit spreekt van vreugde en van leven, de sfeer van kruis en graf verdwijnt.
De jongeman spreekt de vrouwen toe, hij weet wel dat ze geschrokken zijn en zegt hun: ‘Vrees niet. Gij zoekt Jezus de Nazarener die gekruisigd is, Hij is niet hier, Hij is verrezen.’
Het gaat plots om iets helemaal anders dan om het balsemen van een dood lichaam, hun kostbare kruiden zijn overbodig, de Heer is immers verrezen.
Wat dat betekent is voor de vrouwen niet meteen duidelijk.
De jongeman helpt de vrouwen een beetje door te zeggen dat het in ieder geval niet in het graf is dat ze hun Heer moeten zoeken: dit is de plaats waar ze Hem hebben neergelegd. Jezus vind je daar niet, je zult Hem elders moeten gaan zoeken.
En dan krijgen de vrouwen een grote opdracht, zij moeten aan de leerlingen en Petrus zeggen: ‘Hij gaat u voor naar Galilea, daar zult ge Hem zien zoals Hij u gezegd heeft’. Is dat niet verbazingwekkend: het zijn de vrouwen die aan de apostelen de boodschap van Jezus’ verrijzenis moeten brengen en hun de weg wijzen naar waar ze hun Heer kunnen vinden.
Daarom kreeg Maria Magdalena die hier een vooraanstaande rol speelt, de bijnaam: ‘apostel van de apostelen.’
Nu gebeuren rare dingen, de vrouwen zijn compleet overstuur, je zou voor minder, ze vluchten weg van het graf, overweldigd door schrik en vrees.
Die angst is bij Marcus een normale reactie op een goddelijke openbaring.
Minder normaal is wat volgt: uit vrees zeiden ze er niemand iets van.
Hier eindigt het oorspronkelijk Marcusevangelie, zoals dat bewaard is in de oudste handschriften, men heeft dat zodanig eigenaardig gevonden dat men er later een ander slot aan heeft toegevoegd, het zogenaamde ‘canonieke Marcusslot”, dat samen gesteld is uit elementen afkomstig van de andere evangelies.
Maar eigenlijk kan het evangelie best geëindigd hebben met ‘uit vrees zeiden ze er niemand iets van’.
In het kader van Marcus is die vrees een normale reactie.
Wie dan wel het nieuws van de verrijzenis gebracht heeft, kunnen we hier niet uit afleiden, in ieder geval werd het spoedig rondverteld en komen de apostelen eindelijk opnieuw in actie.
Eigenlijk is dit slot een vraag: wie zal vandaag het grote nieuws van de verrijzenis van Jezus brengen?
Ik denk dat de evangelist daarvoor vooral kijkt naar zijn lezers, dus naar ons.
Luc De Baene