TOEREN TUSSEN 11 KERKTORENS (deel 3)
VAN HET HINTERLAND TERUG NAAR DE KUST
De fietsroute ‘Toeren tussen torens in Middelkerke’ – een initiatief van de Pastorale Eenheid Sint-Andreas Middelkerke – beleeft deze zomer zijn tweede editie. De brochure is vernieuwd en wordt opnieuw gratis aangeboden in onze kerken. De fietskaart werd ontworpen door de gemeente Middelkerke en is te koop in de toeristische infokantoren of te downloaden op www.routeyou.com. Om u in de stemming te brengen, stellen we het derde deel van de fietsroute en de belangrijkste bezienswaardigheden voor.
Sint-Niklaaskerk Slijpe
Halverwege tussen de dorpskom van Slijpe en die van Sint-Pieterskapelle dwarsen we de Zwarteweg. Langs deze weg (van Mannekensvere tot Gistel) liep in de vroege middeleeuwen van west naar oost de Spermaliegeul, één van de belangrijkste getijdengeulen in deze schorrenvlakte.
In de smalle straatjes rond de kerk en het kerkhof, omzoomd met oude leilinden, proeven we nog de sfeer van de middeleeuwen. Hier bouwde heer Arleboud rond 1100 een kapel op leengronden van de graaf van Vlaanderen. Rond de kapel die toegewijd was aan Sint-Niklaas groeide het dorp Arleboudskapelle, dat nadien Slijpe werd genoemd, de naam voor het getijdengebied rond het dorp. De Sint-Niklaaskapel groeide snel uit tot een onafhankelijke parochiekerk. In 1137 kwam de kerk onder het patroonschap van de tempeliers, die vanuit het Groot Tempelhof van Slijpe de tempelorde in Vlaanderen bestuurden. Van 1313 tot 1789 namen de hospitaalridders de leiding over. De commandeurs werden in het kerkkoor begraven en hun wapenschilden sierden de brandglasramen, maar een felle brand legde in 1822 dit roemrijk verleden in de as.
Deze neogotische hallenkerk met vieringtoren bleef ook in de Eerste Wereldoorlog niet gespaard; de gevels dragen nog steeds de littekens van deze gruwel. Tijdens de grondige renovatie in 2002 onderging het interieur een ware metamorfose. De Brugse kunstenaar Arno Brys bande het banale, bracht een fijn coloriet aan van groengrijs, gebroken wit en indigo en schiep op die manier in de kerk een sacrale en serene sfeer. Maar de kroon op het werk vormen zijn twee monumentale muurschilderingen en 15 glas-in-loodpanelen over de tempeliers en de hospitaalridders. Andere bezienswaardigheden zijn de doopvont uit 1651, de Calvariegroep (17e eeuw) uit de Sint-Pieterskerk van Sint-Pieterskapelle, en de Lourdesgrot.
Langs de Odiel Spruyttestraat verlaten we het dorp. Odiel Spruytte werd in 1916 tot priester gewijd en was één van de belangrijkste raadgevers van de Vlaams-nationalistische partijleiders. Omwille van zijn flamingantisme werd aan deze briljante denker een leerstoel aan de KU Leuven ontzegd. Hij werd door zijn oversten weggepest en als onderpastoor verbannen, eerst naar Zwevegem en daarna naar Slijpe, waar hij verkommerde en stierf op 49-jarige leeftijd.
Onze-Lieve-Vrouwekerk Leffinge
Langs de Gistelstraat fietsen we krinkeldewinkel naar Leffinge. We steken ‘de vaart’ over of beter gezegd het kanaal Plassendale-Nieuwpoort. Het kanaal dat 21 km lang is en voor een groot deel de bedding van de oude Ieperleed volgt, dateert al van 1640. Het verbindt het kanaal Brugge-Oostende (de Plassendalesluis in Oudenburg) met de IJzer (de Ganzepoot in Nieuwpoort).
De kronkelende en smalle Dorpsstraat laat niet vermoeden dat een paar honderd meters verder een majestueuze kerk zal opdoemen. In de 10e eeuw werd hier op een terp (een ronde woonheuvel) de eerste kerk gebouwd. Leffinge werd het centrum van een grote moederparochie, waaruit in de 12e eeuw de eerste deelparochies (Middelkerke, Slijpe, Stene, Mannekensvere, Westende en Wilskerke) werden afgesplitst. Er zouden op deze plaats nog zes (vaak bouwvallige) kerken gebouwd worden! De huidige kerk dateert van 1878, toen Monseigneur Faict – uit Leffinge afkomstig – bisschop van Brugge was. Hij stond erop dat Leffinge eindelijk eens een ‘waardige’ kerk zou krijgen. Architect Antoine Verbeke uit Brugge tekende een nieuwe neogotische kerk met een lengte van 52 m, een oppervlakte van 700 m² en een toren van 55 m hoog! En om het nog indrukwekkender te maken werden op het kerkgebouw 13 torentjes geplaatst, verwijzend naar het geboortejaar (1813) van bisschop Faict! Dat leverde de kerk de titel op van ‘Kathedraal van het Noorden’. Ondanks de vele bouwtechnische problemen vanwege de onstabiele ondergrond, werd de kerk in 1976 toch als monument beschermd. Anno 2023 is deze kerk door het gemeentebestuur omgedoopt tot een kunsttempel met werk van de Oostendse kunstenaar William Sweetlove. Maar het gepolychromeerde neogotische retabelaltaar en de kleurrijke brandglasramen blijven de sprekende getuigen van een groots verleden.
