“Blijf luisteren naar de bejaarden, hoe ziek of zwak ze ook zijn. Het is de hoeksteen van goede zorg!”
Naar aanleiding van de Ouderenweek hadden we een fijne ontmoeting en een intens gesprek met dokter Monbailliu, internist-geriater in Het Koninklijk Elisabethinstituut te Oostduinkerke. Henri is tevens een gewaardeerd lid van de parochieraad van onze pastorale eenheid Sint-Andreas.
Stel je jezelf even voor aan onze lezers?
Als tweede kind uit een gezin van drie kinderen ben ik in 1972 te Knokke geboren, waar ik mijn lagere school volgde om vervolgens in de abdijschool van Zevenkerken mijn humaniora te doen. Mijn beide ouders zijn door ziekte overleden toen ik nog tiener was waarmee er op traumatiserende wijze een einde kwam aan mijn onbezorgde kindertijd. Meer weten over ziekte en gezondheid was voor mij dan ook een belangrijke drijfveer om in Gent geneeskunde te studeren. Na mijn algemene opleiding volgde ik nog een specialisatie van vijf jaar inwendige ziekten en één jaar geriatrie. Geriatrie is de specialisatie die instaat voor de algemene medische (niet chirurgische) zorg voor ouderen, een beetje zoals pediatrie dit is voor kinderen is. Ik startte in 2004 mijn praktijk in het revalidatieziekenhuis Koningin Elisabeth Instituut (in de volksmond ‘De KEI’) te Oostduinkerke. Het ziekenhuis heeft een unieke ligging met zicht op zee, wat voor heel wat revaliderende patiënten een bron van kracht is. Samen met mijn lieve echtgenote Dominique Van Diest woon ik in Leffinge; we zijn de ouders van drie zonen die momenteel in het humaniora zitten. Klassieke muziek, lezen, koken en sport zijn mijn favoriete hobby’s.
Wat kenmerkt de oudere mensen die komen revalideren? Wat kunnen we leren van hun generatie?
Vaak zijn ernstige letsels zoals een beroerte of majeure fractuur (vb. heupfractuur) de reden waarom ouderen bij ons komen revalideren. Daarbij komt dat de fysiologische reserves bij ouderen beperkter zijn met als eindresultaat een belangrijke terugval in zelfredzaamheid waardoor zich naast de revalidatie ook een hospitalisatie opdringt. Bij aanvang van die revalidatie hebben die ouderen dan niet zelden voor alles hulp nodig. Persoonlijk vind ik het zeer leerrijk hoe de meeste ouderen vaak de kracht vinden om terug de weg vooruit te kiezen. Hierdoor heb ik regelmatig de indruk dat we van die generatie kunnen leren hoe we met tegenslagen kunnen omgaan.
Welke rol speelt zingeving in uw gesprekken met ouderen? Merkt u dat geloof of spiritualiteit helpt in het omgaan met ouderdom en kwetsbaarheid?
Vragen rond zingeving van het leven zijn onlosmakelijk verbonden met scharniermomenten in het leven zoals ziekte, verlies of afhankelijkheid. Behandelingen zoals revalidatie vergen veel inspanning van ouderen zonder dat voordien een succes kan gegarandeerd kan worden. Zoals in spiritualiteit is ook hier de weg belangrijker dan het doel. Dit is makkelijk gezegd, maar de gesprekken met ouderen en ervaringen uit eigen leven leren dat dit niet zo eenvoudig is. Nabijheid en begrip tonen voor de ouderen die niet steeds de nodige moed vinden, kan dan helpen. Het is gelukkig slechts zelden dat ouderen alle moed verloren zijn; met wat geduld zetten ze hun weg verder.
Hoe beïnvloedt uw eigen geloof uw werk als arts?
Vertrouwen hebben dat er voorbij al het vergankelijke iets blijvends bestaat betekent voor mij de essentie van het geloof. Al te vaak definiëren we onszelf op basis van wat we hebben (goede gezondheid bijvoorbeeld) en wat we doen (ons professioneel werk of het huishouden die we doen). Als we dan met verlies geconfronteerd worden, dreigen we de grond onder onze voeten te verliezen. De Bijbelse boodschap dat we net op die momenten van verlies God kunnen ontmoeten vind ik bijzonder troostend. Geloof hebben in een diepere en dragende dimensie kan ons door moeilijke periodes helpen. Boeken van Henri Nouwen en Anselm Grün getuigen hier ook van. Of met de woorden van Teresa van Avilla:
‘Laat door niets u verstoren, door niets u beangstigen. Alles gaat voorbij. God verandert nooit, geduld overwint alles. Wie aan God vasthoudt heeft niets tekort.’