Richting Wilskerke
Via de Papegaaistraat en Wilskerkestraat duiken we opnieuw het open veld in tot aan de Fleriskotstraat, genoemd naar de Fleriskothoeve, waarschijnlijk de oudste tempeliershoeve in de streek. Eerst heette de hoeve met de typische bergschuur Ten Diken, een verwijzing naar de dijk waarlangs de hoeve gebouwd werd. Om nog beter tegen het wassende water beschermd te zijn werd de hoeve ook nog eens op een walheuvel gebouwd. Vandaag kennen we de boerderij als de Fleriskothoeve, genoemd naar de legendarische en duivelse knecht Fleris die ongeluk bracht op de hoeve waar hij werkte.
Sint-Gulielmuskerk Wilskerke
Als we bij de kerk van Wilskerke – eigenlijk Willemskerke – arriveren, staat Fleris ons op te wachten. Het Sint-Willemskerkje staat een eind weg van de straat; achter het omhaagde kerkhof en naast de voormalige pastorie straalt de plaats een vredige rust uit.
Wilskerke werd voor het eerst vermeld in 1201 als 'Willinki Capella'. De kapel, gewijd aan de H. Willem, werd wellicht enige tijd daarvoor opgericht op ingepolderde gronden van de Testerepgeul. Misschien was deze kapel ook een eerbetoon aan Willem Bron, een man uit de entourage van de graaf van Vlaanderen, die de leiding had over de inpoldering van dit gebied. In 1254 verschijnt Wilskerke voor het eerst als onafhankelijke parochie in het noordwestelijke deel van Leffinge, begrensd door de Ieperleed en de Sluisvliet.
De huidige driebeukige neoromaanse kerk van het basilicale type werd na de Eerste Wereldoorlog in 1920 heropgebouwd. Alleen de scheve westertoren met vierkante onderbouw en achtzijdige bovenbouw bleef van het oorlogsgeweld gespaard. Binnenin trekt het hemelsblauwe kruisribgewelf in het koor meteen de aandacht, net als de glasramen met de heiligen Donatus, Stefanus en Willem, de patroon van de kerk. De witbepleisterde muren met de kruisweg in bas-reliëf van witte kalk brengen rust, net als het neogotisch meubilair: de gepolychromeerde retabels boven het hoofdaltaar en de zijaltaren, de biechtstoelen en de imposante preekstoel.
Terug naar de kust
Als we de Tarwestraat inslaan, zien we in de verte al de kustlijn en ruiken we reeds de zilte zee! Op het bruggetje over de Ieperleed hebben we rechts een mooi zicht op het Albertusgeleed en het Graningategeleed, middeleeuwse afwateringskanalen die vandaag in hun bedding getemd zijn. Langs de Oude Sluisvaart fietsen we tot aan de Sluisvliet in de duinen. Eeuwenlang werd langs deze plaats het Kamerlings Ambacht (Leffinge, Slijpe, Mannekensvere, Westende, Wilskerke, Middelkerke, Mariakerke, Stene en Snaaskerke) ontwaterd. Een sluis was hier nodig om doorheen de Gravejansdijk water te kunnen lozen in de zee. De sluisput is pas gedempt sinds 1958.
Duinenweg en Kerkstraat
Fietsend in de Duinenweg die vandaag een veilige fietsstraat geworden is, ervaren we hoe de middeleeuwse mens zich hier moet gevoeld hebben. Hier vond hij achter de duinen beschutting tegen wind en water, toen hij zijn koopwaar naar Oostende moest voeren. En ook de Kerkstraat, nu één van de hoofdstraten van Middelkerke, was tot 150 jaar geleden niet meer dan een bochtige en zanderige kerkwegel. Daarna werd de Kerkstraat, die het dorp met de dijk moest verbinden, rechtgetrokken, verbreed en in kasseien gelegd. Vandaag krijgen we zacht asfalt onder de wielen om uit te bollen tot aan de Sint-Willibrorduskerk. Onze fietstocht van 42 km langs 11 kerktorens zit er op!
Jo Broucke
(ACHTERAAN ELKE KERK VIND JE DE HANDIGE BROCHURE)