Welke uitdagingen ziet u vandaag in de zorg voor ouderen, zowel op medisch als op menselijk gebied?
Zorg voor ouderen is vaak een complexe zorg; verouderen gaat nogal eens gepaard met toename van het aantal medische problemen of co-morbiditeit. Vaak zijn dit chronische internistische aandoeningen (diabetes, hartfalen, nierfalen), problemen met het bewegingsstelsel (osteoporose met breuken, artrose), neurologische aandoeningen (beroerte, Parkinson, dementie) of geestelijke problemen. De medische zorg van de laatste jaren is er één van verder subspecialisatie met nieuwe medicamenteuze en heelkundige behandelingsmogelijkheden waarbij ingrepen nu vaak ook op een minder belastende manier kunnen uitgevoerd worden. Zo kan men nu ook sommige hartkleppen vervangen via de lies.
Goede geriatrische zorg blijft een holistische benadering vergen waarbij aandacht gaat naar alle actieve problemen. Dit kan dan bijvoorbeeld betekenen dat de patiënt bepaalde medicatie voor hartfalen beter niet krijgt, omdat de nierfunctie het niet toelaat. Het kan bijvoorbeeld ook betekenen dat een klepingreep voor een bepaalde persoon geen meerwaarde meer heeft, omdat hij of zij door andere problemen toch niet meer in staat zal zijn intensievere inspanningen te doen.
Een andere uitdaging is de toename van informatisering in de zorg. Zoals aangehaald hebben bejaarden meestal complexere medische dossiers, die dankzij informatisering vlot raadpleegbaar zijn. Het verwerken van deze informatie neemt vaak heel wat tijd in beslag waardoor de tijd om goed te luisteren naar bejaarden soms moelijker te vinden is. Nochtans blijft dit de hoeksteen van goede zorg.
Wat kan ons geloof en onze parochie betekenen voor ouderen?
Steeds meer mensen en ook ouderen hebben hun rug gekeerd naar het geloof en verwachten maar al te zeer dat de technologische ontwikkelingen alle problemen zullen oplossen. Dit is echter een illusie! Ik blijf ervan overtuigd dat de mens een spirituele dimensie in zich draagt. Als schoonheid van kunst of natuur ons overvalt, voelen we dat er een diepere dimensie bestaat voorbij het direct waarneembare; ditzelfde kan ervaren worden in moeilijke periodes van ons leven. Soms kan ons geloof sterker worden door dergelijke ervaringen. Dit kunnen delen in een geloofsgemeenschap zoals een parochie geeft een belangrijke sociale dimensie aan het geloof. Priesters van de parochie hebben ook een belangrijke rol om sacramenten beschikbaar te houden, ook wanneer ouderen minder mobiel zijn, zodat ze bijvoorbeeld toegang kunnen blijven vinden tot de ziekenzalving. Dit kan heel wat betekenen voor ouderen.
Er wordt veel gesproken over ‘waardig ouder worden’. Wat betekent dat begrip voor u?
Om waardig ouder te kunnen worden is het van belang dat men blijft luisteren naar de oudere en dat men de oudere als volwaardig mens blijft beschouwen, hoe zwak of ziek die ook is. Hierdoor behouden ze het gevoel (een deel) van de regie van hun leven in handen te houden en blijven ze betrokken in levenskeuzes. De prioriteiten van zorgverleners of familie zijn per definitie niet dezelfde als de prioriteiten van een oudere. Een oudere heeft vaak de wens om zo lang mogelijk in eigen woning te blijven, terwijl de mantelzorg dit soms anders ziet. Misschien kan een uitbreiding van de thuiszorg dit terug mogelijk maken. Lukt het dan nog niet, dan is het van belang begrip en nabijheid te tonen omdat het opgeven van een eigen woning ook een ingrijpende verlieservaring kan zijn.
Tot slot: welke raad zou u meegeven aan onze ouderen?
Ouderen kunnen zelf wat doen om zo gezond mogelijk te blijven. Zowel fysisch als sociaal actief blijven is hierbij zeer belangrijk. Hierdoor neemt de kans op heel wat somatische ziektes (hart- en vaatproblemen, osteoporose, kanker, dementie …) en geestelijke aandoeningen (angst, depressie, slapeloosheid) af. Verouderen gaat vaak gepaard met eenzaamheid omdat er leeftijdsgenoten wegvallen waardoor men meer op zichzelf is aangewezen. Contact proberen te behouden met de medemens maakt het makkelijker onze eigen problemen te relativeren omdat we zien dat ieder op een andere manier beproefd wordt door het leven. Daarom nog twee gouden tips: blijf in beweging en onderhoud je sociaal contact. In zo’n netwerk kan de parochie een belangrijke rol spelen!
Jo Broucke